Een wereld in beweging
Zaterdag 25 augustus en zondag 26 augustus 2007
Met Maurice Lemoine, Pol De Vos, Michel Collon, Guillermo Perez en anderen...
In het kader van de Marxistische Zomeruniversiteit
Latijns-Amerika is volop in beweging. In vele landen hebben de vroegere militaire dictaturen plaats moeten maken voor linkse of progressieve regeringen en Washington lijkt niet langer in staat te bepalen wat zich in zijn achtertuin afspeelt. In Venezuela zijn de veranderingen ongetwijfeld het meest spectaculair. President Hugo Chavez neemt er geen blad voor de mond als hij het heeft over het Noord-Amerikaanse imperialisme. Tegelijk heeft hij belangrijke maatregelen genomen in het voordeel van de arme bevolking die de grote meerderheid uitmaakt van een van de rijkste landen van het continent.
Ook andere landen herbevestigen hun politieke en economische soevereiniteit tegenover de machtige buur uit het Noorden en treffen maatregelen in het voordeel van het volk. Venezuela, Argentinië, Equator en Bolivia werken aan de uitbouw van Bancosur, een Latijns-Amerikaans alternatief voor het IMF en de Wereldbank. Kan deze onafhankelijkheid stand houden? De Verenigde Staten zijn 17 jaar geleden toch sterker gebleken dan het progressieve Nicaragua? Riskeren de progressieve landen in Latijns-Amerika vandaag niet een zelfde lot te ondergaan? Een panel van specialisten schetst een portret van het continent en discuteert over de perspectieven voor de toekomst:
Zaterdag 25 augustus
9 u tot 10.30 u: Pol De Vos: Van Chili tot Venezuela (globale inleiding tot Latijns-Amerika en de linkerzijde sinds de jaren 1980)
11 u tot 12.30 u: Marcelo Estrada (MAS) : Bolivia onder Evo Morales: resultaten en perspectieven
15 u tot 16.30: Maurice Lemoine (Le Monde Diplomatique): Venezuela, een lichtbaken voor Latijns-Amerika?
17 u tot 18.30: Maurice Lemoine, Michel Collon (schrijver), Alejandro Fleming, (ambassadeur van Venezuela): Rondetafelgesprek over ALCA et ALBA (moderator: Katrien Demuynck)
Zondag 26 augustus
9 u tot 10.30 u: Luis Guillermo Perez: De Colombiaanse uitzondering
11 u tot 12.30 u: Waar gaat Brazilië naar toe met president Lula?
14 u tot 15.30: Pol De Vos, Elio Rodriguez (ambassadeur van Cuba), e.a.: Rondetafelgesprek – Van de jaren 1980 tot vandaag. (moderator: Marc Vandepitte).
De inschrijving vooraf is verplicht. (6 augustus is onze uiterste datum)
Alle info en inschrijving via http://www.marx.be/
Publication list - PUBLIC HEALTH
De Vos P, García A, Alvarez A, Rodríguez A, Bonet M, Van der Stuyft P (2012) Public health services, an essential determinant of health during crisis. Lessons from Cuba, 1989-2000. Trop. Med. Int. Health 17: 469-479.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
Publicaties in Cubaanse medische tijdschriften
Álvares Pérez AG, Alegret Rodríguez M, Gonzálvez IPL, Leyva León Á, Rodríguez Salvá A, Bonet Gorbea M, et al. Diferenciales de salud y una aproximación mediante el empleo dell coeficiente de Gini y el índice de concentración en las provincias cubanas, 2002-2008. Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(2):202-17.
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Publicatielijst - Europa - Internationaal - Vrede
De Vos P, Houben H. Is demondialisering het nieuwe grote linkse alternatief? Marxistische Studies 99, IMAST, Brussel, 2012.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Friday, 29 June 2007
China, grote realisaties, grote problemen
Marxistische Studies wijdt zijn jongste nummer volledig aan de ontwikkelingen in China. Auteur Peter Franssen snijdt op een erg leesbare manier fundamentele vragen aan.
Tot de 18de eeuw was de Chinese boer een heel stuk welvarender dan zijn Franse en Duitse collega. China had vanaf zijn eenmaking in 221 voor Christus tot het midden van de 19de eeuw een feodaal stelsel maar zonder een nationale feodale klasse, helemaal anders dan bij ons. China heeft ook geen slavernij gekend, in tegenstelling met West-Europa. De auteur schetst de specificiteit van de Chinese economie en maatschappij van voor de revolutie van 1949 en waarschuwt: “De denkpatronen en werkschema’s die wij gebruiken om de Westerse maatschappelijke evolutie en toestand te analyseren, kunnen alleen met de grootste voorzichtigheid en met oog voor de specifieke situatie toegepast worden op China.”Daarmee is de opvatting geformuleerd die door de vier hoofdstukken van de tekst loopt: om ons een oordeel te vormen over het China van vandaag kunnen we niet uitgaan van vooropgezette ideeën. We mogen ons alleen baseren op de reële situatie van een bepaald ogenblik en ons dan de vraag stellen welke politieke, sociale en economische lijn in die situatie de beste is. Peter Franssen citeert in deze context een Vietnamese vice-minister: “Vietnam zoekt zijn weg, vechtend, vallend en weer opstaand. Er zijn verscheidene wegen die leiden naar het socialisme. Azië is te veel gediversifieerd voor één enkel socialistisch model. De mensheid heeft verscheidene benaderingswijzen van het socialisme nodig om tot een consensus te komen over het model.” En ook Lenin, die in dezelfde zin zei: “Het gevestigde socialisme zal alleen het resultaat kunnen zijn van de revolutionaire samenwerking van alle proletariërs van alle landen en als het resultaat van talloze pogingen waarvan elkeen, op een geïsoleerde manier bekeken, eenzijdig zal zijn en zekere onevenwichten zal kennen.”
Socialisme? Kapitalisme?
Oké, akkoord, geen vooropgezette schema’s maar onderzoek van de praktische realiteit en met oog voor het feit dat sommige fouten misschien niet altijd te vermijden zijn. Toch is de vraag: komen we daarmee een stap verder in het probleem of China een socialistisch of kapitalistisch land is? Peter Franssen toont aan hoe de Chinese communisten, net zoals hun collega’s in Vietnam, zoeken, vechten, vallen en weer opstaan. Hij schetst de verscheidene stromingen binnen de Communistische Partij, welke debatten er geweest zijn en er nu nog altijd zijn.Zo gaat hij uitgebreid in op de Grote Sprong Voorwaarts. Dat was een nationale campagne in de periode 1959-1961 om op een geforceerde manier uit de diepe onderontwikkeling te geraken. China was toen armer dan zwart Afrika. De auteur beschrijft hoe die campagne faliekant afliep, welke de oorzaken daarvan waren en hoe de communisten nadien een zelfkritiek maakten. Hetzelfde gebeurde na de Culturele Revolutie die duurde van 1966 tot 1976. Deze campagne wilde door intense debatten binnen de bevolking voorkomen dat de partij zou degenereren zoals dat in die jaren in de Sovjet-Unie gebeurde. Maar ook hier maakte de partij vele en zware fouten die nadien op een grondige manier gekritiseerd werden.Telkens opnieuw probeerden de communisten lessen te trekken uit hun ervaring. Ze gingen vooruit en het land en de bevolking gingen vooruit, maar niet zonder problemen en zonder fouten. De schets van deze geschiedenis is erg interessant, omdat je een beter begrip krijgt van wat er vandaag in China gebeurt en omdat je kennismaakt met de problemen op het terrein en zo merkt dat het niet gemakkelijk is die problemen in een wip en een draai op te lossen.
Grote realisaties, maar ook grote problemen
De auteur gaat de problemen en gevaren van vandaag evenmin uit de weg. In het derde en vierde hoofdstuk beschrijft hij de economische hervormingen sinds 1978. De sociale vooruitgang is voor de gemiddelde Chinees fenomenaal. Peter Franssen: “In 1978 is het Chinese bruto nationaal product (de rijkdom die geproduceerd wordt) per hoofd van de bevolking even groot als in India, de eveneens erg volkrijke buur. Vandaag bedraagt het Chinese bruto nationaal product per hoofd van de bevolking het dubbele van het Indiase. In China kan 91 procent van de bevolking lezen en schrijven. In India 65 procent. In China gaat 98 procent van de kinderen tussen 6 en 12 jaar naar school. In India 50 procent.”Dat neemt niet weg dat er scherpe problemen zijn zoals het dure onderwijs, de dure gezondheidszorg, de grote verschillen in ontwikkeling tussen stad en platteland, het grote overschot aan arbeidskrachten in de landbouw, de milieuverloedering, de dikwijls erg onrechtvaardige behandeling van de 150 miljoen binnenlandse migranten - dat zijn mensen die van het platteland wegtrekken om in de industriezones te gaan werken. Op ieder van die terreinen beschrijft de auteur de gerealiseerde vooruitgang maar ook de soms erg hardnekkige problemen en hoe de Communistische Partij die wil aanpakken... en soms faalt. Hij maakt een schets van de economische verhoudingen: één derde van de ondernemingen is in staatshanden, één derde is privé en één derde is een mengvorm van de twee. Hij zegt dat de communisten zo heel wat kapitalistische elementen toelaten zoals de buitenlandse multinationals en de vele privébedrijven. Vanuit hun standpunt is dat begrijpelijk, schrijft de auteur, maar er duiken dan wel ernstige gevaren op. De analyse daarvan en de beschrijving van hoe de Chinezen die gevaren ervaren, zijn verhelderend.Dit nummer van Marxistische Studies doet nadenken over de manier waarop wij China bekijken. Deze teksten zijn een erg nuttige bijdrage tot het debat over China. Voor wie wil weten wat er in dat immense land gebeurt, is dit nummer een must.
Tot de 18de eeuw was de Chinese boer een heel stuk welvarender dan zijn Franse en Duitse collega. China had vanaf zijn eenmaking in 221 voor Christus tot het midden van de 19de eeuw een feodaal stelsel maar zonder een nationale feodale klasse, helemaal anders dan bij ons. China heeft ook geen slavernij gekend, in tegenstelling met West-Europa. De auteur schetst de specificiteit van de Chinese economie en maatschappij van voor de revolutie van 1949 en waarschuwt: “De denkpatronen en werkschema’s die wij gebruiken om de Westerse maatschappelijke evolutie en toestand te analyseren, kunnen alleen met de grootste voorzichtigheid en met oog voor de specifieke situatie toegepast worden op China.”Daarmee is de opvatting geformuleerd die door de vier hoofdstukken van de tekst loopt: om ons een oordeel te vormen over het China van vandaag kunnen we niet uitgaan van vooropgezette ideeën. We mogen ons alleen baseren op de reële situatie van een bepaald ogenblik en ons dan de vraag stellen welke politieke, sociale en economische lijn in die situatie de beste is. Peter Franssen citeert in deze context een Vietnamese vice-minister: “Vietnam zoekt zijn weg, vechtend, vallend en weer opstaand. Er zijn verscheidene wegen die leiden naar het socialisme. Azië is te veel gediversifieerd voor één enkel socialistisch model. De mensheid heeft verscheidene benaderingswijzen van het socialisme nodig om tot een consensus te komen over het model.” En ook Lenin, die in dezelfde zin zei: “Het gevestigde socialisme zal alleen het resultaat kunnen zijn van de revolutionaire samenwerking van alle proletariërs van alle landen en als het resultaat van talloze pogingen waarvan elkeen, op een geïsoleerde manier bekeken, eenzijdig zal zijn en zekere onevenwichten zal kennen.”
Socialisme? Kapitalisme?
Oké, akkoord, geen vooropgezette schema’s maar onderzoek van de praktische realiteit en met oog voor het feit dat sommige fouten misschien niet altijd te vermijden zijn. Toch is de vraag: komen we daarmee een stap verder in het probleem of China een socialistisch of kapitalistisch land is? Peter Franssen toont aan hoe de Chinese communisten, net zoals hun collega’s in Vietnam, zoeken, vechten, vallen en weer opstaan. Hij schetst de verscheidene stromingen binnen de Communistische Partij, welke debatten er geweest zijn en er nu nog altijd zijn.Zo gaat hij uitgebreid in op de Grote Sprong Voorwaarts. Dat was een nationale campagne in de periode 1959-1961 om op een geforceerde manier uit de diepe onderontwikkeling te geraken. China was toen armer dan zwart Afrika. De auteur beschrijft hoe die campagne faliekant afliep, welke de oorzaken daarvan waren en hoe de communisten nadien een zelfkritiek maakten. Hetzelfde gebeurde na de Culturele Revolutie die duurde van 1966 tot 1976. Deze campagne wilde door intense debatten binnen de bevolking voorkomen dat de partij zou degenereren zoals dat in die jaren in de Sovjet-Unie gebeurde. Maar ook hier maakte de partij vele en zware fouten die nadien op een grondige manier gekritiseerd werden.Telkens opnieuw probeerden de communisten lessen te trekken uit hun ervaring. Ze gingen vooruit en het land en de bevolking gingen vooruit, maar niet zonder problemen en zonder fouten. De schets van deze geschiedenis is erg interessant, omdat je een beter begrip krijgt van wat er vandaag in China gebeurt en omdat je kennismaakt met de problemen op het terrein en zo merkt dat het niet gemakkelijk is die problemen in een wip en een draai op te lossen.
Grote realisaties, maar ook grote problemen
De auteur gaat de problemen en gevaren van vandaag evenmin uit de weg. In het derde en vierde hoofdstuk beschrijft hij de economische hervormingen sinds 1978. De sociale vooruitgang is voor de gemiddelde Chinees fenomenaal. Peter Franssen: “In 1978 is het Chinese bruto nationaal product (de rijkdom die geproduceerd wordt) per hoofd van de bevolking even groot als in India, de eveneens erg volkrijke buur. Vandaag bedraagt het Chinese bruto nationaal product per hoofd van de bevolking het dubbele van het Indiase. In China kan 91 procent van de bevolking lezen en schrijven. In India 65 procent. In China gaat 98 procent van de kinderen tussen 6 en 12 jaar naar school. In India 50 procent.”Dat neemt niet weg dat er scherpe problemen zijn zoals het dure onderwijs, de dure gezondheidszorg, de grote verschillen in ontwikkeling tussen stad en platteland, het grote overschot aan arbeidskrachten in de landbouw, de milieuverloedering, de dikwijls erg onrechtvaardige behandeling van de 150 miljoen binnenlandse migranten - dat zijn mensen die van het platteland wegtrekken om in de industriezones te gaan werken. Op ieder van die terreinen beschrijft de auteur de gerealiseerde vooruitgang maar ook de soms erg hardnekkige problemen en hoe de Communistische Partij die wil aanpakken... en soms faalt. Hij maakt een schets van de economische verhoudingen: één derde van de ondernemingen is in staatshanden, één derde is privé en één derde is een mengvorm van de twee. Hij zegt dat de communisten zo heel wat kapitalistische elementen toelaten zoals de buitenlandse multinationals en de vele privébedrijven. Vanuit hun standpunt is dat begrijpelijk, schrijft de auteur, maar er duiken dan wel ernstige gevaren op. De analyse daarvan en de beschrijving van hoe de Chinezen die gevaren ervaren, zijn verhelderend.Dit nummer van Marxistische Studies doet nadenken over de manier waarop wij China bekijken. Deze teksten zijn een erg nuttige bijdrage tot het debat over China. Voor wie wil weten wat er in dat immense land gebeurt, is dit nummer een must.
Wednesday, 27 June 2007
Palestina • Vredesactivist Aqel Taqaz: burgeroorlog is gepland
Fatah en Hamas begonnen vorige week plots te vechten om de controle over de Gazastrook. De Palestijnse vredesactivist Aqel Taqaz was op dat moment in Brussel. (1)
Aqel Taqaz. Jarenlang hebben de Verenigde Staten en hun bondgenoten in Europa aangedrongen op verkiezingen in ons land. Ook wij wilden onze regering vrij kunnen kiezen. Die verkiezingen hadden plaats onder een verstikkende bezetting die al tientallen jaren duurt. Tien jaar lang hadden onderhandelingen met Israël en altijd nieuwe toegevingen niets positiefs opgeleverd. Daarom kozen de Palestijnen voor verandering en kon Hamas de verkiezingen winnen. Maar het Westen dat zo op verkiezingen had aangedrongen, weigerde de keuze van de Palestijnen te aanvaarden.
En toen zijn de problemen nog groter geworden?
Aqel Taqaz. Vanaf de eerste dag van de Hamas-regering kwam er een economische boycot. We werden compleet afgesneden van de buitenwereld, en kregen geen hulp meer. Geen enkel land durfde tegen de Verenigde Staten in te gaan.
Een scherpe economische crisis, dus…
Aqel Taqaz. Het embargo maakt het leven van de Palestijnen nog schrijnender… We worden bezet, onder embargo geplaatst, gebombardeerd, vermoord... De Palestijnen krijgen hun lonen niet uitbetaald. Israël valt nog elke dag onze steden en dorpen binnen. Ze vermoorden onze mensen in koelen bloede. Hoe kunnen de Palestijnen dan hun hoop stellen in vredesonderhandelingen met Israël? Met wie zouden we vrede moeten sluiten? Er is geen perspectief. De mensen verliezen alle hoop. De VS en Israël willen eigenlijk geen oplossing voor het Palestijnse probleem. Ze duwen de mensen naar extremisme.
Ze willen chaos?
Aqel Taqaz. De VS willen deze gecontroleerde chaos, ja! Verdeel en heers. Net zoals ze chaos creëerden in Irak, omdat ze denken op die manier Irak onder controle te kunnen houden. Ook in Libanon kan dergelijke toestand ontstaan. En in Palestina groeit nu een gelijkaardige situatie. Die zou de bezetting door Israël moeten rechtvaardigen… Het maakt allemaal deel uit van het Amerikaanse plan voor een ‘Groot Midden-Oosten’ onder VS-controle.
Kan de vredesbeweging hier iets doen?
Aqel Taqaz. Misschien kunnen massale boodschappen aan de president, de eerste minister, het parlement, de verschillende partijen en in de eerste plaats Fatah en Hamas, helpen om duidelijk te maken dat deze broederstrijd moet stoppen… Twee gewapende fracties vechten om de macht... Maar welke macht? Heel het Palestijnse volk leeft onder een bezetting. Wat kunnen we winnen door onder elkaar te beginnen vechten?Alle problemen die zich vandaag voordoen, draaien uiteindelijk om één basisprobleem: de bezetting. We hopen dat onze vrienden in Europa dat nooit zullen vergeten. Zolang de bezetting duurt, zolang de Palestijnen niet zelf over hun toekomst kunnen beslissen, kan er geen vrede zijn.
1 Aqel Taqaz is voorzitter van de Palestinian Council for Peace and Development (PCPD). Hij was in Brussel voor de secretariaatsvergadering van de Wereldvredesraad, een internationale organisatie van anti-imperialistische vredesorganisaties.
Anonieme Amerikaanse diplomaat: “I like this violence”
De VN-gezant voor het Midden-Oosten, Alvaro De Soto, schreef begin mei, toen zijn missie van twee jaar erop zat, een vertrouwelijk rapport. De Britse krant The Guardian publiceerde het op zijn website1. De Soto kritiseert scherp de westerse boycot sinds de verkiezingsoverwinning van Hamas in januari 2006. Die had tot gevolg dat “de fundamenten van een toekomstige Palestijnse staat ernstig werden ondermijnd”, en “de capaciteit van het veiligheidsapparaat om te zorgen voor recht en orde enorm is afgenomen”. De diplomaat steekt een beschuldigende vinger uit naar de Verenigde Staten: “De VS stuurden duidelijk aan op een confrontatie tussen Fatah en Hamas”, schrijft hij over de periode februari 2006 - maart 2007. De Soto citeert een VS-gezant die over de toenmalige gevechten tussen Fatah en Hamas in Gaza zei: “Ik hou van dit geweld, want dat betekent dat andere Palestijnen weerstand bieden tegen Hamas”.(BDB)
Aqel Taqaz. Jarenlang hebben de Verenigde Staten en hun bondgenoten in Europa aangedrongen op verkiezingen in ons land. Ook wij wilden onze regering vrij kunnen kiezen. Die verkiezingen hadden plaats onder een verstikkende bezetting die al tientallen jaren duurt. Tien jaar lang hadden onderhandelingen met Israël en altijd nieuwe toegevingen niets positiefs opgeleverd. Daarom kozen de Palestijnen voor verandering en kon Hamas de verkiezingen winnen. Maar het Westen dat zo op verkiezingen had aangedrongen, weigerde de keuze van de Palestijnen te aanvaarden.
En toen zijn de problemen nog groter geworden?
Aqel Taqaz. Vanaf de eerste dag van de Hamas-regering kwam er een economische boycot. We werden compleet afgesneden van de buitenwereld, en kregen geen hulp meer. Geen enkel land durfde tegen de Verenigde Staten in te gaan.
Een scherpe economische crisis, dus…
Aqel Taqaz. Het embargo maakt het leven van de Palestijnen nog schrijnender… We worden bezet, onder embargo geplaatst, gebombardeerd, vermoord... De Palestijnen krijgen hun lonen niet uitbetaald. Israël valt nog elke dag onze steden en dorpen binnen. Ze vermoorden onze mensen in koelen bloede. Hoe kunnen de Palestijnen dan hun hoop stellen in vredesonderhandelingen met Israël? Met wie zouden we vrede moeten sluiten? Er is geen perspectief. De mensen verliezen alle hoop. De VS en Israël willen eigenlijk geen oplossing voor het Palestijnse probleem. Ze duwen de mensen naar extremisme.
Ze willen chaos?
Aqel Taqaz. De VS willen deze gecontroleerde chaos, ja! Verdeel en heers. Net zoals ze chaos creëerden in Irak, omdat ze denken op die manier Irak onder controle te kunnen houden. Ook in Libanon kan dergelijke toestand ontstaan. En in Palestina groeit nu een gelijkaardige situatie. Die zou de bezetting door Israël moeten rechtvaardigen… Het maakt allemaal deel uit van het Amerikaanse plan voor een ‘Groot Midden-Oosten’ onder VS-controle.
Kan de vredesbeweging hier iets doen?
Aqel Taqaz. Misschien kunnen massale boodschappen aan de president, de eerste minister, het parlement, de verschillende partijen en in de eerste plaats Fatah en Hamas, helpen om duidelijk te maken dat deze broederstrijd moet stoppen… Twee gewapende fracties vechten om de macht... Maar welke macht? Heel het Palestijnse volk leeft onder een bezetting. Wat kunnen we winnen door onder elkaar te beginnen vechten?Alle problemen die zich vandaag voordoen, draaien uiteindelijk om één basisprobleem: de bezetting. We hopen dat onze vrienden in Europa dat nooit zullen vergeten. Zolang de bezetting duurt, zolang de Palestijnen niet zelf over hun toekomst kunnen beslissen, kan er geen vrede zijn.
1 Aqel Taqaz is voorzitter van de Palestinian Council for Peace and Development (PCPD). Hij was in Brussel voor de secretariaatsvergadering van de Wereldvredesraad, een internationale organisatie van anti-imperialistische vredesorganisaties.
Anonieme Amerikaanse diplomaat: “I like this violence”
De VN-gezant voor het Midden-Oosten, Alvaro De Soto, schreef begin mei, toen zijn missie van twee jaar erop zat, een vertrouwelijk rapport. De Britse krant The Guardian publiceerde het op zijn website1. De Soto kritiseert scherp de westerse boycot sinds de verkiezingsoverwinning van Hamas in januari 2006. Die had tot gevolg dat “de fundamenten van een toekomstige Palestijnse staat ernstig werden ondermijnd”, en “de capaciteit van het veiligheidsapparaat om te zorgen voor recht en orde enorm is afgenomen”. De diplomaat steekt een beschuldigende vinger uit naar de Verenigde Staten: “De VS stuurden duidelijk aan op een confrontatie tussen Fatah en Hamas”, schrijft hij over de periode februari 2006 - maart 2007. De Soto citeert een VS-gezant die over de toenmalige gevechten tussen Fatah en Hamas in Gaza zei: “Ik hou van dit geweld, want dat betekent dat andere Palestijnen weerstand bieden tegen Hamas”.(BDB)
Amerikaans raketschild: Europa wil graantje meepikken
De NAVO-ministers van Defensie vinden het Amerikaanse raketschild een goed idee. Meer zelfs, ze vragen een eigen raketschild voor de NAVO.
Een en ander kwam aan het licht op de bijeenkomst van de NAVO- ministers van Defensie van 15 juni in Brussel. Europa lanceert zich – via de NAVO - in de plannen voor een raketafweer van Washington. De VS-minister van Defensie Gates bevestigde over dit project dat de onderhandelingen tussen Washington, Praag en Warschau voortgaan. Ondanks de protesten uit Moskou geeft de Atlantische Alliantie een stilzwijgende toestemming. In Brussel was er niet één defensieminister van de NAVO die steun gaf aan de eis van Moskou om het Amerikaans plan te “bevriezen”. Ook al is deze militaire opbouw een ernstige stap in een nieuwe wapenwedloop in Europa (zie Solidair 16 mei 2007). Maar de Europese leiders wassen hun handen in onschuld. Zo zegt de Franse NAVO-ambassadeur: “Volgens ons gaat het hier in de eerste plaats om een bilaterale kwestie tussen Washington en enkele Oost-Europese landen”.1
Maar er is méér. De NAVO stemt niet alleen zwijgend toe, ze zet ook het licht op groen voor een haalbaarheidsstudie over een eigen antiraketafweer van de NAVO. Dit schild zou complementair zijn met het Amerikaanse en daaraan gekoppeld worden. Het zou Turkije, Griekenland, Roemenië en Bulgarije beschermen. Dat de bevolkingen van al die landen massaal tegen dergelijke wapensystemen zijn, doet daarbij blijkbaar niet ter zake.
Op enkele maanden tijd is de Europese twijfel over het wapenschild weggesmolten… Allicht ook omdat deze plannen de Europese wapenindustrie nieuwe vette contracten toestoppen. En was de uitbouw van een eigen Europees leger en een eigen Europese defensie niet een van de basisdoelstellingen van de Europese leiders? En… wie zal dat betalen, denkt u?
1 Le Figaro, 16 juni 2007
Een en ander kwam aan het licht op de bijeenkomst van de NAVO- ministers van Defensie van 15 juni in Brussel. Europa lanceert zich – via de NAVO - in de plannen voor een raketafweer van Washington. De VS-minister van Defensie Gates bevestigde over dit project dat de onderhandelingen tussen Washington, Praag en Warschau voortgaan. Ondanks de protesten uit Moskou geeft de Atlantische Alliantie een stilzwijgende toestemming. In Brussel was er niet één defensieminister van de NAVO die steun gaf aan de eis van Moskou om het Amerikaans plan te “bevriezen”. Ook al is deze militaire opbouw een ernstige stap in een nieuwe wapenwedloop in Europa (zie Solidair 16 mei 2007). Maar de Europese leiders wassen hun handen in onschuld. Zo zegt de Franse NAVO-ambassadeur: “Volgens ons gaat het hier in de eerste plaats om een bilaterale kwestie tussen Washington en enkele Oost-Europese landen”.1
Maar er is méér. De NAVO stemt niet alleen zwijgend toe, ze zet ook het licht op groen voor een haalbaarheidsstudie over een eigen antiraketafweer van de NAVO. Dit schild zou complementair zijn met het Amerikaanse en daaraan gekoppeld worden. Het zou Turkije, Griekenland, Roemenië en Bulgarije beschermen. Dat de bevolkingen van al die landen massaal tegen dergelijke wapensystemen zijn, doet daarbij blijkbaar niet ter zake.
Op enkele maanden tijd is de Europese twijfel over het wapenschild weggesmolten… Allicht ook omdat deze plannen de Europese wapenindustrie nieuwe vette contracten toestoppen. En was de uitbouw van een eigen Europees leger en een eigen Europese defensie niet een van de basisdoelstellingen van de Europese leiders? En… wie zal dat betalen, denkt u?
1 Le Figaro, 16 juni 2007
Tuesday, 26 June 2007
Palestina: Kroniek van een aangekondigde explosie
Augustus 2005. Israël trekt zich terug uit Gaza. Sindsdien is dat minuscuul en overbevolkt lapje grond (360 km2, ongeveer een achtste van de provincie Antwerpen; 1,3 miljoen inwoners of ruim 4.000 inwoners per km2) een echt laboratorium geworden voor Israël. De bezetter had al de volledige infrastructuur vernield (zee- en luchthaven). De inwoners krijgen een embargo dat hen van de rest van de wereld isoleert, ze mogen niet vissen en beschikken over heel weinig landbouwgrond. De overgrote meerderheid is werkloos en leeft onder de armoededrempel.
In twee jaar heeft het Israëlische leger in Gaza meer dan 600 mensen gedood. Met standrechterlijke executies die altijd "verantwoord" worden in naam van de strijd tegen het terrorisme. Nochtans zijn de slachtoffers meestal burgers, vrouwen en kinderen. Het plan van de Israëlische regering was duidelijk: de wereld tonen dat "de Palestijnen niet in staat zijn om zichzelf te besturen en dat een Palestijnse staat dus niet opportuun is".
25 januari 2006. Hamas verwerft bij de parlementsverkiezingen een absolute meerderheid. De verkiezingen waren gevraagd door de internationale gemeenschap en verliepen volgens buitenlandse waarnemers volkomen normaal. Toch spreken de VS zich in februari al uit tegen elke hulp aan de Palestijnse Autoriteit (PA). Israël houdt de 50 miljoen dollar achter die het elke maand int voor rekening van de PA.
28 maart 2006. De nieuwe regering van Hamas krijgt het vertrouwen van het parlement. Bush verzet zich onmiddellijk tegen om het even welk contact met ministers of verkozenen van Hamas. Op 29 maart 2006 schort Canada zijn hulp op. Op 10 april beslist ook de Europese Unie haar hulp te stoppen. Dat is een zware tegenslag voor de Palestijnen, want de EU is de grootste geldschieter voor de PA (500 miljoen dollar per jaar). De EU geeft voortaan alleen nog humanitaire hulp.
De 130.000 Palestijnse ambtenaren krijgen geen loon meer. De overheidsstructuren, de gezondheidszorg, het onderwijs ... houden stilaan op met werken of werken met veel vertraging. De situatie in de Palestijnse gebieden gaat er snel op achteruit. Er doen zich gewapende conflicten voor tussen milities van Hamas en van Fatah, de partij van president Mahmoud Abbas (die de verkiezingen van januari 2006 verloren had).
9 februari 2007. Hamas en Fatah tekenen de akkoorden van Mekka in Saudi-Arabië. Ze komen overeen een regering van nationale eenheid te vormen in de hoop dat de internationale hulp dan weer op gang komt. De regering-Bush reageert zeer teleurgesteld. Zij wil geen enkel compromis met Hamas. De EU herstelt evenmin haar betrekkingen noch haar hulp.
De VS bezorgen Fatah wapens om tegen Hamas te vechten. De situatie blijft achteruitgaan, tot het conflict in Gaza begin deze maand uitbreekt. Politieke partijen die in deze burgeroorlog onpartijdig zijn gebleven, burgers en ngo's eisen de stopzetting van alle gevechten, het herstel van de eenheid en respect voor het pluralisme.
In twee jaar heeft het Israëlische leger in Gaza meer dan 600 mensen gedood. Met standrechterlijke executies die altijd "verantwoord" worden in naam van de strijd tegen het terrorisme. Nochtans zijn de slachtoffers meestal burgers, vrouwen en kinderen. Het plan van de Israëlische regering was duidelijk: de wereld tonen dat "de Palestijnen niet in staat zijn om zichzelf te besturen en dat een Palestijnse staat dus niet opportuun is".
25 januari 2006. Hamas verwerft bij de parlementsverkiezingen een absolute meerderheid. De verkiezingen waren gevraagd door de internationale gemeenschap en verliepen volgens buitenlandse waarnemers volkomen normaal. Toch spreken de VS zich in februari al uit tegen elke hulp aan de Palestijnse Autoriteit (PA). Israël houdt de 50 miljoen dollar achter die het elke maand int voor rekening van de PA.
28 maart 2006. De nieuwe regering van Hamas krijgt het vertrouwen van het parlement. Bush verzet zich onmiddellijk tegen om het even welk contact met ministers of verkozenen van Hamas. Op 29 maart 2006 schort Canada zijn hulp op. Op 10 april beslist ook de Europese Unie haar hulp te stoppen. Dat is een zware tegenslag voor de Palestijnen, want de EU is de grootste geldschieter voor de PA (500 miljoen dollar per jaar). De EU geeft voortaan alleen nog humanitaire hulp.
De 130.000 Palestijnse ambtenaren krijgen geen loon meer. De overheidsstructuren, de gezondheidszorg, het onderwijs ... houden stilaan op met werken of werken met veel vertraging. De situatie in de Palestijnse gebieden gaat er snel op achteruit. Er doen zich gewapende conflicten voor tussen milities van Hamas en van Fatah, de partij van president Mahmoud Abbas (die de verkiezingen van januari 2006 verloren had).
9 februari 2007. Hamas en Fatah tekenen de akkoorden van Mekka in Saudi-Arabië. Ze komen overeen een regering van nationale eenheid te vormen in de hoop dat de internationale hulp dan weer op gang komt. De regering-Bush reageert zeer teleurgesteld. Zij wil geen enkel compromis met Hamas. De EU herstelt evenmin haar betrekkingen noch haar hulp.
De VS bezorgen Fatah wapens om tegen Hamas te vechten. De situatie blijft achteruitgaan, tot het conflict in Gaza begin deze maand uitbreekt. Politieke partijen die in deze burgeroorlog onpartijdig zijn gebleven, burgers en ngo's eisen de stopzetting van alle gevechten, het herstel van de eenheid en respect voor het pluralisme.
Wednesday, 20 June 2007
Venezuela : President lanceert goedkopere volkscomputers
De Venezolaanse regering kondigde vorige week aan dat hun "Bolivariaanse Computers" klaar zijn.
De nieuwe machines werden aan het publiek getoond in de Venezolaanse deelstaat Falcon, waar ook de fabriek VIT staat. Er zijn vier verschillende modellen, die in Venezuela worden geproduceerd met Chinese technologie. VIT (Venezuela de Industria Technologica) is een joint venture van het Chinese bedrijf Lang Chao en het Venezolaanse Ministerie van de Lichte Industrie en Handel. De fabriek zal een productiecapaciteit hebben van 150.000 eenheden. De productie werd eind 2006 opgestart, en de eerste 1.619 eenheden werden verdeeld onder studenten huisartsgeneeskunde.
De Venezolaanse President Hugo Chavez beloofde in oktober vorig jaar een PC aan elk van de 11.000 studenten in het tweede jaar van deze vernieuwde opleiding. Hij is nu gestart met het inlossen van deze belofte. In dit eerste jaar zullen er 80.000 desktops en 6.000 laptops gemaakt worden. "De prijs van een gelijkaardig product van andere merken is 930 dollar. Deze hier kost 690 dollar, en is dus bijna 40% goedkoper", stelde Chavez bij de voorstelling. "Bovendien geven we 3 jaar garantie waar andere merken slechts één jaar garantie geven".
De nieuwe computers zullen draaien op het "open-source" Linux operating system en zullen eerst gebruikt worden binnen de sociale programma's ("missiones") van de regering en binnen de staatsbedrijven en administratie. Ondertussen wordt ook een massale verkoop voorbereid in Venezuela en de rest van Latijns-Amerika.
Op basis van Chris Carlson, Venezuelanalysis, 2 juni 2007
De nieuwe machines werden aan het publiek getoond in de Venezolaanse deelstaat Falcon, waar ook de fabriek VIT staat. Er zijn vier verschillende modellen, die in Venezuela worden geproduceerd met Chinese technologie. VIT (Venezuela de Industria Technologica) is een joint venture van het Chinese bedrijf Lang Chao en het Venezolaanse Ministerie van de Lichte Industrie en Handel. De fabriek zal een productiecapaciteit hebben van 150.000 eenheden. De productie werd eind 2006 opgestart, en de eerste 1.619 eenheden werden verdeeld onder studenten huisartsgeneeskunde.
De Venezolaanse President Hugo Chavez beloofde in oktober vorig jaar een PC aan elk van de 11.000 studenten in het tweede jaar van deze vernieuwde opleiding. Hij is nu gestart met het inlossen van deze belofte. In dit eerste jaar zullen er 80.000 desktops en 6.000 laptops gemaakt worden. "De prijs van een gelijkaardig product van andere merken is 930 dollar. Deze hier kost 690 dollar, en is dus bijna 40% goedkoper", stelde Chavez bij de voorstelling. "Bovendien geven we 3 jaar garantie waar andere merken slechts één jaar garantie geven".
De nieuwe computers zullen draaien op het "open-source" Linux operating system en zullen eerst gebruikt worden binnen de sociale programma's ("missiones") van de regering en binnen de staatsbedrijven en administratie. Ondertussen wordt ook een massale verkoop voorbereid in Venezuela en de rest van Latijns-Amerika.
Op basis van Chris Carlson, Venezuelanalysis, 2 juni 2007
Wednesday, 6 June 2007
Venezuela : Legt Chavez persvrijheid aan banden?
Eind mei verviel de uitzendvergunning van Venezuelas grootste televisienetwerk RCTV. President Hugo Chavez weigerde ze te verlengen.
Als argument voor het niet verlengen van de uitzendvergunning geeft Chavez de deelname aan de staatsgreep in april 2002, en een hele reeks andere inbreuken op de uitzendwetgeving. Die inbreuken hadden trouwens ook al plaats vóór Chavez president was. Ook vroegere presidenten hebben RCTV geregeld uit de ether gehaald of tijdelijk gesloten. Hoewel de zendvergunning via nationale golffrequenties is stopgezet, is er voor RCTV geen beperking om uit te zenden via de kabel en via satelliet. Ook de radiozenders van RCTV kunnen gewoon doorgaan.
Media steunden gewelddadige staatsgreep
In april 2002 werd een staatsgreep gepleegd tegen president Hugo Chavez. Die was georganiseerd door de lokale elite, met steun van de CIA. Er vielen minstens 18 doden. President Chavez werd gekidnapt en twee dagen gevangen gehouden, tot een volksopstand de steun van het leger kreeg, en Chavez terug aan de macht bracht. De staatstelevisiezender werd uit de ether gehaald, terwijl de vier privé-zenders allemaal de staatsgreep steunden: ze riepen op tot confrontatie, feliciteerden "dictator-voor-twee-dagen" Pedro Carmona, en weigerden ook maar één beeld uit te zenden van de massale volksopstand die de terugkeer van Chavez eiste. Tijdens de staatsgreep zei vice-admiraal Ramirez Perez die de staatsgreep mee opzette op televisie: "We hadden een dodelijk wapen: de media". 1
Ook mensenrechtenorganisatie 'Human Rights Watch' schreef toen: "Verre van juiste en exacte informatie te verspreiden, proberen de media het volksongenoegen en een radicale oppositie tegen de regering te provoceren".2
Hoe lang zou VTM mogen blijven uitzenden als zij openlijk een gewelddadige poging tot staatsgreep (inclusief kidnapping van premier Verhofstadt of de koning) zouden steunen in België?
We zijn nu vijf jaar later. Geen enkele van die zenders werd ondertussen gesloten of gehinderd. Er werden geen journalisten gevangen gezet of zelfs maar beschuldigd van wat dan ook. De Chavez regering onderhandelde een akkoord met elk van de zenders, om een herhaling van dergelijke antidemocratische houding en van verdere grove verdraaiingen van de feiten te voorkomen.
Maar eind mei 2007 verliep de uitzendvergunning van RCTV. President Chavez besloot ze niet te verlengen. Hij wil de zendfrequentie gebruiken voor een participatief nationaal televisiekanaal. De zendvergunning wordt doorgegeven aan een nieuwe openbare zender. Bedoeling is om programma's en reportages van onafhankelijke televisiemakers uit te zenden. De zender wordt niet door de staat overgenomen, maar geleid door een vzw waarin slechts één regeringsvertegenwoordiger zit.
Miljonairsfamilie
De Venezolaanse minister van Buitenlandse Zaken, Nicolás Maduro, verklaarde dat het beter was de tv- en radiokanalen te democratiseren in plaats van ze in handen te laten van een miljonairsfamilie die de zendvergunning enkel gebruikt om de geesten van de mensen te bewerken. Hij voegde eraan toe dat vandaag nog steeds 95% van de tv-stations, 94% van de radio-omroepen, en 98% van de Venezolaanse kranten in handen zijn van privé-bedrijven.3
Het opzeggen van de uitzendvergunning werd door de pro-Amerikaanse oppositie aangegrepen om Hugo Chavez te beschuldigen van "inbreuken op de persvrijheid" en zelfs "een misdaad tegen het internationaal recht". Aan enkele universiteiten en in middenklasse wijken organiseerden enkele duizenden jongeren gewelddadige protesten. Nadat er massaal vernielingen werden aangericht, dreef de politie de betogingen uiteen met het waterkanon. De politie moest niet alleen stenen en flessen incasseren, maar werd ook beschoten. Elf politiemannen raakten gewond. Deze protesten herinneren aan eerdere acties van de pro-Amerikaanse oppositie die zich met alle mogelijke middelen verzet tegen het beleid van president Chavez. Vorige zaterdag (2 juni) werd Caracas, de hoofdstad, dan weer overspoeld door een betoging van honderdduizenden mensen die steun kwamen betuigen aan hun president.
1 Voor meer informatie over de staatsgreep of over de media in Venezuela, zie:Venezuela, anti-imperialisme en socialisme. Marxistische studies nr 77, p11-76. 2 Human Rights News, le 9 octobre 2002 3 http://www.debateabierto.net/
Explosie van lokale media 1
Sinds Hugo Chavez, na de mislukte staatsgreep, opnieuw president werd (op 13 april 2002) is er een explosie geweest van het aantal lokale radio's. In 2002 waren er 13 lokale radio's met licentie. In juni 2005 waren dat er 170. Naast die 170 erkende radio's zijn er zeker nog 300 die geen officiële papieren hebben. Ze werden opgericht door organisaties in de volkswijken, inheemse groepen in het Amazonegebied, of boeren uit het Andesgebergte.2
In 1999 keurde de Nationale Assemblee een "wet over de telecommunicatie goed". Die opende nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling van lokale media. In het begin kwam die beweging van lokaal media-activisme slechts geleidelijk op gang. Met een wet op de "Regulering van de wijkradio en televisie" in 2002 werd deze evolutie versneld. Om aanhoudende problemen met de slecht functionerende staatsstructuren beter aan te gaan organiseerden de activisten zich uiteindelijk in een "Nationale Vereniging van Alternatieve en Lokale Media" (ANMCLA). Steeds meer lokale radio's verbonden zich met de groeiende wijkbeweging. Ook enkele televisiestations - zoals Catia-TV (in het stadsdistrict met dezelfde naam) - werden geboren.3
Ironisch genoeg beschuldigden de grote mediabedrijven deze lokale radio's - die zwaar moesten knokken om een goedkeuring te krijgen - ervan staatsradio's te zijn. El Universal schreef bvb op 26 juni 2005 over de wijkradio's als "media van de staat" die worden "ingeschakeld voor propaganda en politiek proselitisme (bekeringsijver, nvdr.)". Maar deze lokale media zijn zéér gevoelig over hun autonomie. Ze staan vooral ten dienste van de lokale noden. Ze schrikken er ook helemaal niet voor terug om de regering te bekritiseren op tekortkomingen of concrete problemen van corruptie aan te klagen. In dat opzicht spelen ze een rol in de politieke discussie en als waakhond.
1 Venezuela, anti-imperialisme en socialisme. Marxistische studies nr 77, p11-76.
2 Sujatha Fernandes. Growing Movement of Community Radio in Venezuela. ZNet, Dec 26, 2005. (www.venezuelanalysis.com/articles.php?artno=1637)
3 Catia TVe Collective. Catia TVe, Television From, By and For the People. 19/07/06.
Als argument voor het niet verlengen van de uitzendvergunning geeft Chavez de deelname aan de staatsgreep in april 2002, en een hele reeks andere inbreuken op de uitzendwetgeving. Die inbreuken hadden trouwens ook al plaats vóór Chavez president was. Ook vroegere presidenten hebben RCTV geregeld uit de ether gehaald of tijdelijk gesloten. Hoewel de zendvergunning via nationale golffrequenties is stopgezet, is er voor RCTV geen beperking om uit te zenden via de kabel en via satelliet. Ook de radiozenders van RCTV kunnen gewoon doorgaan.
Media steunden gewelddadige staatsgreep
In april 2002 werd een staatsgreep gepleegd tegen president Hugo Chavez. Die was georganiseerd door de lokale elite, met steun van de CIA. Er vielen minstens 18 doden. President Chavez werd gekidnapt en twee dagen gevangen gehouden, tot een volksopstand de steun van het leger kreeg, en Chavez terug aan de macht bracht. De staatstelevisiezender werd uit de ether gehaald, terwijl de vier privé-zenders allemaal de staatsgreep steunden: ze riepen op tot confrontatie, feliciteerden "dictator-voor-twee-dagen" Pedro Carmona, en weigerden ook maar één beeld uit te zenden van de massale volksopstand die de terugkeer van Chavez eiste. Tijdens de staatsgreep zei vice-admiraal Ramirez Perez die de staatsgreep mee opzette op televisie: "We hadden een dodelijk wapen: de media". 1
Ook mensenrechtenorganisatie 'Human Rights Watch' schreef toen: "Verre van juiste en exacte informatie te verspreiden, proberen de media het volksongenoegen en een radicale oppositie tegen de regering te provoceren".2
Hoe lang zou VTM mogen blijven uitzenden als zij openlijk een gewelddadige poging tot staatsgreep (inclusief kidnapping van premier Verhofstadt of de koning) zouden steunen in België?
We zijn nu vijf jaar later. Geen enkele van die zenders werd ondertussen gesloten of gehinderd. Er werden geen journalisten gevangen gezet of zelfs maar beschuldigd van wat dan ook. De Chavez regering onderhandelde een akkoord met elk van de zenders, om een herhaling van dergelijke antidemocratische houding en van verdere grove verdraaiingen van de feiten te voorkomen.
Maar eind mei 2007 verliep de uitzendvergunning van RCTV. President Chavez besloot ze niet te verlengen. Hij wil de zendfrequentie gebruiken voor een participatief nationaal televisiekanaal. De zendvergunning wordt doorgegeven aan een nieuwe openbare zender. Bedoeling is om programma's en reportages van onafhankelijke televisiemakers uit te zenden. De zender wordt niet door de staat overgenomen, maar geleid door een vzw waarin slechts één regeringsvertegenwoordiger zit.
Miljonairsfamilie
De Venezolaanse minister van Buitenlandse Zaken, Nicolás Maduro, verklaarde dat het beter was de tv- en radiokanalen te democratiseren in plaats van ze in handen te laten van een miljonairsfamilie die de zendvergunning enkel gebruikt om de geesten van de mensen te bewerken. Hij voegde eraan toe dat vandaag nog steeds 95% van de tv-stations, 94% van de radio-omroepen, en 98% van de Venezolaanse kranten in handen zijn van privé-bedrijven.3
Het opzeggen van de uitzendvergunning werd door de pro-Amerikaanse oppositie aangegrepen om Hugo Chavez te beschuldigen van "inbreuken op de persvrijheid" en zelfs "een misdaad tegen het internationaal recht". Aan enkele universiteiten en in middenklasse wijken organiseerden enkele duizenden jongeren gewelddadige protesten. Nadat er massaal vernielingen werden aangericht, dreef de politie de betogingen uiteen met het waterkanon. De politie moest niet alleen stenen en flessen incasseren, maar werd ook beschoten. Elf politiemannen raakten gewond. Deze protesten herinneren aan eerdere acties van de pro-Amerikaanse oppositie die zich met alle mogelijke middelen verzet tegen het beleid van president Chavez. Vorige zaterdag (2 juni) werd Caracas, de hoofdstad, dan weer overspoeld door een betoging van honderdduizenden mensen die steun kwamen betuigen aan hun president.
1 Voor meer informatie over de staatsgreep of over de media in Venezuela, zie:Venezuela, anti-imperialisme en socialisme. Marxistische studies nr 77, p11-76. 2 Human Rights News, le 9 octobre 2002 3 http://www.debateabierto.net/
Explosie van lokale media 1
Sinds Hugo Chavez, na de mislukte staatsgreep, opnieuw president werd (op 13 april 2002) is er een explosie geweest van het aantal lokale radio's. In 2002 waren er 13 lokale radio's met licentie. In juni 2005 waren dat er 170. Naast die 170 erkende radio's zijn er zeker nog 300 die geen officiële papieren hebben. Ze werden opgericht door organisaties in de volkswijken, inheemse groepen in het Amazonegebied, of boeren uit het Andesgebergte.2
In 1999 keurde de Nationale Assemblee een "wet over de telecommunicatie goed". Die opende nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling van lokale media. In het begin kwam die beweging van lokaal media-activisme slechts geleidelijk op gang. Met een wet op de "Regulering van de wijkradio en televisie" in 2002 werd deze evolutie versneld. Om aanhoudende problemen met de slecht functionerende staatsstructuren beter aan te gaan organiseerden de activisten zich uiteindelijk in een "Nationale Vereniging van Alternatieve en Lokale Media" (ANMCLA). Steeds meer lokale radio's verbonden zich met de groeiende wijkbeweging. Ook enkele televisiestations - zoals Catia-TV (in het stadsdistrict met dezelfde naam) - werden geboren.3
Ironisch genoeg beschuldigden de grote mediabedrijven deze lokale radio's - die zwaar moesten knokken om een goedkeuring te krijgen - ervan staatsradio's te zijn. El Universal schreef bvb op 26 juni 2005 over de wijkradio's als "media van de staat" die worden "ingeschakeld voor propaganda en politiek proselitisme (bekeringsijver, nvdr.)". Maar deze lokale media zijn zéér gevoelig over hun autonomie. Ze staan vooral ten dienste van de lokale noden. Ze schrikken er ook helemaal niet voor terug om de regering te bekritiseren op tekortkomingen of concrete problemen van corruptie aan te klagen. In dat opzicht spelen ze een rol in de politieke discussie en als waakhond.
1 Venezuela, anti-imperialisme en socialisme. Marxistische studies nr 77, p11-76.
2 Sujatha Fernandes. Growing Movement of Community Radio in Venezuela. ZNet, Dec 26, 2005. (www.venezuelanalysis.com/articles.php?artno=1637)
3 Catia TVe Collective. Catia TVe, Television From, By and For the People. 19/07/06.
Subscribe to:
Posts (Atom)