Binnen enkele dagen neemt de Iraakse regering officieel de macht over van de Amerikaanse bezetter. De kans is groot dat de Navo op hetzelfde ogenblik beslist tussen te komen in Irak.
Peter Franssen en Pol De Vos
Bush denkt zijn probleem in Irak te kunnen oplossen via twee maatregelen. Hij wil de bezetting irakiseren, zoals de Amerikanen de oorlog in Vietnam vietnamiseerden. En hij wil de oorlog en de bezetting nog meer dan nu internationaliseren door de Navo ter hulp te roepen.
Irakiseren wil zeggen: geef de bezetter een Iraakse naam, stel Iraakse troepen samen, vorm een Iraakse politiemacht. Allemaal puppets on a string, maar het maskeert het Amerikaans imperialisme.
Op 30 juni staat de Amerikaanse consul Paul Bremer de macht af aan een Iraakse regering. De Amerikaanse ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken hebben de leden van deze regering zelf aangeduid. De eerste minister staat al 12 jaar op de loonlijst van de CIA. Acht ministers komen uit organisaties die door de Amerikaanse regering gefinancierd en geleid worden. Twee ministers zijn Amerikaans staatsburger. De Iraakse regering kan slechts met Amerikaans fiat wetten uitvaardigen, ze heeft geen controle op de oliecontracten, ze moet toekijken hoe de hele economie in banen geleid wordt die de Amerikanen bepalen, ze heeft geen macht over de 140.000 Amerikaanse en 25.000 andere bezettingstroepen.
De overdracht van de macht is dus een leugen. Voor Frankrijk, Duitsland en België, die zich verzet hebben tegen de oorlog, is de overdracht een schaamlapje. Net zoals de recente resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die de bezetting van Irak wettigde. Het zijn twee alibi's om te kunnen zeggen: nu doen we wel mee.
Vredesbeweging bedrogen
Ze willen meedoen aan een vredesactie. Want zo zal de tussenkomst van de Navo genoemd worden. Op 26 en 27 juni, vlak voor de zogezegde machtsoverdracht in Bagdad, komt het militaire bondgenootschap in vergadering bijeen in het Turkse Istanbul. De kans is groot dat hier beslist zal worden tot een militaire tussenkomst, naar het voorbeeld van de tussenkomst van de Navo in Afghanistan.
De tussenkomst van de Navo wordt al voorbereid sinds eind vorig jaar, toen het duidelijk werd dat de oorlog niet snel voorbij zal zijn. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell polste toen al de leden van de Navo. Zijn conclusie: "Binnen de alliantie is er vooruitgang omtrent dat idee."1 Twee maanden later zei de Amerikaanse ambassadeur bij de Navo Nicholas Burns: "Binnen de alliantie is er een sterke politieke wil om meer te doen in Irak. Nu is het waarschijnlijk nog te vroeg maar in de lente of het begin van de zomer zal het er van komen."2 Wat de twijfelaars het meest hinderde was dat er geen Iraakse regering in functie was en dat de Verenigde Naties zich niet uitgesproken hadden. Beide problemen zijn nu opgelost.
Midden juni hebben Bush, de Franse president Chirac en de Duitse kanselier Schröder afgesproken dat er een eerste stap zal gezet worden door de Navo de training toe te vertrouwen van delen van het Iraakse leger.3 Dat zal gebeuren nadat de pas geïnstalleerde Iraakse regering daartoe gevraagd heeft. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel heeft, nadat dit akkoord binnenskamers bekend werd, gezegd dat België "bereid is mee te helpen aan de training van een politiemacht".
Daarmee zetten Chirac, Schröder en Michel de vredesbeweging voor schut. In de aanloop naar de oorlog, begin 2003, had de vredesbeweging alle hoop gesteld op deze heren. Een hoop die al een brede schaduwkant had want de drie hebben de Amerikanen alle hulp en faciliteiten toegezegd bij het transport van troepen en materiaal over hun grondgebied. Maar toch waren België en Duitsland vorig jaar bereid hun veto te gebruiken tegen de inzet van de Navo. Nu is er daar geen sprake meer van en willen ze meehelpen aan de opbouw van een collaborerend leger en een collaborerende politiemacht. Die beslissing valt precies op het ogenblik dat het karakter van de bezetting en de oorlog voluit getekend is door de folterpraktijken in de Iraakse gevangenissen. En op het ogenblik dat bewezen is dat àlle motieven die Bush en Co aanvoerden om ten oorlog te trekken leugens waren: de massavernietigingswapens en de samenwerking tussen Al Qaeda en Saddam bij de aanslagen van 11 september. Chirac, Schröder en Michel hebben de vredesbeweging bedrogen.
Via de Navo Europa controleren
De inzet van de Navo heeft gevolgen op langere termijn voor de verhouding tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie. In Washington klinkt de roep steeds luider om de tegenstellingen tussen de twee af te zwakken. Hillary Clinton zegt: "Het we-doen-het-wel-op-ons-eentje van deze regering heeft in Irak opvallend gefaald. We moeten terug de internationale bondgenoten en internationale organisaties zoals de Navo inschakelen."4
De inschakeling van de Navo brengt de as Parijs-Berlijn terug onder de Amerikaanse paraplu. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is West-Europa militair afhankelijk van de Verenigde Staten via de Navo. De Navo als instrument bij uitstek van de Amerikaanse hegemonie wordt nu gerehabiliteerd.
Twee factoren staan een steeds grotere Navo-tussenkomst in de weg: het verzet in Irak en het verzet van de vredesbeweging in Europa en de Verenigde Staten. Als beide factoren te sterk zijn, zullen de Europese imperialisten schrik krijgen.
1. Paul Richter, Powell Reports Progress with NATO on Iraq, Los Angeles Times, 5 december 2003 · 2. The Independent Voice of Iraq Today, US says support building for Nato role in Iraq, 9 februari 2004 · 3. Richard Stevenson, Bush Does'nt Expect Nato to Provide Troops to Iraq, The New York Times, 11 juni 2003 · 4. Hillary Clinton, Fighting Terror and the Spread of Weapons of Mass Destruction, toespraak tot het Brookings Institute, 25 februari 2004.
Twee factoren staan een steeds grotere Navo-tussenkomst in de weg: het verzet in Irak en het verzet van de vredesbeweging in Europa en de Verenigde Staten. In Brussel organiseert Stop.USA op 30 juni, om 16u, tegenover de ambassade van de VS een nieuwe manifestatie tegen de Iraakse marionettenregering, tegen de bezetting en tegen de -directe of indirecte - deelname van België en Europa aan deze bezetting.
Manifestatie
Stop.USA organiseert op 30 juni om 16 u aan de Amerikaanse ambassade een manifestatie tegen de Iraakse marionettenregering, tegen de bezetting, en tegen de rechtstreekse of onrechtstreekse deelname eraan van België en Europa.
Veiling voor de kleine Hiba
Vrijdag 2 juli, 19u30, De Markten (Spiegelzaal), Oude Graanmarkt 5, BrusselVeiling sportartikels en solidariteitsmaaltijd ten voordele van de campagne voor het zwaar gekwetste meisje Hiba en andere Iraakse oorlogsslachtoffers.
Judokampioene Gella Vandecaveye is meter van deze campagne van Geneeskunde voor de Derde Wereld. Zij is erin geslaagd attributen te verzamelen van Kim Gevaert, Kim Clijsters, Justine Henin, de Rode Duivels, Anderlecht, Club Brugge, Op www.yezzz.com kan je die artikels bekijken en erop bieden. Op vrijdag 2 juli is er een openbare veiling, met veilingmeester Mon Bernaerts. Daarna volgt een solidariteitsmaaltijd, aan 10 euro (5 euro voor kinderen), waarvoor je best zo snel mogelijk inschrijft via info@g3w.be of 02/209.23.60. Gella en Hiba heten je van harte welkom!
Publication list - PUBLIC HEALTH
De Vos P, García A, Alvarez A, Rodríguez A, Bonet M, Van der Stuyft P (2012) Public health services, an essential determinant of health during crisis. Lessons from Cuba, 1989-2000. Trop. Med. Int. Health 17: 469-479.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
Publicaties in Cubaanse medische tijdschriften
Álvares Pérez AG, Alegret Rodríguez M, Gonzálvez IPL, Leyva León Á, Rodríguez Salvá A, Bonet Gorbea M, et al. Diferenciales de salud y una aproximación mediante el empleo dell coeficiente de Gini y el índice de concentración en las provincias cubanas, 2002-2008. Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(2):202-17.
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Publicatielijst - Europa - Internationaal - Vrede
De Vos P, Houben H. Is demondialisering het nieuwe grote linkse alternatief? Marxistische Studies 99, IMAST, Brussel, 2012.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Wednesday, 23 June 2004
Wednesday, 16 June 2004
Solidair sprak met David Velásquez, algemeen secretaris van de Communistische Jeugd van Venezuela - Hoe Hugo Chávez zijn land uit de onderontwikkeling
Duizenden jongeren uit Venezuela zijn op dit ogenblik in Cuba. Ze vormen de voorhoede van 15.000 jongeren die in het land van Che en Fidel een opleiding krijgen om daarna aan het werk te gaan in allerlei sociale projecten in Venezuela. De jongeren maken deel uit van het Francisco de Miranda Front voor Sociale Strijd. Francisco de Miranda was de voorganger van Simon Bolívar, de bekendste Latijns-Amerikaanse leider van de onafhankelijkheidsstrijd. Het werk van de jongeren is een onderdeel van onze bolivariaanse revolutie, zegt David Velásquez, de algemene secretaris van de Communistische Jeugd van Venezuela.
Bert De Belder, Pol De Vos en Frank Venmans
Naam: David Velásquez
Leeftijd: 26 jaar
Functie: was tijdens zijn studentenjaren erg actief aan de universiteit. Is nu algemeen secretaris van de Juventud Comunista de Venezuela (JCV), Communistische Jeugd van Venezuela. Hij speelt een belangrijke rol in de versterking van de JCV sinds 1996, na een aantal jaren van verzwakking na de val en het uiteenspatten van de Sovjet-Unie. Hij is ook lid van het Politiek Bureau van de Communistische Partij van Venezuela (PCV).
Over welke sociale programma's gaat het?
David Velásquez. Eerst en vooral is er de alfabetiseringscampagne, die de naam Missie Robinson I meekreeg. De campagne is genoemd naar Robinson, de schuilnaam van Simón Rodríguez, de leermeester van Bolívar. De campagne is een groot succes: al 1,2 miljoen mensen leerden lezen, schrijven en rekenen, onder de slogan Yo, sí puedo (Ja, ik kàn het). We gebruiken daarbij een nieuwe methode, waarbij het aanleren van letters en cijfers wordt gecombineerd. Per tien leerlingen is er één leraar, die ook tv en video gebruikt. Dit gebeurt bij de mensen zelf, in hun eigen omgeving. En het blijft niet bij alfabetiseren: medische hulpverlening en preventie, sociaal-economische projecten, sociale woningbouw en dergelijke gaan ermee samen. In juli krijgt Venezuela voor dit alfabetiseringsproject een prijs van de Unesco (de organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, sociaal werk en cultuur).
Met Missie Robinson II willen we 500.000 mensen die pas leerden lezen en schrijven, helpen om het volledige basisonderwijs te volgen en af te maken. De Missie Rivas wil 600.000 extra mensen door het middelbaar onderwijs loodsen, en de Missie Sucre nog eens 500.000 door het hoger onderwijs.
Daarnaast is er natuurlijk het gezondheidswerk. Momenteel werken 13.000 Cubaanse artsen in Venezuela, binnen het Plan Barrio Adentro (het Plan Afgelegen Dorpen), waar nauwelijks Venezolaanse artsen wilden werken. Tegelijk worden in Cuba artsen van bij ons opgeleid, om het werk van de Cubanen in het binnenland te kunnen overnemen.
Indrukwekkend, maar gaat het wel om een echte revolutie?
David Velásquez. Het gaat om veel meer dan deze sociale programma's, we voeren een volledig alternatief regeerprogramma uit dat grondig afwijkt van alle vorige. Maar het omvormen (transformar) van de staat is er nog niet bij, het zijn hervormingen binnen de bestaande staat. Die trouwens in veel gevallen een hinderpaal is. We moeten de legale procedures volgen, de oppositie probeert nieuwe wetten te saboteren, het Hooggerechtshof heeft de wet op de hervormingen twee jaar geblokkeerd, De bolivariaanse revolutie moet daarom ook stap voor stap een parallelle staat creëren.
Je hebt het over de bolivariaanse revolutie... Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
David Velásquez. Het is een revolutie voor nationale bevrijding. Venezuela verwierf zijn politieke onafhankelijkheid in 1824. Nu komt het erop aan eindelijk ook economisch onafhankelijk te worden. De verschillende bevolkingsgroepen én het gros van de strijdkrachten zijn betrokken bij dit project. De revolutie bestaat uit vijf assen. Op politiek vlak moet de participatieve democratie de klassieke representatieve democratie vervangen. In de nieuwe staat heeft het volk de macht. Het oefent sociale controle uit, beslist mee over de begroting, kan met een referendum verkozenen of staatsambtenaren afzetten,
De tweede as is de economische. We willen niet minder dan de productieverhoudingen veranderen. De staatsbedrijven krijgen het hoofdaccent, de privatiseringen worden stopgezet of gekeerd. Er moet een rechtvaardiger verdeling van de rijkdom komen, vooral van de enorme inkomsten uit de olie. Daarmee kunnen we een echte industriële ontwikkeling op gang brengen. De regering heeft bij volmacht wetten gemaakt met een belangrijke economische impact, zoals de wet op de landhervorming, de wet op de visvangst, de wet op de olie.
Waarmee president Hugo Chávez botst met de bourgeoisie?
David Velásquez. Bij de uitvoering van die wetten is het dikwijls hard tegen hard. Sinds 2001, toen de wet op de landhervorming werd gestemd, verloren al meer dan 100 arme boeren het leven in de strijd voor land. En de eerste patroonsstaking in Venezuela, in december 2001, was precies tegen drie dergelijke volmachtwetten gericht.
Is er ook van buitenuit druk om de revolutie van Venezuela te stoppen?
David Velásquez. Het merendeel van onze olie wordt uitgevoerd naar de Verenigde Staten en we zijn voor 70 procent van onze invoer afhankelijk van de VS. Maar we willen onze internationale relaties diversifiëren.
Dat is de derde pijler van de bolivariaanse revolutie. We willen meer handel met de Europese Unie, Rusland, India. Met veel derdewereldlanden hebben we vriendschaps- en samenwerkingsakkoorden. Aan de minst ontwikkelde landen, de landen uit de Caraïben en Latijns-Amerika, en zeker aan Cuba leveren we olie aan gunstige voorwaarden. Venezuela wil ook de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, nieuw leven inblazen zodat de olie terug een wapen in handen van de Derde Wereld kan worden, en niet van de westerse multinationals. En we promoten de economische integratie van Latijns-Amerika. Tegenover de ALCA, de Vrijhandelszone van de Amerika's die volledig ten voordele van de VS-multinationals uitvalt, stellen wij de ALBA, het Bolivariaans Alternatief voor de Amerika's.
En de vierde en vijfde as van de Venezolaanse revolutie?
David Velásquez. Over het sociale luik heb ik het al uitgebreid gehad. En de laatste pijler is de doelstelling om heel het land te ontwikkelen, en niet alleen de hoofdstad Carácas waar 5 van de 24 miljoen inwoners wonen en de kuststreek errond.
Hoe beoordelen jullie als communisten het project van president Hugo Chávez?
David Velásquez. Je zou kunnen zeggen dat Chávez de fundamenten aan het leggen is van een soort post-kapitalistische maatschappij, van een staat van sociale gerechtigheid. De Communistische Partij van Venezuela stelt dat dit de etappe van de nationale revolutie is, een etappe op weg naar het socialisme. We vinden het belangrijk om Chávez te steunen en zo de verwezenlijkingen van deze etappe zo goed mogelijk te consolideren. Wij zijn voor de versterking van de volksmacht en van een breed front rond Chávez. Onze beleidsopties zijn in deze fase coherent met die van Chávez. Wij vormen een soort ideologische reserve voor zijn beleid. Tegelijk werken we aan de versterking van onze partij en winnen we aan invloed, zowel kwantitatief als kwalitatief.
Twee keer hebben de Verenigde Staten en de Venezolaanse bourgeoisie geprobeerd Chávez omver te werpen. Eerst met een CIA-staatsgreep op 11 april 2002 en dan met een patroonsstaking en een wekenlange sabotage van de olieproductie, in december 2002 en januari 2003.
Vóór die contrarevolutionaire aanvallen tegen de bolivariaanse revolutie werd onze partij nogal gemarginaliseerd door de regering en door de organisatie van Chávez, de Beweging van de Vijfde Republiek. Maar de laatste tijd houdt Chávez een duidelijker anti-imperialistisch discours en is er meer openheid naar de Communistische Partij. Onze mensen zijn bijvoorbeeld prominent aanwezig in de sociale programma's van de overheid.
Kan er een rechtse staatsgreep komen? Een interventie van de Verenigde Staten?
David Velásquez. In Venezuela zijn er vandaag geen volksmilities, het volk is niet bewapend. Maar de strijdkrachten bestaan in grote mate uit gewone volksmensen. Het progressief gedachtengoed is er wijdverspreid, zeker nadat het leger na de staatsgreep van april 2002 werd gezuiverd van de meeste rechtse officieren. De militairen krijgen politieke vorming, doen sociaal werk, helpen met infrastructuurwerken, enz. Zo hebben ze direct contact met de bevolking. De integratie van militairen met het volk zou je 'het gewapende volk' kunnen noemen.
De militaire verhouding met de Verenigde Staten is een delicate kwestie. Venezuela kan zich niet zomaar gelijk wat permitteren. Een aantal vormen van training die VS-militairen aan onze soldaten gaven, zijn opgeheven. En van gezamenlijke militaire oefeningen met het VS-leger is al helemaal geen sprake meer.
In augustus 2005 ontvangt jouw organisatie, de Communistische Jeugd van Venezuela, het Wereldjongerenfestival van de World Federation of Democratic Youth (WFDY). Kan dit een ondersteuning zijn voor de revolutionaire beweging in je land?
David Velásquez. Als rechts alle mogelijke internationale krachten bundelt, zoals de CIA, de reactionaire regering van Colombia en reactionaire niet-gouvernementele organisaties, dan moeten wij ook beroep doen op de internationale solidariteit. We willen dat de revolutionaire beweging in Venezuela en de WFDY elkaar versterken doorheen het festival. Door het contact met de bevolking, in de politieke debatten, met de culturele uitwisseling, via de wijkbezoeken kunnen alle deelnemers leren van onze strijd. Iedereen die op het festival komt zal ook meewerken, of op zijn minst in contact staan met de sociale projecten van de Venezolaanse overheid. Zo zijn de deelnemers op het festival ook internationale waarnemers, die de ware feiten over Venezuela kunnen doorzeggen. Zo een ervaring kan ook de basis zijn voor een solidariteitsbeweging achteraf.
Hoeveel jongeren denken jullie te mobiliseren?
David Velásquez. Op het festival in Cuba in 1997 waren er meer dan 12.400 deelnemers, in Algerije 2001 waren iets meer dan 9.000. Wij willen 15.000 jongeren uit meer dan 100 landen bijeenbrengen. Die kunnen buiten het festival zelf ook vrijwilligerswerk doen: een school schilderen of een ziekenhuis renoveren. Of helpen jeugdhuizen opstarten voor politieke, recreatieve en culturele jongerenactiviteiten. We doen ook een oproep op studenten geneeskunde, tandheelkunde en sociaal assistenten om hun stage in Venezuela te doen, aansluitend op het festival.
Volksmilities om de revolutie te verdedigen
Sinds de poging tot staatsgreep in april 2002 is het onrustig in Venezuela. De president heeft de steun van de gewone man en vrouw, maar de macht van de industriëlen, grootgrondbezitters en mediamagnaten is bijzonder groot. Temeer omdat ze kunnen rekenen op de steun van de Verenigde Staten. De plannen van de rijken worden steeds driester. In de voorbije twee jaar zijn in Venezuela 87 boeren vermoord, voorvechters van de nieuwe wet op de herverdeling van de grond. Daarnaast zijn ook nog 50 politici vermoord, allemaal aanhangers van president Chavez.
De Verenigde Staten en de rijken maken gebruik van de legale mogelijkheden. Zo zal er op 15 augustus een referendum worden georganiseerd om Chavez af te zetten.
Tegelijk probeert de oppositie het land te destabiliseren, ook gewapenderhand. Op 9 mei arresteerden de Venezolaanse veiligheidsdiensten 130 Colombiaanse paramilitairen die waren ingehuurd om Chavez te vermoorden. Het doodseskader werden gevat op de hacienda van de extreem rechtse oppositieleider Robert Alonso.
Een week later, op 16 mei, was er een massale steunbetoging voor Chavez in het centrum van de hoofdstad Caracas. In zijn toespraak zei de president: "Met de grondwet in de hand, moeten we acties ondernemen, zoals de onteigening van de grond en de toewijzing ervan aan diegenen die het echt nodig hebben." De president deed daarbij de opmerkelijke oproep om volksmilities te vormen, als onderdeel van de nieuwe Globale Nationale Defensie Strategie. Chavez citeerde de Chinese leider Mao Zedong: "Het volk is voor het leger, wat het water is voor de vissen."
Het doel van de volksmilities is "de verdediging van het land in elk district, aan elke universiteit, in elke fabriek, op elk veld. Op elke plaats waar er een groep van patriotten is, daar moeten ze zich organiseren."
Als het volk zich via de landonteigeningen en de volksmilities effectief stevig organiseert, hebben de Verenigde Staten en de reactionaire bourgeoisie niet veel kans om de revolutie te stoppen.
Bert De Belder, Pol De Vos en Frank Venmans
Naam: David Velásquez
Leeftijd: 26 jaar
Functie: was tijdens zijn studentenjaren erg actief aan de universiteit. Is nu algemeen secretaris van de Juventud Comunista de Venezuela (JCV), Communistische Jeugd van Venezuela. Hij speelt een belangrijke rol in de versterking van de JCV sinds 1996, na een aantal jaren van verzwakking na de val en het uiteenspatten van de Sovjet-Unie. Hij is ook lid van het Politiek Bureau van de Communistische Partij van Venezuela (PCV).
Over welke sociale programma's gaat het?
David Velásquez. Eerst en vooral is er de alfabetiseringscampagne, die de naam Missie Robinson I meekreeg. De campagne is genoemd naar Robinson, de schuilnaam van Simón Rodríguez, de leermeester van Bolívar. De campagne is een groot succes: al 1,2 miljoen mensen leerden lezen, schrijven en rekenen, onder de slogan Yo, sí puedo (Ja, ik kàn het). We gebruiken daarbij een nieuwe methode, waarbij het aanleren van letters en cijfers wordt gecombineerd. Per tien leerlingen is er één leraar, die ook tv en video gebruikt. Dit gebeurt bij de mensen zelf, in hun eigen omgeving. En het blijft niet bij alfabetiseren: medische hulpverlening en preventie, sociaal-economische projecten, sociale woningbouw en dergelijke gaan ermee samen. In juli krijgt Venezuela voor dit alfabetiseringsproject een prijs van de Unesco (de organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, sociaal werk en cultuur).
Met Missie Robinson II willen we 500.000 mensen die pas leerden lezen en schrijven, helpen om het volledige basisonderwijs te volgen en af te maken. De Missie Rivas wil 600.000 extra mensen door het middelbaar onderwijs loodsen, en de Missie Sucre nog eens 500.000 door het hoger onderwijs.
Daarnaast is er natuurlijk het gezondheidswerk. Momenteel werken 13.000 Cubaanse artsen in Venezuela, binnen het Plan Barrio Adentro (het Plan Afgelegen Dorpen), waar nauwelijks Venezolaanse artsen wilden werken. Tegelijk worden in Cuba artsen van bij ons opgeleid, om het werk van de Cubanen in het binnenland te kunnen overnemen.
Indrukwekkend, maar gaat het wel om een echte revolutie?
David Velásquez. Het gaat om veel meer dan deze sociale programma's, we voeren een volledig alternatief regeerprogramma uit dat grondig afwijkt van alle vorige. Maar het omvormen (transformar) van de staat is er nog niet bij, het zijn hervormingen binnen de bestaande staat. Die trouwens in veel gevallen een hinderpaal is. We moeten de legale procedures volgen, de oppositie probeert nieuwe wetten te saboteren, het Hooggerechtshof heeft de wet op de hervormingen twee jaar geblokkeerd, De bolivariaanse revolutie moet daarom ook stap voor stap een parallelle staat creëren.
Je hebt het over de bolivariaanse revolutie... Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
David Velásquez. Het is een revolutie voor nationale bevrijding. Venezuela verwierf zijn politieke onafhankelijkheid in 1824. Nu komt het erop aan eindelijk ook economisch onafhankelijk te worden. De verschillende bevolkingsgroepen én het gros van de strijdkrachten zijn betrokken bij dit project. De revolutie bestaat uit vijf assen. Op politiek vlak moet de participatieve democratie de klassieke representatieve democratie vervangen. In de nieuwe staat heeft het volk de macht. Het oefent sociale controle uit, beslist mee over de begroting, kan met een referendum verkozenen of staatsambtenaren afzetten,
De tweede as is de economische. We willen niet minder dan de productieverhoudingen veranderen. De staatsbedrijven krijgen het hoofdaccent, de privatiseringen worden stopgezet of gekeerd. Er moet een rechtvaardiger verdeling van de rijkdom komen, vooral van de enorme inkomsten uit de olie. Daarmee kunnen we een echte industriële ontwikkeling op gang brengen. De regering heeft bij volmacht wetten gemaakt met een belangrijke economische impact, zoals de wet op de landhervorming, de wet op de visvangst, de wet op de olie.
Waarmee president Hugo Chávez botst met de bourgeoisie?
David Velásquez. Bij de uitvoering van die wetten is het dikwijls hard tegen hard. Sinds 2001, toen de wet op de landhervorming werd gestemd, verloren al meer dan 100 arme boeren het leven in de strijd voor land. En de eerste patroonsstaking in Venezuela, in december 2001, was precies tegen drie dergelijke volmachtwetten gericht.
Is er ook van buitenuit druk om de revolutie van Venezuela te stoppen?
David Velásquez. Het merendeel van onze olie wordt uitgevoerd naar de Verenigde Staten en we zijn voor 70 procent van onze invoer afhankelijk van de VS. Maar we willen onze internationale relaties diversifiëren.
Dat is de derde pijler van de bolivariaanse revolutie. We willen meer handel met de Europese Unie, Rusland, India. Met veel derdewereldlanden hebben we vriendschaps- en samenwerkingsakkoorden. Aan de minst ontwikkelde landen, de landen uit de Caraïben en Latijns-Amerika, en zeker aan Cuba leveren we olie aan gunstige voorwaarden. Venezuela wil ook de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, nieuw leven inblazen zodat de olie terug een wapen in handen van de Derde Wereld kan worden, en niet van de westerse multinationals. En we promoten de economische integratie van Latijns-Amerika. Tegenover de ALCA, de Vrijhandelszone van de Amerika's die volledig ten voordele van de VS-multinationals uitvalt, stellen wij de ALBA, het Bolivariaans Alternatief voor de Amerika's.
En de vierde en vijfde as van de Venezolaanse revolutie?
David Velásquez. Over het sociale luik heb ik het al uitgebreid gehad. En de laatste pijler is de doelstelling om heel het land te ontwikkelen, en niet alleen de hoofdstad Carácas waar 5 van de 24 miljoen inwoners wonen en de kuststreek errond.
Hoe beoordelen jullie als communisten het project van president Hugo Chávez?
David Velásquez. Je zou kunnen zeggen dat Chávez de fundamenten aan het leggen is van een soort post-kapitalistische maatschappij, van een staat van sociale gerechtigheid. De Communistische Partij van Venezuela stelt dat dit de etappe van de nationale revolutie is, een etappe op weg naar het socialisme. We vinden het belangrijk om Chávez te steunen en zo de verwezenlijkingen van deze etappe zo goed mogelijk te consolideren. Wij zijn voor de versterking van de volksmacht en van een breed front rond Chávez. Onze beleidsopties zijn in deze fase coherent met die van Chávez. Wij vormen een soort ideologische reserve voor zijn beleid. Tegelijk werken we aan de versterking van onze partij en winnen we aan invloed, zowel kwantitatief als kwalitatief.
Twee keer hebben de Verenigde Staten en de Venezolaanse bourgeoisie geprobeerd Chávez omver te werpen. Eerst met een CIA-staatsgreep op 11 april 2002 en dan met een patroonsstaking en een wekenlange sabotage van de olieproductie, in december 2002 en januari 2003.
Vóór die contrarevolutionaire aanvallen tegen de bolivariaanse revolutie werd onze partij nogal gemarginaliseerd door de regering en door de organisatie van Chávez, de Beweging van de Vijfde Republiek. Maar de laatste tijd houdt Chávez een duidelijker anti-imperialistisch discours en is er meer openheid naar de Communistische Partij. Onze mensen zijn bijvoorbeeld prominent aanwezig in de sociale programma's van de overheid.
Kan er een rechtse staatsgreep komen? Een interventie van de Verenigde Staten?
David Velásquez. In Venezuela zijn er vandaag geen volksmilities, het volk is niet bewapend. Maar de strijdkrachten bestaan in grote mate uit gewone volksmensen. Het progressief gedachtengoed is er wijdverspreid, zeker nadat het leger na de staatsgreep van april 2002 werd gezuiverd van de meeste rechtse officieren. De militairen krijgen politieke vorming, doen sociaal werk, helpen met infrastructuurwerken, enz. Zo hebben ze direct contact met de bevolking. De integratie van militairen met het volk zou je 'het gewapende volk' kunnen noemen.
De militaire verhouding met de Verenigde Staten is een delicate kwestie. Venezuela kan zich niet zomaar gelijk wat permitteren. Een aantal vormen van training die VS-militairen aan onze soldaten gaven, zijn opgeheven. En van gezamenlijke militaire oefeningen met het VS-leger is al helemaal geen sprake meer.
In augustus 2005 ontvangt jouw organisatie, de Communistische Jeugd van Venezuela, het Wereldjongerenfestival van de World Federation of Democratic Youth (WFDY). Kan dit een ondersteuning zijn voor de revolutionaire beweging in je land?
David Velásquez. Als rechts alle mogelijke internationale krachten bundelt, zoals de CIA, de reactionaire regering van Colombia en reactionaire niet-gouvernementele organisaties, dan moeten wij ook beroep doen op de internationale solidariteit. We willen dat de revolutionaire beweging in Venezuela en de WFDY elkaar versterken doorheen het festival. Door het contact met de bevolking, in de politieke debatten, met de culturele uitwisseling, via de wijkbezoeken kunnen alle deelnemers leren van onze strijd. Iedereen die op het festival komt zal ook meewerken, of op zijn minst in contact staan met de sociale projecten van de Venezolaanse overheid. Zo zijn de deelnemers op het festival ook internationale waarnemers, die de ware feiten over Venezuela kunnen doorzeggen. Zo een ervaring kan ook de basis zijn voor een solidariteitsbeweging achteraf.
Hoeveel jongeren denken jullie te mobiliseren?
David Velásquez. Op het festival in Cuba in 1997 waren er meer dan 12.400 deelnemers, in Algerije 2001 waren iets meer dan 9.000. Wij willen 15.000 jongeren uit meer dan 100 landen bijeenbrengen. Die kunnen buiten het festival zelf ook vrijwilligerswerk doen: een school schilderen of een ziekenhuis renoveren. Of helpen jeugdhuizen opstarten voor politieke, recreatieve en culturele jongerenactiviteiten. We doen ook een oproep op studenten geneeskunde, tandheelkunde en sociaal assistenten om hun stage in Venezuela te doen, aansluitend op het festival.
Volksmilities om de revolutie te verdedigen
Sinds de poging tot staatsgreep in april 2002 is het onrustig in Venezuela. De president heeft de steun van de gewone man en vrouw, maar de macht van de industriëlen, grootgrondbezitters en mediamagnaten is bijzonder groot. Temeer omdat ze kunnen rekenen op de steun van de Verenigde Staten. De plannen van de rijken worden steeds driester. In de voorbije twee jaar zijn in Venezuela 87 boeren vermoord, voorvechters van de nieuwe wet op de herverdeling van de grond. Daarnaast zijn ook nog 50 politici vermoord, allemaal aanhangers van president Chavez.
De Verenigde Staten en de rijken maken gebruik van de legale mogelijkheden. Zo zal er op 15 augustus een referendum worden georganiseerd om Chavez af te zetten.
Tegelijk probeert de oppositie het land te destabiliseren, ook gewapenderhand. Op 9 mei arresteerden de Venezolaanse veiligheidsdiensten 130 Colombiaanse paramilitairen die waren ingehuurd om Chavez te vermoorden. Het doodseskader werden gevat op de hacienda van de extreem rechtse oppositieleider Robert Alonso.
Een week later, op 16 mei, was er een massale steunbetoging voor Chavez in het centrum van de hoofdstad Caracas. In zijn toespraak zei de president: "Met de grondwet in de hand, moeten we acties ondernemen, zoals de onteigening van de grond en de toewijzing ervan aan diegenen die het echt nodig hebben." De president deed daarbij de opmerkelijke oproep om volksmilities te vormen, als onderdeel van de nieuwe Globale Nationale Defensie Strategie. Chavez citeerde de Chinese leider Mao Zedong: "Het volk is voor het leger, wat het water is voor de vissen."
Het doel van de volksmilities is "de verdediging van het land in elk district, aan elke universiteit, in elke fabriek, op elk veld. Op elke plaats waar er een groep van patriotten is, daar moeten ze zich organiseren."
Als het volk zich via de landonteigeningen en de volksmilities effectief stevig organiseert, hebben de Verenigde Staten en de reactionaire bourgeoisie niet veel kans om de revolutie te stoppen.
Subscribe to:
Posts (Atom)