Afghanistan wordt bezet door 31.000 NAVO-soldaten uit 37 landen. 300 van hen zijn Belgen. Dit jaar sneuvelden al 41 soldaten
Sinds 2002 moeten de Belgen de veiligheid van de luchthaven van Kaboel verzekeren. Zij patrouilleren er dag en nacht. Maar niemand van hen kan de luchthaven verlaten, wegens te gevaarlijk. "Dat weegt enorm op het moreel. Je moet de hele tijd alert zijn, maar dat is heel vermoeiend", zegt commandant Louis Ditherville. "De jongens lopen op de toppen van hun zenuwen. Het gevaar is nergens en overal".
Afghanistan is intussen al vijf jaar bezet, maar voor de gewone Afghaan heeft die bezetting geen verbetering gebracht. Hoewel het verzet aanvankelijk bijna uitsluitend een zaak was van aanhangers van het vroegere Talibanregime, hebben vele andere groepen zich daar nu bij aangesloten. De spanning blijft dan ook groeien, vooral sinds deze zomer. Tijdens een offensief tegen de opstandelingen in het zuiden van het land zijn in juli van dit jaar minstens 1.000 doden gevallen, onder wie ook heel wat NAVO-soldaten: "Met minstens een dode om de twee, drie dagen, hangen de vlaggen al twee à drie maanden de hele tijd halfstok".
Het aantal aanvallen op de bezettingstroepen stijgt. De NAVO voerde haar patrouilles in Kaboel en omstreken op tot 40 à 70 per dag. Ook bij de Belgen neemt de spanning toe. Op 3 september werden drie raketten afgevuurd op de luchthaven vanuit de nabije bergen van Kuh-e-Khvaje-Rawast Ghar.
De Belgische regering heeft alle reden om haar deelname aan de bezetting van Afghanistan te herzien. Na de eerste gesneuvelde Canadese soldaten is in Canada een brede antioorlogsbeweging in opbouw om de terugtrekking van de troepen te eisen. Laten we er hier niet mee wachten tot ook de eerste Belgische soldaten sneuvelen. (Citaten uit Le Soir)
Publication list - PUBLIC HEALTH
De Vos P, García A, Alvarez A, Rodríguez A, Bonet M, Van der Stuyft P (2012) Public health services, an essential determinant of health during crisis. Lessons from Cuba, 1989-2000. Trop. Med. Int. Health 17: 469-479.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
Publicaties in Cubaanse medische tijdschriften
Álvares Pérez AG, Alegret Rodríguez M, Gonzálvez IPL, Leyva León Á, Rodríguez Salvá A, Bonet Gorbea M, et al. Diferenciales de salud y una aproximación mediante el empleo dell coeficiente de Gini y el índice de concentración en las provincias cubanas, 2002-2008. Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(2):202-17.
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Publicatielijst - Europa - Internationaal - Vrede
De Vos P, Houben H. Is demondialisering het nieuwe grote linkse alternatief? Marxistische Studies 99, IMAST, Brussel, 2012.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Wednesday, 29 November 2006
Wednesday, 22 November 2006
China : Westerse bedrijven lusten nieuwe arbeidswet niet
In China is een nieuwe arbeidswet in de maak. De Amerikaanse en Europese bedrijven dreigen met tegenmaatregelen. We spraken erover met China-kenner Peter Franssen.
Wat staat er in die wet?
Peter Franssen. De wet zegt dat patroon en vakbond op gelijke voet moeten onderhandelen over collectieve arbeidsovereenkomsten. Bij aanwerving van een arbeider mag de proefperiode maximum één maand duren, daarna moet hij een vast contract krijgen. Collectief ontslag kan niet zonder toelating van de vakbond. Er komt een strikte controle op de naleving van de al bestaande arbeidswetgeving zoals de 44-urige werkweek, de vijfdagenweek, het minimumloon, de betaling van overuren. Inbreuken op de wet worden financieel beboet en kunnen de patroon een fikse gevangenisstraf kosten.
Hoe reageren de patroons?
Peter Franssen. De Amerikaanse en West-Europese patroons die in China geïnvesteerd hebben zeggen dat de wet “de traditionele waarden van het bedrijfsleven in gevaar brengt”, waarmee bedoeld wordt dat de patroons een groot stuk van hun beslissingsmacht verliezen. Ze proberen ook te chanteren. Keyong Wu van de Britse Kamer van Koophandel zegt letterlijk: “Wij zijn naar China gekomen omwille van de lage loonkost en de flexibiliteit. Als die er niet meer zijn, gaan we naar India, Pakistan of Bangladesh.”
Wat vinden de Chinezen van die chantage?
Peter Franssen. Ze blijven rustig en kalm. De Chinezen zullen wellicht in de wet hier en daar een komma veranderen maar niet de essentie. Op het einde van de jaren ‘70, toen de Chinezen hun hervormingspolitiek begonnen, stonden ze in een ondergeschikte positie. Ze hadden de investeerders uit de Verenigde Staten, Japan en West-Europa broodnodig. Ze konden niet zonder dat kapitaal, de technologie en de managementtechnieken, zoniet zouden ze hopeloos achterop blijven. Maar de toestand is nu evenwichtiger geworden.
De Franse groep Alstom heeft in oktober een contract gesloten met een Chinese staatsfirma voor de bouw van 500 supermoderne locomotieven die vol zitten met spitstechnologie. De directie van Alstom zegt: het zal niet lang meer duren of we worden uit China gebonjourd en China zal in plaats van een invoerder een uitvoerder worden van de modernste locomotieven. Maar: “We hebben geen keuze. Als we geen overdracht van spitstechnologie doen, kunnen we geen contract met China afsluiten.”
China is vorige maand de massaproductie opgestart van computers met een eigengemaakte processor die evengoed is als de modernste processor uit Japan of de Verenigde Staten. De Chinese computers zullen 100 euro kosten. Dat is één achtste van de computers die bij ons in de winkel liggen! De Chinezen hebben de technologie aangeleerd door goed te kijken hoe de buitenlandse investeerders hun technologie ontwikkelden.
China koopt nu alle grote passagiersvliegtuigen bij het Europese Airbus en het Amerikaanse Boeing. Maar in 2008 zullen de eerste Chinese passagiersvliegtuigen in productie genomen worden.
De Chinezen kunnen nu zelf voorwaarden stellen aan de buitenlandse investeerders. Ze kunnen nog niet alles doordrukken wat ze zouden willen maar hun positie wordt wel steeds sterker. De Russische revolutionair Lenin zei ooit: “De buitenlandse kapitalisten doen alles voor geld. Ze willen ons zelfs het touw verkopen waarmee we hen zullen opknopen.” Wat zich de voorbije jaren in China afspeelt is daar een treffend voorbeeld van.
Is de nieuwe wet toch niet een teken dat de bestaande sociale wetgeving onvoldoende is?
Peter Franssen. De bestaande wetgeving gaat veel minder ver en is moeilijk afdwingbaar. Maar de Chinezen zijn er zich ook van bewust dat ze fouten hebben gemaakt. Ze zijn in de jaren ‘80 en ‘90 soms eenzijdig geweest. Toen richtten ze al hun aandacht op de groei van de economie en de stijging van het levensniveau. Ze hadden te weinig aandacht voor de werkomstandigheden, zeker voor de grote groep van binnenlandse migranten. Dat zijn boeren die naar de steden trekken om in de industrie te werken. Ze zijn met 150 miljoen – dat is één vijfde van de werkende bevolking. Meer dan de helft van hen moet tegen zijn wil overuren kloppen die meestal niet of te weinig betaald worden. Meer dan de helft van hen werkt zes dagen per week. Hun inkomen ligt lager dan dat van andere arbeiders. “Als de nieuwe arbeidswet in voege treedt en als hij ook afgedwongen wordt in de praktijk, zullen de lonen van de migranten met minstens de helft stijgen,” zegt Anita Chan, een specialiste arbeidsverhoudingen aan de Australische Nationale Universiteit.
Om de fouten uit het verleden recht te trekken, doet de regering een beroep op de arbeiders en de bedienden zelf. Ze heeft de nieuwe wet eerst voorgelegd aan de bevolking met de vraag: wat vinden jullie daarvan? Er kwamen 190.000 mails en brieven binnen met voorstellen. Het parlement is die nu aan het bestuderen. Dat is een vorm van mobilisatie van de mensen. De overheid wil de arbeiders nieuwe wettelijke middelen in handen geven én hen aanmoedigen ze ook te gebruiken.
Dat zal zonder de vakbond toch niet gaan...
Peter Franssen. Dit jaar heeft de vakbond al 6 miljoen nieuwe leden gemaakt – voor het overgrote deel onder de migranten. De vakbond is er een paar maanden geleden in geslaagd afdelingen op te richten in alle 62 vestigingen van de Amerikaanse winkelketen Wal-Mart. Dat is straffe kost want Wal-Mart laat nergens ter wereld vakbonden toe, ook niet in de Verenigde Staten zelf. Over de manier waarop dat gebeurde, inclusief de ondergrondse manier van werken die de vakbond heeft moeten gebruiken om zover te komen, lees je tientallen artikels in de Chinese pers. Ook over de uitbuiting van de migranten, over achterstallig loon, over onhygiënische en onveilige omstandigheden in de fabrieken en de mijnen, over gedwongen overuren... Met getuigenissen, reportages, foto’s. En steeds opnieuw lees je tussen de lijnen hoe de arbeiders opgeroepen worden de patroons te verplichten de wet na te leven.
Wat staat er in die wet?
Peter Franssen. De wet zegt dat patroon en vakbond op gelijke voet moeten onderhandelen over collectieve arbeidsovereenkomsten. Bij aanwerving van een arbeider mag de proefperiode maximum één maand duren, daarna moet hij een vast contract krijgen. Collectief ontslag kan niet zonder toelating van de vakbond. Er komt een strikte controle op de naleving van de al bestaande arbeidswetgeving zoals de 44-urige werkweek, de vijfdagenweek, het minimumloon, de betaling van overuren. Inbreuken op de wet worden financieel beboet en kunnen de patroon een fikse gevangenisstraf kosten.
Hoe reageren de patroons?
Peter Franssen. De Amerikaanse en West-Europese patroons die in China geïnvesteerd hebben zeggen dat de wet “de traditionele waarden van het bedrijfsleven in gevaar brengt”, waarmee bedoeld wordt dat de patroons een groot stuk van hun beslissingsmacht verliezen. Ze proberen ook te chanteren. Keyong Wu van de Britse Kamer van Koophandel zegt letterlijk: “Wij zijn naar China gekomen omwille van de lage loonkost en de flexibiliteit. Als die er niet meer zijn, gaan we naar India, Pakistan of Bangladesh.”
Wat vinden de Chinezen van die chantage?
Peter Franssen. Ze blijven rustig en kalm. De Chinezen zullen wellicht in de wet hier en daar een komma veranderen maar niet de essentie. Op het einde van de jaren ‘70, toen de Chinezen hun hervormingspolitiek begonnen, stonden ze in een ondergeschikte positie. Ze hadden de investeerders uit de Verenigde Staten, Japan en West-Europa broodnodig. Ze konden niet zonder dat kapitaal, de technologie en de managementtechnieken, zoniet zouden ze hopeloos achterop blijven. Maar de toestand is nu evenwichtiger geworden.
De Franse groep Alstom heeft in oktober een contract gesloten met een Chinese staatsfirma voor de bouw van 500 supermoderne locomotieven die vol zitten met spitstechnologie. De directie van Alstom zegt: het zal niet lang meer duren of we worden uit China gebonjourd en China zal in plaats van een invoerder een uitvoerder worden van de modernste locomotieven. Maar: “We hebben geen keuze. Als we geen overdracht van spitstechnologie doen, kunnen we geen contract met China afsluiten.”
China is vorige maand de massaproductie opgestart van computers met een eigengemaakte processor die evengoed is als de modernste processor uit Japan of de Verenigde Staten. De Chinese computers zullen 100 euro kosten. Dat is één achtste van de computers die bij ons in de winkel liggen! De Chinezen hebben de technologie aangeleerd door goed te kijken hoe de buitenlandse investeerders hun technologie ontwikkelden.
China koopt nu alle grote passagiersvliegtuigen bij het Europese Airbus en het Amerikaanse Boeing. Maar in 2008 zullen de eerste Chinese passagiersvliegtuigen in productie genomen worden.
De Chinezen kunnen nu zelf voorwaarden stellen aan de buitenlandse investeerders. Ze kunnen nog niet alles doordrukken wat ze zouden willen maar hun positie wordt wel steeds sterker. De Russische revolutionair Lenin zei ooit: “De buitenlandse kapitalisten doen alles voor geld. Ze willen ons zelfs het touw verkopen waarmee we hen zullen opknopen.” Wat zich de voorbije jaren in China afspeelt is daar een treffend voorbeeld van.
Is de nieuwe wet toch niet een teken dat de bestaande sociale wetgeving onvoldoende is?
Peter Franssen. De bestaande wetgeving gaat veel minder ver en is moeilijk afdwingbaar. Maar de Chinezen zijn er zich ook van bewust dat ze fouten hebben gemaakt. Ze zijn in de jaren ‘80 en ‘90 soms eenzijdig geweest. Toen richtten ze al hun aandacht op de groei van de economie en de stijging van het levensniveau. Ze hadden te weinig aandacht voor de werkomstandigheden, zeker voor de grote groep van binnenlandse migranten. Dat zijn boeren die naar de steden trekken om in de industrie te werken. Ze zijn met 150 miljoen – dat is één vijfde van de werkende bevolking. Meer dan de helft van hen moet tegen zijn wil overuren kloppen die meestal niet of te weinig betaald worden. Meer dan de helft van hen werkt zes dagen per week. Hun inkomen ligt lager dan dat van andere arbeiders. “Als de nieuwe arbeidswet in voege treedt en als hij ook afgedwongen wordt in de praktijk, zullen de lonen van de migranten met minstens de helft stijgen,” zegt Anita Chan, een specialiste arbeidsverhoudingen aan de Australische Nationale Universiteit.
Om de fouten uit het verleden recht te trekken, doet de regering een beroep op de arbeiders en de bedienden zelf. Ze heeft de nieuwe wet eerst voorgelegd aan de bevolking met de vraag: wat vinden jullie daarvan? Er kwamen 190.000 mails en brieven binnen met voorstellen. Het parlement is die nu aan het bestuderen. Dat is een vorm van mobilisatie van de mensen. De overheid wil de arbeiders nieuwe wettelijke middelen in handen geven én hen aanmoedigen ze ook te gebruiken.
Dat zal zonder de vakbond toch niet gaan...
Peter Franssen. Dit jaar heeft de vakbond al 6 miljoen nieuwe leden gemaakt – voor het overgrote deel onder de migranten. De vakbond is er een paar maanden geleden in geslaagd afdelingen op te richten in alle 62 vestigingen van de Amerikaanse winkelketen Wal-Mart. Dat is straffe kost want Wal-Mart laat nergens ter wereld vakbonden toe, ook niet in de Verenigde Staten zelf. Over de manier waarop dat gebeurde, inclusief de ondergrondse manier van werken die de vakbond heeft moeten gebruiken om zover te komen, lees je tientallen artikels in de Chinese pers. Ook over de uitbuiting van de migranten, over achterstallig loon, over onhygiënische en onveilige omstandigheden in de fabrieken en de mijnen, over gedwongen overuren... Met getuigenissen, reportages, foto’s. En steeds opnieuw lees je tussen de lijnen hoe de arbeiders opgeroepen worden de patroons te verplichten de wet na te leven.
Wednesday, 15 November 2006
Verenigde Staten: verkiezingen werden referendum tegen de oorlog in Irak
Waar heel de wereld op hoopte in 2004, is op 7 november 2006 dan toch gebeurd. De Amerikaanse kiezers hebben president Bush afgestraft.
Voor het eerst in twaalf jaar heroverden de Democraten de meerderheid in de Kamer van Afgevaardigden van het Amerikaanse Congres. Ook in de Senaat haalden ze een nipte meerderheid. Toch hoeft de Democratische partij niet al te luid victorie kraaien. Bill Schneider, politiek analist van CNN, stelde dat de kiezers niet eens de namen kenden van de Democraten voor wie ze stemden. “Ik ga Democraat stemmen, want ik ben tegen Bush, ik ben tegen die oorlog. Ik wil dat duidelijk laten blijken”1, klonk het bij sommige kiezers.
Een zesde van de mensen dat in 2004 Bush als president verkoos, keerde hem nu de rug toe. De Washington Times schreef dat “er ook bij de Republikeinse basis een duidelijke teleurstelling was over de niet gegrepen kansen, over de enorme tekorten op de begroting, aanvallen op de burgervrijheden, de falende sociale maatregelen en de oorlog. Dit was in wezen een referendum tegen de oorlog en de president.”2
De balans van die oorlog is dan ook nog nooit zo duidelijk geweest. Bush maakte enkele weken voor de verkiezingen zelfs de vergelijking met Vietnam, al wou hij nog niet toegeven dat de oorlog in Irak op een nederlaag afstevent3. Er sneuvelden al 2.845 Amerikaanse soldaten en werden er meer dan 21.000 gewond, naast de 655.000 dodelijke slachtoffers bij de Irakezen4. Bovendien heeft de oorlog in Irak tot vandaag al 273 miljard euro gekost. Dit is elke dag 213 miljoen euro of het equivalent van duizend nieuwe huizen. En dat in een land waar het aantal daklozen blijft toenemen en waar miljoenen mensen in armoede leven.
1. www.informationclearinghouse.info • 2. Washington Times, 11/8/2006 • 3. ABC-news, 25/10 • 4. www.Lancet.com
Politieke elite verdeeld
De Democraten hebben in beide VS-parlementen een meerderheid veroverd. Wat betekent dat voor de bezetting van Irak?
De Amerikaanse oorlogspolitiek van Bush zit in een impasse. Zelfs bij de Republikeinen zijn er heel wat die de president rauw lusten.“Iemand moet de tiran van het Witte Huis dit toch eens duidelijk maken: nog één blunder en hij wordt afgezet, veroordeeld en overgebracht naar het Oorlogstribunaal in Den Haag”, aldus Paul Craig Roberts, onder Reagan - de Republikeinse president uit de jaren ’80 - nog viceminister van Financiën, dus bepaald geen linkse jongen.
Een en ander toont de verdeeldheid van de Amerikaanse politieke klasse over de te volgen politiek in Irak. Ook bij de Democraten is er onenigheid. Howard Dean en Hilary Clinton verklaarden openlijk niet te zullen aandringen op een terugtrekking uit Irak. John Kerry sprak zelfs over het verhogen van het aantal troepen, terwijl de Democratische fractieleidster Nancy Pelosi vorige week meldde dat de Amerikanen spoedig moeten terugkeren uit Irak.
Nu een openlijke kolonisatie niet langer mogelijk blijkt, wint ‘plan B’ alleszins aanhang: een verdeel- en heerspolitiek die het land decennialang in instabiliteit zal storten. Daarbij hopen de VS dan toch (groten)deels hun controle over de regio – en haar olie – te kunnen behouden. “Irak zal in drie stukken uiteenvallen: in het noorden kunnen de Koerden zich verenigen met de Turkse Koerden, in het zuiden kunnen sjiieten kiezen voor eenzelfde islamitisch regime als in Iran”, zei Roberts. “De soennieten zullen in het midden geïsoleerd zijn zonder olie”
Hoe dan ook, voor de antioorlogsbeweging in de VS, en in Europa, is de verkiezingsnederlaag van Bush een uitnodiging om haar mobilisatie te versterken. Tot de buitenlandse troepen zich terugtrekken en Irak aan de Irakezen laten.
Voor het eerst in twaalf jaar heroverden de Democraten de meerderheid in de Kamer van Afgevaardigden van het Amerikaanse Congres. Ook in de Senaat haalden ze een nipte meerderheid. Toch hoeft de Democratische partij niet al te luid victorie kraaien. Bill Schneider, politiek analist van CNN, stelde dat de kiezers niet eens de namen kenden van de Democraten voor wie ze stemden. “Ik ga Democraat stemmen, want ik ben tegen Bush, ik ben tegen die oorlog. Ik wil dat duidelijk laten blijken”1, klonk het bij sommige kiezers.
Een zesde van de mensen dat in 2004 Bush als president verkoos, keerde hem nu de rug toe. De Washington Times schreef dat “er ook bij de Republikeinse basis een duidelijke teleurstelling was over de niet gegrepen kansen, over de enorme tekorten op de begroting, aanvallen op de burgervrijheden, de falende sociale maatregelen en de oorlog. Dit was in wezen een referendum tegen de oorlog en de president.”2
De balans van die oorlog is dan ook nog nooit zo duidelijk geweest. Bush maakte enkele weken voor de verkiezingen zelfs de vergelijking met Vietnam, al wou hij nog niet toegeven dat de oorlog in Irak op een nederlaag afstevent3. Er sneuvelden al 2.845 Amerikaanse soldaten en werden er meer dan 21.000 gewond, naast de 655.000 dodelijke slachtoffers bij de Irakezen4. Bovendien heeft de oorlog in Irak tot vandaag al 273 miljard euro gekost. Dit is elke dag 213 miljoen euro of het equivalent van duizend nieuwe huizen. En dat in een land waar het aantal daklozen blijft toenemen en waar miljoenen mensen in armoede leven.
1. www.informationclearinghouse.info • 2. Washington Times, 11/8/2006 • 3. ABC-news, 25/10 • 4. www.Lancet.com
Politieke elite verdeeld
De Democraten hebben in beide VS-parlementen een meerderheid veroverd. Wat betekent dat voor de bezetting van Irak?
De Amerikaanse oorlogspolitiek van Bush zit in een impasse. Zelfs bij de Republikeinen zijn er heel wat die de president rauw lusten.“Iemand moet de tiran van het Witte Huis dit toch eens duidelijk maken: nog één blunder en hij wordt afgezet, veroordeeld en overgebracht naar het Oorlogstribunaal in Den Haag”, aldus Paul Craig Roberts, onder Reagan - de Republikeinse president uit de jaren ’80 - nog viceminister van Financiën, dus bepaald geen linkse jongen.
Een en ander toont de verdeeldheid van de Amerikaanse politieke klasse over de te volgen politiek in Irak. Ook bij de Democraten is er onenigheid. Howard Dean en Hilary Clinton verklaarden openlijk niet te zullen aandringen op een terugtrekking uit Irak. John Kerry sprak zelfs over het verhogen van het aantal troepen, terwijl de Democratische fractieleidster Nancy Pelosi vorige week meldde dat de Amerikanen spoedig moeten terugkeren uit Irak.
Nu een openlijke kolonisatie niet langer mogelijk blijkt, wint ‘plan B’ alleszins aanhang: een verdeel- en heerspolitiek die het land decennialang in instabiliteit zal storten. Daarbij hopen de VS dan toch (groten)deels hun controle over de regio – en haar olie – te kunnen behouden. “Irak zal in drie stukken uiteenvallen: in het noorden kunnen de Koerden zich verenigen met de Turkse Koerden, in het zuiden kunnen sjiieten kiezen voor eenzelfde islamitisch regime als in Iran”, zei Roberts. “De soennieten zullen in het midden geïsoleerd zijn zonder olie”
Hoe dan ook, voor de antioorlogsbeweging in de VS, en in Europa, is de verkiezingsnederlaag van Bush een uitnodiging om haar mobilisatie te versterken. Tot de buitenlandse troepen zich terugtrekken en Irak aan de Irakezen laten.
Robert Gates, opvolger van Rumsfeld
Ex-CIA-topman Robert Gates vervangt Donald Rumsfeld als Minister van Defensie na de Republikeinse verkiezingsnederlaag. Een verandering?
Robert Gates (66) is een ‘Boy Scout of America’. Hij schopte het bij die organisatie zelfs tot de hoogste rang van ‘Eagle Scout’. Een vriendelijke padvinder met hoge aaibaarheidsfactor? Niet helemaal. Gates werkte meer dan 26 jaar voor de CIA, de organisatie die onder andere dictator Pinochet aan de macht hielp in Chili. De man was ook actief voor de nationale veiligheidsraad NSC en werkte als veiligheidsadviseur voor vijf presidenten van verschillende partijen.
In 1985 werd Gates er zelfs van beschuldigd een complot te hebben opgezet om de KGB de moordpoging op paus Johannes-Paulus II in 1981 in de schoenen te schuiven. In 1987 greep hij naast de post van CIA-directeur omdat hij in opspraak was gekomen in verband met de Iran-Contra affaire. Daarin hadden de VS, ondanks een openlijk conflict met het Iran van ayatollah Khomeiny, in het geheim massa’s wapens verkocht aan dat land. De opbrengst diende om de Contra’s te steunen, die met terreur- en sabotagedaden het sandinistische regime in Nicaragua bevochten. Het was slechts uitstel voor Gates. In 1991 werd hij toch de grote baas van de CIA. Dat bleef hij tot in 1993.
Na 11 september werd Gates de eerste baas van het ‘Department of Homeland Security’ dat werd opgericht na 11 september 2001. Hij bouwde er een reputatie op inzake de afbraak van de democratische rechten in de Verenigde Staten. Tot zijn benoeming als Defensieminister was Gates ook rector van de Texas A&M Universiteit, maar vooral ook lid van de ‘Studie Groep over Irak’ (ISG). De ISG, ook gekend als de Baker-Commissie (naar de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, nvdr), is aangesteld op 15 maart 2006 om een uitweg te zoeken voor de VS in Irak. Het eindrapport zou pas vrijgegeven worden na de voorbije verkiezingen van 7 november, maar een aantal conclusies lekten al uit. Er wordt in vage termen gesproken over een gefaseerde terugtrekking van een deel van de Amerikaanse soldaten en een directe dialoog met Syrië en Iran. De aanstelling van Gates geeft aan dat de conclusies van de Commissie de leidraad kunnen worden van de Amerikaanse Irakpolitiek.
Of de wereld veiliger wordt na Rumsfeld, valt af te wachten. Maar zijn opvolger is in ieder geval geen doetje.
Robert Gates (66) is een ‘Boy Scout of America’. Hij schopte het bij die organisatie zelfs tot de hoogste rang van ‘Eagle Scout’. Een vriendelijke padvinder met hoge aaibaarheidsfactor? Niet helemaal. Gates werkte meer dan 26 jaar voor de CIA, de organisatie die onder andere dictator Pinochet aan de macht hielp in Chili. De man was ook actief voor de nationale veiligheidsraad NSC en werkte als veiligheidsadviseur voor vijf presidenten van verschillende partijen.
In 1985 werd Gates er zelfs van beschuldigd een complot te hebben opgezet om de KGB de moordpoging op paus Johannes-Paulus II in 1981 in de schoenen te schuiven. In 1987 greep hij naast de post van CIA-directeur omdat hij in opspraak was gekomen in verband met de Iran-Contra affaire. Daarin hadden de VS, ondanks een openlijk conflict met het Iran van ayatollah Khomeiny, in het geheim massa’s wapens verkocht aan dat land. De opbrengst diende om de Contra’s te steunen, die met terreur- en sabotagedaden het sandinistische regime in Nicaragua bevochten. Het was slechts uitstel voor Gates. In 1991 werd hij toch de grote baas van de CIA. Dat bleef hij tot in 1993.
Na 11 september werd Gates de eerste baas van het ‘Department of Homeland Security’ dat werd opgericht na 11 september 2001. Hij bouwde er een reputatie op inzake de afbraak van de democratische rechten in de Verenigde Staten. Tot zijn benoeming als Defensieminister was Gates ook rector van de Texas A&M Universiteit, maar vooral ook lid van de ‘Studie Groep over Irak’ (ISG). De ISG, ook gekend als de Baker-Commissie (naar de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, nvdr), is aangesteld op 15 maart 2006 om een uitweg te zoeken voor de VS in Irak. Het eindrapport zou pas vrijgegeven worden na de voorbije verkiezingen van 7 november, maar een aantal conclusies lekten al uit. Er wordt in vage termen gesproken over een gefaseerde terugtrekking van een deel van de Amerikaanse soldaten en een directe dialoog met Syrië en Iran. De aanstelling van Gates geeft aan dat de conclusies van de Commissie de leidraad kunnen worden van de Amerikaanse Irakpolitiek.
Of de wereld veiliger wordt na Rumsfeld, valt af te wachten. Maar zijn opvolger is in ieder geval geen doetje.
Nicaragua - Daniel Ortega: de nieuwe oude president
Wie is de man die zich na drie verloren verkiezingen opnieuw president van Nicaragua mag noemen?
1962. Daniel Ortega vat zijn rechtenstudies aan in Managua en sluit zich even later aan bij het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN), dat strijdt tegen de dictatuur van Somoza. Vijf jaar later wordt hij, als lid van de nationale leiding van het FSLN, gevangengezet. Pas in december 1974 komt hij vrij, na een actie van het FSLN waarbij ministers en diplomaten worden gegijzeld.
In 1979 wordt Somoza verdreven door een volksopstand onder leiding van de Sandinisten. Hun revolutie kan in de jaren ’80 rekenen op steun van progressieven over de hele wereld. Ortega wordt president en wint de verkiezingen van 1984. Maar het FSLN is niet opgewassen tegen de economische blokkade, sabotage en permanente agressie van de Verenigde Staten, die vrezen dat Nicaragua een springplank zal vormen voor het communisme in Latijns-Amerika. Daarom steunen ze met alle middelen de oppositie tegen het FSLN, de terroristische Contra’s.
In 1990 lijdt Ortega een verkiezingsnederlaag, Nicaragua wordt weer gewoon een arm derdewereldland. Ook in de twee daarop volgende presidentsverkiezingen staat Ortega in het verliezende kamp. Op 5 november, vorige week dus, wordt hij wél verkozen, met 38% van de stemmen. Aangezien hij meer dan 5% voorsprong heeft op zijn dichtste tegenstander (29%) is hij rechtstreeks verkozen in de eerste ronde.
Hoe links is het FSLN nog?
Begin de jaren ‘90 splitst de Sandinistische beweging in het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN) en de Sandinistische Herstelbeweging (MRS). Met een oud-ambtenaar van de Inter-Amerikaanse Bank (gelieerd met de Wereldbank) als presidentskandidaat, haalt de MRS bij de laatste verkiezingen slechts 6% van de stemmen.
Het FSLN van Ortega daarentegen kan wél rekenen op een brede steun onder de bevolking. Het Front heeft dan ook een uitgesproken links regeringsprogramma, met onder andere het pleidooi voor sterkere banden met Venezuela en Cuba. Wat natuurlijk lijnrecht tegenover de Amerikaanse dominantiepolitiek in de regio gaat.
Toch heeft het FSLN veel van zijn pluimen verloren. Bijvoorbeeld door de corruptie van verschillende van zijn huidige leiders. Maar ook door het afsluiten van bizarre politieke allianties. Ortega’s verzoening met de kerkelijke hiërarchie deed hem zelfs uiterst conservatieve standpunten innemen, bijvoorbeeld over abortus. De vrouwenbeweging in Nicaragua beschouwt Ortega als een onverbeterlijke macho. Om die reputatie af te werpen, beloofde hij dat 50% van de ministers, vice-ministers, ambassadeurs en directeurs van staatbedrijven vrouwen zullen zijn.
1962. Daniel Ortega vat zijn rechtenstudies aan in Managua en sluit zich even later aan bij het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN), dat strijdt tegen de dictatuur van Somoza. Vijf jaar later wordt hij, als lid van de nationale leiding van het FSLN, gevangengezet. Pas in december 1974 komt hij vrij, na een actie van het FSLN waarbij ministers en diplomaten worden gegijzeld.
In 1979 wordt Somoza verdreven door een volksopstand onder leiding van de Sandinisten. Hun revolutie kan in de jaren ’80 rekenen op steun van progressieven over de hele wereld. Ortega wordt president en wint de verkiezingen van 1984. Maar het FSLN is niet opgewassen tegen de economische blokkade, sabotage en permanente agressie van de Verenigde Staten, die vrezen dat Nicaragua een springplank zal vormen voor het communisme in Latijns-Amerika. Daarom steunen ze met alle middelen de oppositie tegen het FSLN, de terroristische Contra’s.
In 1990 lijdt Ortega een verkiezingsnederlaag, Nicaragua wordt weer gewoon een arm derdewereldland. Ook in de twee daarop volgende presidentsverkiezingen staat Ortega in het verliezende kamp. Op 5 november, vorige week dus, wordt hij wél verkozen, met 38% van de stemmen. Aangezien hij meer dan 5% voorsprong heeft op zijn dichtste tegenstander (29%) is hij rechtstreeks verkozen in de eerste ronde.
Hoe links is het FSLN nog?
Begin de jaren ‘90 splitst de Sandinistische beweging in het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront (FSLN) en de Sandinistische Herstelbeweging (MRS). Met een oud-ambtenaar van de Inter-Amerikaanse Bank (gelieerd met de Wereldbank) als presidentskandidaat, haalt de MRS bij de laatste verkiezingen slechts 6% van de stemmen.
Het FSLN van Ortega daarentegen kan wél rekenen op een brede steun onder de bevolking. Het Front heeft dan ook een uitgesproken links regeringsprogramma, met onder andere het pleidooi voor sterkere banden met Venezuela en Cuba. Wat natuurlijk lijnrecht tegenover de Amerikaanse dominantiepolitiek in de regio gaat.
Toch heeft het FSLN veel van zijn pluimen verloren. Bijvoorbeeld door de corruptie van verschillende van zijn huidige leiders. Maar ook door het afsluiten van bizarre politieke allianties. Ortega’s verzoening met de kerkelijke hiërarchie deed hem zelfs uiterst conservatieve standpunten innemen, bijvoorbeeld over abortus. De vrouwenbeweging in Nicaragua beschouwt Ortega als een onverbeterlijke macho. Om die reputatie af te werpen, beloofde hij dat 50% van de ministers, vice-ministers, ambassadeurs en directeurs van staatbedrijven vrouwen zullen zijn.
Wednesday, 8 November 2006
Geweld in Irak : Politie betrokken bij misdaad en massamoord
De Amerikaanse bezetting van Irak is nu meer dan 3,5 jaar aan de gang. Volgens het medisch vakblad The Lancet vielen er al 655.000 doden.
Op 12 oktober laat het medisch weekblad The Lancet weten dat al 655.000 Irakezen omkwamen door de Amerikaanse invasie en bezetting. Andere publicaties wijzen aan dat de helft van de kinderen ondervoed is. 70% van de kindersterften vindt zijn oorzaak in gemakkelijk te behandelen ziektes zoals diarree en longontsteking. Van de 34.000 artsen die in Irak werkten vóór de oorlog, zijn er 12.000 het land ontvlucht en 2.000 van hen zijn vermoord.
De Amerikaanse Speciale Inspecteur Generaal voor Iraakse Heropbouw schrijft in een recent rapport dat nog slechts 32% van de Irakezen toegang heeft tot drinkbaar water. Gemiddeld is er in Bagdad maar 2,4 uur per dag elektriciteit, terwijl dat vóór de oorlog, ondanks het embargo, 16 tot 24 uur per dag was. “Het Amerikaanse Irak-beleid is een ‘complete mislukking’. Irak is er momenteel slechter aan toe dan onder dictator Saddam Hoessein”, zegt de Zweedse diplomaat Hans Blix, die voor de oorlog aan het hoofd stond van het VN-inspectieteam in Irak.1 Wie de feiten kent kan Blix alleen maar gelijk geven.2 Geen wonder dat een overgrote meerderheid van de Irakezen wil dat de Amerikanen zo snel mogelijk opkrassen.
Regering houdt politie hand boven het hoofd
Elke maand worden in Irak honderden mensen ontvoerd en vermoord. Gaat het om afrekeningen tussen religieuze groepen? De Amerikaanse ngo Human Rights Watch (HRW) wijst de schuldigen aan: “Er is afdoende bewijs dat de Iraakse politie betrokken is bij deze vreselijke misdaden, maar tot dusver houdt de regering haar de hand boven het hoofd”, zegt Sarah Whitson, directeur van de Midden-Oostenafdeling van HRW.3
In de herfst van 2004 gebeurde een doorlichting van het ministerie van Binnenlandse Zaken door buitenlandse adviseurs. Hun conclusie was dat 20.000 à 30.000 politiemannen “niet geschikt” waren voor hun job. Maar ze werden niet ontslagen. “Vandaag weten we dat de politie een belangrijke bron is van de geweldmisdaden in het land”, stelt Whitson.
Naast de politie worden ook de privé- bewakingsdiensten, de “Facilities Protection Service” (FPS) dikwijls beschuldigd van moorden en aanslagen. De Washington Post beschrijft hoe die FPS vandaag is uitgegroeid “tot een omvang die kan wedijveren met het Amerikaans leger in Irak.” 4 De FPS nemen vooral taken op in opdracht van de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Ze zijn getraind en worden ongetwijfeld nog steeds gefinancierd via geheime regeringscontracten.5 6
Het BRussell’s Tribunal voert samen met andere vredesorganisaties een wereldwijde campagne om de brutale moorden van de doodseskaders te doen stoppen. Meer info over deze moorden en over de campagne is te vinden op de website www.brusselstribunal.org.
1 De Morgen, 27/10/2006 • 2 Robert Dobrow, 26 oktober. Geciteerd in Workers World, 2 november. • 3 Human Rights Watch, Oktober 29, 2006. www.hrw.org • Ellen Knickmeyer OFFICIAL: GUARD FORCE IS BEHIND DEATH SQUADS Washington Post October 14, 2006. Page A18 http://www. washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2006/10/13/ AR2006101301447.html • 5• www.ufppc.org/content/ view/5187/2/ • 6• Concrete voorbeelden op http://indexresearch. blogspot.com/2006/05/iraq-security-companiesand- training.html
Op 12 oktober laat het medisch weekblad The Lancet weten dat al 655.000 Irakezen omkwamen door de Amerikaanse invasie en bezetting. Andere publicaties wijzen aan dat de helft van de kinderen ondervoed is. 70% van de kindersterften vindt zijn oorzaak in gemakkelijk te behandelen ziektes zoals diarree en longontsteking. Van de 34.000 artsen die in Irak werkten vóór de oorlog, zijn er 12.000 het land ontvlucht en 2.000 van hen zijn vermoord.
De Amerikaanse Speciale Inspecteur Generaal voor Iraakse Heropbouw schrijft in een recent rapport dat nog slechts 32% van de Irakezen toegang heeft tot drinkbaar water. Gemiddeld is er in Bagdad maar 2,4 uur per dag elektriciteit, terwijl dat vóór de oorlog, ondanks het embargo, 16 tot 24 uur per dag was. “Het Amerikaanse Irak-beleid is een ‘complete mislukking’. Irak is er momenteel slechter aan toe dan onder dictator Saddam Hoessein”, zegt de Zweedse diplomaat Hans Blix, die voor de oorlog aan het hoofd stond van het VN-inspectieteam in Irak.1 Wie de feiten kent kan Blix alleen maar gelijk geven.2 Geen wonder dat een overgrote meerderheid van de Irakezen wil dat de Amerikanen zo snel mogelijk opkrassen.
Regering houdt politie hand boven het hoofd
Elke maand worden in Irak honderden mensen ontvoerd en vermoord. Gaat het om afrekeningen tussen religieuze groepen? De Amerikaanse ngo Human Rights Watch (HRW) wijst de schuldigen aan: “Er is afdoende bewijs dat de Iraakse politie betrokken is bij deze vreselijke misdaden, maar tot dusver houdt de regering haar de hand boven het hoofd”, zegt Sarah Whitson, directeur van de Midden-Oostenafdeling van HRW.3
In de herfst van 2004 gebeurde een doorlichting van het ministerie van Binnenlandse Zaken door buitenlandse adviseurs. Hun conclusie was dat 20.000 à 30.000 politiemannen “niet geschikt” waren voor hun job. Maar ze werden niet ontslagen. “Vandaag weten we dat de politie een belangrijke bron is van de geweldmisdaden in het land”, stelt Whitson.
Naast de politie worden ook de privé- bewakingsdiensten, de “Facilities Protection Service” (FPS) dikwijls beschuldigd van moorden en aanslagen. De Washington Post beschrijft hoe die FPS vandaag is uitgegroeid “tot een omvang die kan wedijveren met het Amerikaans leger in Irak.” 4 De FPS nemen vooral taken op in opdracht van de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Ze zijn getraind en worden ongetwijfeld nog steeds gefinancierd via geheime regeringscontracten.5 6
Het BRussell’s Tribunal voert samen met andere vredesorganisaties een wereldwijde campagne om de brutale moorden van de doodseskaders te doen stoppen. Meer info over deze moorden en over de campagne is te vinden op de website www.brusselstribunal.org.
1 De Morgen, 27/10/2006 • 2 Robert Dobrow, 26 oktober. Geciteerd in Workers World, 2 november. • 3 Human Rights Watch, Oktober 29, 2006. www.hrw.org • Ellen Knickmeyer OFFICIAL: GUARD FORCE IS BEHIND DEATH SQUADS Washington Post October 14, 2006. Page A18 http://www. washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2006/10/13/ AR2006101301447.html • 5• www.ufppc.org/content/ view/5187/2/ • 6• Concrete voorbeelden op http://indexresearch. blogspot.com/2006/05/iraq-security-companiesand- training.html
Irak: Tussen chaos en verzet
Volgens onze media is er in Irak vooral chaos en burgeroorlog. En toch is het verzet goed georganiseerd, zo zeggen ernstige rapporten.
Alle aanslagen in Irak krijgen al gauw het etiket ‘terroristisch’ of ‘fundamentalistisch’, maar ernstige rapporten, zoals dat gepubliceerd door de International Crisis Group in februari 2006, vertellen heel wat anders. De ICG is een internationale ‘think tank’ waartoe onder andere ex EU-commissaris Christopher Patten en multimiljonair George Soros behoren, samen met onze ‘eigen’ Marc Eyskens. De ICG schrijft dat het verzet “betrouwbaarder, beter georganiseerd, gecoördineerd en informatieveilig is geworden. “In de loop der jaren hebben zij erkende, degelijke en stabiele communicatiekanalen ontwikkeld”. Het rapport bevestigt dat de opstandelingen “heel efficiënt tewerk gaan in het zoeken van nieuwe rekruten en het winnen van een brede sympathie onder hun doelpubliek.” Een laatste opvallende opmerking: “Het verzet schat zijn overwinningskans steeds optimistischer in.”2
Salah al Mukhtar, die dicht bij het verzet staat, bevestigt dat het verzet niet alleen uitgestrekte regio’s controleert, maar ook grote delen van Bagdad.3 En ook William Caldwell, de woordvoerder van de VS-troepen in Bagdad, erkent in The Los Angeles Times: “Er is duidelijk een goed overwogen inspanning geleverd om te mikken op de soldaten van de coalitie en de Iraakse politie”. Van de 104 Amerikaanse soldaten die sneuvelden in de maand oktober, stierven er minstens 43 in Bagdad. “Een indicatie voor de toegenomen slagkracht van het verzet in de hoofdstad”, voegt de LAT eraan toe.
1 www.crisisgroup.org • 2 International Crisis Group. Middle East Report N°50 . 15 February 2006 (Het volledige rapport is te vinden op www.crisisgroup.org) • 3 robertdreyfuss.com • 4 Los Angeles Times, 1 November
Alle aanslagen in Irak krijgen al gauw het etiket ‘terroristisch’ of ‘fundamentalistisch’, maar ernstige rapporten, zoals dat gepubliceerd door de International Crisis Group in februari 2006, vertellen heel wat anders. De ICG is een internationale ‘think tank’ waartoe onder andere ex EU-commissaris Christopher Patten en multimiljonair George Soros behoren, samen met onze ‘eigen’ Marc Eyskens. De ICG schrijft dat het verzet “betrouwbaarder, beter georganiseerd, gecoördineerd en informatieveilig is geworden. “In de loop der jaren hebben zij erkende, degelijke en stabiele communicatiekanalen ontwikkeld”. Het rapport bevestigt dat de opstandelingen “heel efficiënt tewerk gaan in het zoeken van nieuwe rekruten en het winnen van een brede sympathie onder hun doelpubliek.” Een laatste opvallende opmerking: “Het verzet schat zijn overwinningskans steeds optimistischer in.”2
Salah al Mukhtar, die dicht bij het verzet staat, bevestigt dat het verzet niet alleen uitgestrekte regio’s controleert, maar ook grote delen van Bagdad.3 En ook William Caldwell, de woordvoerder van de VS-troepen in Bagdad, erkent in The Los Angeles Times: “Er is duidelijk een goed overwogen inspanning geleverd om te mikken op de soldaten van de coalitie en de Iraakse politie”. Van de 104 Amerikaanse soldaten die sneuvelden in de maand oktober, stierven er minstens 43 in Bagdad. “Een indicatie voor de toegenomen slagkracht van het verzet in de hoofdstad”, voegt de LAT eraan toe.
1 www.crisisgroup.org • 2 International Crisis Group. Middle East Report N°50 . 15 February 2006 (Het volledige rapport is te vinden op www.crisisgroup.org) • 3 robertdreyfuss.com • 4 Los Angeles Times, 1 November
Cuba • Economie floreert
De handel tussen Cuba en Venezuela steeg het afgelopen jaar met 42 procent. Een kwart daarvan, zo’n 400 miljoen euro, is een ruil in natura.
Cuba ondersteunt de Venezolaanse sociale programma’s met artsen, leraren en landbouwexperts. Chavez betaalt met een fikse korting op de petroleum.
Daarnaast profiteert de Cubaanse economie ook van de hoge grondstofprijzen. De twee belangrijkste exportproducten, nikkel en suiker, zijn de voorbije jaren fors in prijs gestegen. Nikkel, dat wordt gebruikt in 4 roestvrij staal, werd tussen 2002 en 2006 485 procent duurder. Ook naar suiker is veel vraag. Het wordt gebruikt om ethanol, een alternatieve brandstof, te maken. De suikerprijs verdubbelde tussen begin 2005 en begin 2006.
In 2005 haalde Cuba al een economische groei van 11,8%. Volgens minister van Economie José Luis Rodríguez wordt voor 2006 een gelijkaardig resultaat verwacht. “Het afgelopen jaar was een van de vruchtbaarste jaren in de geschiedenis van de revolutie”, zegt de minister.
En de toekomst ziet er goed uit: midden oktober tekenden Cuba en China een samenwerkingsakkoord voor de uitbouw van een derde biotechnologisch bedrijf, waarbij Cubaanse producten, ontwikkeld door het Centrum voor moleculaire immunologie en het Centrum voor biotechnologie, in China zullen worden geproduceerd. Bovendien is een samenwerking op til met het Indiase staatsbedrijf Oil & Natural Gas. Voor de noord- en westkust van het eiland zouden zich grote olievelden bevinden met een totale inhoud van 1 miljard vaten. Cuba wil nu samen met het Indiase bedrijf de ontginning aanvatten.
Cuba ondersteunt de Venezolaanse sociale programma’s met artsen, leraren en landbouwexperts. Chavez betaalt met een fikse korting op de petroleum.
Daarnaast profiteert de Cubaanse economie ook van de hoge grondstofprijzen. De twee belangrijkste exportproducten, nikkel en suiker, zijn de voorbije jaren fors in prijs gestegen. Nikkel, dat wordt gebruikt in 4 roestvrij staal, werd tussen 2002 en 2006 485 procent duurder. Ook naar suiker is veel vraag. Het wordt gebruikt om ethanol, een alternatieve brandstof, te maken. De suikerprijs verdubbelde tussen begin 2005 en begin 2006.
In 2005 haalde Cuba al een economische groei van 11,8%. Volgens minister van Economie José Luis Rodríguez wordt voor 2006 een gelijkaardig resultaat verwacht. “Het afgelopen jaar was een van de vruchtbaarste jaren in de geschiedenis van de revolutie”, zegt de minister.
En de toekomst ziet er goed uit: midden oktober tekenden Cuba en China een samenwerkingsakkoord voor de uitbouw van een derde biotechnologisch bedrijf, waarbij Cubaanse producten, ontwikkeld door het Centrum voor moleculaire immunologie en het Centrum voor biotechnologie, in China zullen worden geproduceerd. Bovendien is een samenwerking op til met het Indiase staatsbedrijf Oil & Natural Gas. Voor de noord- en westkust van het eiland zouden zich grote olievelden bevinden met een totale inhoud van 1 miljard vaten. Cuba wil nu samen met het Indiase bedrijf de ontginning aanvatten.
Subscribe to:
Posts (Atom)