Vier jaar lang heeft George Bush de Amerikaanse bevolking en de rest van de wereld belogen, bestolen en geterroriseerd. De meerderheid van de Amerikanen is vandaag slechter af dan in 2000. De verkiezingen van 2 november worden een referendum tegen Bush en zijn grootmachtpolitiek.
Bush kwam aan de macht via verkiezingsfraude. Hij verdedigt niet de belangen van de gewone Amerikaan, maar van de rijke elite en in de eerste plaats het deel van de elite met geld in de olie- en wapenindustrie. De aanslagen van 11 september 2001 kwamen voor Bush net op tijd. Hij gebruikte ze om zijn politiek van wereldwijde oorlog en repressie door te drukken. De kolonisatie van Afghanistan en Irak probeert hij te 'verkopen' als strijd tegen het terrorisme. Maar die deed vooral de kassa rinkelen van de olie- en wapenmultinationls. Het constructiebedrijf Halliburton, nauw verbonden met vice-president Cheney, brak hierbij alle records.
Oorlog in Irak en Patriot Act
Méér dan 160.000 Amerikaanse soldaten bevinden zich vandaag in Irak. Deze moordmachine kost de VS-burgers één miljard dollar per week. In het voorbije anderhalf jaar werden meer dan duizend Amerikaanse soldaten en vele duizenden Irakezen gedood. Een herverkiezing van Bush zou een vrijgeleide zijn voor nóg eens vier jaar van oorlog en bezetting in Irak, en van miserie en dood voor de burgerbevolking.
Maar het massale volksverzet in de Iraakse steden bezorgt Bush en zijn companen problemen. Het brengt de meest gesofistikeerde oorlogsmachine ter wereld in zware moeilijkheden. Bush wil de feiten (nog) niet erkennen, maar zijn leger zakt steeds verder weg in het Iraakse zand.
In zijn antwoord op de aanslagen van 11 september liet Bush zijn 'Patriot Act' door het Congres (het VS-parlement) goedkeuren. Daarmee werd de binnenlandse repressie verder opgevoerd. De angst voor Arabieren en moslims wordt kunstmatig gevoed om de oorlogen in het Midden-Oosten te rechtvaardigen. Aanhoudingen en deportaties, opsluiten van kinderen, fichering op basis van ras en nog veel meer zijn dagelijkse kost geworden. De spionage van binnenlandse politieke groeperingen is sterk uitgebreid.
Sociale afbraak
In eigen land bouwde Bush de schaarse sociale programma's in onder andere onderwijs en gezondheidszorg verder af. In de voorbije vier jaar verloren meer dan twee miljoen Amerikanen hun job. Maar Bush blijft beweren dat de economie het steeds beter doet en ziet zijn kans schoon om de werkloosheidsuitkeringen verder te verminderen. De regering-Bush staat voor lagere lonen, zwakkere vakbonden en slechtere gezondheidszorg. Tegelijk brachten enorme belastingverminderingen voor de superrijken de openbare financiën in crisis. Nog nooit tevoren was de rijkdom in de VS zo geconcentreerd in zo weinig handen als vandaag.
Kerry?
Het Amerikaanse politieke systeem heeft vele manieren om te manipuleren en te misleiden. En bovenal, deze verkiezingen geven de bevolking weinig keuze. Ook John Kerry verdedigt de belangen van (een ander deel van) de Amerikaanse grootburgerij. Een blik op zijn voorgangers laat zien dat een overwinning van Kerry helemaal niet het einde betekent van de moorddadige bezetting van Irak.
Democraat Kennedy lanceerde in 1961 de invasie van Cuba, democraat Jimmy Carter begon de interventies in Afghanistan. En na vader Bush heeft democraat Bill Clinton de moordende sancties tegen Irak verder gezet en zelfs verscherpt. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright zei dat 500.000 dode kinderen in Irak een geoorloofde prijs waren om de VS-belangen in die regio veilig te stellen. Clinton heeft ook de oorlog tegen Joegoslavië gevoerd, samen met de Europese Unie. Hij was het bovendien die de Navo een nieuwe missie gaf: overal ter wereld de belangen van het Westen te vuur en te zwaard verdedigen. En vandaag verzet Kerry zich tegen de manier waarop Bush de oorlog in Irak heeft aangepakt. Niet tegen de oorlog zelf.
De verkiezingen draaien in feite om wie de beste manager is van de Amerikaanse supermacht. Kerry stelt dat hij beter dan Bush Irak zal pacificeren en een Amerikaanse 'oplossing' zal kunnen afdwingen in het Midden-Oosten. Hij probeert zijn landgenoten ervan te overtuigen dat de wereld onder Kerry beter de leiding van grote-broer-Amerika zal aanvaarden dan onder de boertige Bush... Ook met Kerry is de Amerikaanse overheersings- en herkoloniseringspolitiek verzekerd. Iets beter ingekleed misschien, en - waar mogelijk - in overleg met de Europese Unie.
Uitslag zonder belang?
De progressieve en communistische krachten die zich nu in de strijd gooien tegen een herverkiezing van Bush, doen dat op basis van een programma tegen de oorlog en voor sociale vooruitgang. Een programma dat ze ook na 2 november zullen blijven verdedigen. De Amerikaanse organisatie Freedom Road for Socialism schrijft bijvoorbeeld: "Het Amerikaanse kiessysteem biedt de mensen maar heel weinig keuzes. Het is een feit dat ook de Democratische Partij die andere partij van de rijke elite steevast danst naar de pijpen van wie haar het meeste geld biedt. Het is een politieke partij van de bedrijfselite. Alles goed beschouwd worden echt belangrijke zaken door strijd beslecht. Wie er bij de volgende verkiezingen ook president wordt, hij zal noch het Amerikaanse volk, noch enig ander volk vrede en vooruitgang brengen. Op lange termijn hebben we onafhankelijke politieke actie nodig die zich als tegenstander opstelt van de partijen van de rijken.
Dit gezegd zijnde zou een nederlaag van Bush een teken van verzet zijn tegen de hele leiding die dit land op het ogenblik aanvoert en zou ze nieuwe voorwaarden creëren waardoor de volksbeweging haar agenda beter kan realiseren.
De verkiezingen van november 2004 zijn een referendum over Bush en over alles wat hij vertegenwoordigt. Bush uit het Witte Huis kegelen zou een krachtige signaal zijn voor de rijken die dit land besturen en voor de mensen overal in de wereld die zich verzetten tegen dit 'imperium.' Door een verzetsbeweging tegen Bush uit te bouwen een beweging die opkomt voor vrede, gerechtigheid en gelijkheid verwerven we voor onszelf ook een betere uitgangspositie om te vechten voor al wat we nodig hebben, afgezien van wie in januari 2005 het roer overneemt."
Verschillende communistische en progressieve Amerikaanse organisaties vechten voor de nederlaag van Bush en voor de opbouw van een sterk front tegen de oorlog buiten en in Verenigde Staten.
Links:
www.cpusa.org
www.frso.org
www.workers.org
www.internationalanswer.org
www.unitedforpeace.org
Donderdag 4 november 19u. Buitengewone vergadering STOPUSA over nieuwe situatie na de presidentsverkiezingen in de VS en over een nieuw actieplan. Iedereen welkom.
Publication list - PUBLIC HEALTH
De Vos P, García A, Alvarez A, Rodríguez A, Bonet M, Van der Stuyft P (2012) Public health services, an essential determinant of health during crisis. Lessons from Cuba, 1989-2000. Trop. Med. Int. Health 17: 469-479.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
Publicaties in Cubaanse medische tijdschriften
Álvares Pérez AG, Alegret Rodríguez M, Gonzálvez IPL, Leyva León Á, Rodríguez Salvá A, Bonet Gorbea M, et al. Diferenciales de salud y una aproximación mediante el empleo dell coeficiente de Gini y el índice de concentración en las provincias cubanas, 2002-2008. Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(2):202-17.
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Publicatielijst - Europa - Internationaal - Vrede
De Vos P, Houben H. Is demondialisering het nieuwe grote linkse alternatief? Marxistische Studies 99, IMAST, Brussel, 2012.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Wednesday, 27 October 2004
Wednesday, 20 October 2004
ESF van 14 tot 17 oktober in Londen Europees Sociaal Forum roept op voor internationale actiedag
Van 14 tot 17 oktober ging in Londen het derde Europese Sociaal Forum door, met tienduizenden deelnemers, vele honderden meetings, discussies en workshops, en enkele scherpe controverses.
De belangrijkste thema's waren het sociaal-economisch beleid van de Europese Unie, en de oorlog in Irak. Tijdens veel debatten werd opgeroepen voor solidariteit met het massale volksverzet in Irak. Uit getuigenissen bleek telkens weer hoe breed en diepgeworteld dat verzet is in de steden en dorpen van Irak. De aanwezigheid van een 'official' van de Iraakse regering, en van de enige vakbond die is erkend door de marionettenregering in Bagdad, werd scherp gecontesteerd. De eerste werd de zaal uitgejaagd, de tweede werd het spreken onmogelijk gemaakt.
De algemene oproep die op de laatste dag werd goedgekeurd door de 'Assemblee van Sociale Bewegingen' legt de belangrijkste punten vast voor het komende jaar. Over Irak staat er: "Vandaag wordt Irak vernederd en vernietigd. De bezetting bracht noch vrijheid, noch betere levensomstandigheden. We vechten voor de terugtrekking van de bezettingstroepen in Irak, voor een onmiddellijke stopzetting van de bombardementen, en voor een onmiddellijk herstel van de soevereiniteit van het Iraakse volk."
Het ESF roept ook op voor een brede en algemene campagne tegen Israel: "We eisen een einde van de Israëlische bezetting en de ontmanteling van de apartheidsmuur. We roepen op voor politieke en economische sancties tegen de Israelische regering zolang ze doorgaat met het schenden van het internationaal recht en de mensenrechten van het Palestijnse volk. Daarom mobiliseren we voor de internationale actieweek tegen de apartheidsmuur van 9 tot 16 november, en voor Europese actiedagen op 10 en 11 december, de verjaardag van de VN-verklaring voor mensenrechten."
Ook tegenover Europa is de opstelling duidelijk: "We vechten voor een ander Europa, waar jobonzekerheid en werkloosheid geen deel meer zijn van de agenda, (...) dat respect toont voor de rechten van de werkers en degelijke lonen garandeert samen met een hoge graad van sociale bescherming. We komen op tegen alle wetten die onzekerheid veroorzaken via nieuwe vormen van onderaanneming. We verwerpen de privatisering van openbare diensten en gemeenschappelijke goederen zoals water."
Het Europees Sociaal Forum roept op voor een massale actiedag in alle landen op 19 maart, met een centrale internationale betoging in Brussel. Op de tweede verjaardag van het begin van de oorlog in Irak (20 maart 2003) zullen we daar de onmiddellijke terugtrekking van de bezettingstroepen eisen. Bovendien vindt op 22 en 23 maart een Europese top plaats in Brussel. Daarom zal die betoging ook opkomen tegen de privatiseringen, tegen de richtlijn-Bolkestein1, en tegen de aanvallen op de werkduur.
1 Europees commissaris Bolkestein wil bedrijven van om het even welk EU-land in alle EU-landen laten werken, met de sociale voorwaarden van het land van herkomst
De belangrijkste thema's waren het sociaal-economisch beleid van de Europese Unie, en de oorlog in Irak. Tijdens veel debatten werd opgeroepen voor solidariteit met het massale volksverzet in Irak. Uit getuigenissen bleek telkens weer hoe breed en diepgeworteld dat verzet is in de steden en dorpen van Irak. De aanwezigheid van een 'official' van de Iraakse regering, en van de enige vakbond die is erkend door de marionettenregering in Bagdad, werd scherp gecontesteerd. De eerste werd de zaal uitgejaagd, de tweede werd het spreken onmogelijk gemaakt.
De algemene oproep die op de laatste dag werd goedgekeurd door de 'Assemblee van Sociale Bewegingen' legt de belangrijkste punten vast voor het komende jaar. Over Irak staat er: "Vandaag wordt Irak vernederd en vernietigd. De bezetting bracht noch vrijheid, noch betere levensomstandigheden. We vechten voor de terugtrekking van de bezettingstroepen in Irak, voor een onmiddellijke stopzetting van de bombardementen, en voor een onmiddellijk herstel van de soevereiniteit van het Iraakse volk."
Het ESF roept ook op voor een brede en algemene campagne tegen Israel: "We eisen een einde van de Israëlische bezetting en de ontmanteling van de apartheidsmuur. We roepen op voor politieke en economische sancties tegen de Israelische regering zolang ze doorgaat met het schenden van het internationaal recht en de mensenrechten van het Palestijnse volk. Daarom mobiliseren we voor de internationale actieweek tegen de apartheidsmuur van 9 tot 16 november, en voor Europese actiedagen op 10 en 11 december, de verjaardag van de VN-verklaring voor mensenrechten."
Ook tegenover Europa is de opstelling duidelijk: "We vechten voor een ander Europa, waar jobonzekerheid en werkloosheid geen deel meer zijn van de agenda, (...) dat respect toont voor de rechten van de werkers en degelijke lonen garandeert samen met een hoge graad van sociale bescherming. We komen op tegen alle wetten die onzekerheid veroorzaken via nieuwe vormen van onderaanneming. We verwerpen de privatisering van openbare diensten en gemeenschappelijke goederen zoals water."
Het Europees Sociaal Forum roept op voor een massale actiedag in alle landen op 19 maart, met een centrale internationale betoging in Brussel. Op de tweede verjaardag van het begin van de oorlog in Irak (20 maart 2003) zullen we daar de onmiddellijke terugtrekking van de bezettingstroepen eisen. Bovendien vindt op 22 en 23 maart een Europese top plaats in Brussel. Daarom zal die betoging ook opkomen tegen de privatiseringen, tegen de richtlijn-Bolkestein1, en tegen de aanvallen op de werkduur.
1 Europees commissaris Bolkestein wil bedrijven van om het even welk EU-land in alle EU-landen laten werken, met de sociale voorwaarden van het land van herkomst
Wednesday, 25 August 2004
President kreeg ruim 58 procent bij referendum Venezuela - Waarom steunt het volk zo massaal Chavez?
In het rijke Venezuela - de belangrijkste olieproducent buiten de Arabische regio - is 80 procent van de bevolking arm. De helft leeft in extreme armoede op het platteland en in de enorme sloppenwijken rond de steden. Waarom steunen vooral deze bevolkingsgroepen president Hugo Chavez? En waarom verketteren de Venezolaanse elite en de Verenigde Staten deze man als een vijand van de vrijheid?
In de eerste helft van 2003 daalde het Bruto Binnenlands Product van Venezuela met 29 procent en kwam de werkloosheid op 19 procent uit, zo zegden de private tv-stations. Tegelijk bleef de kapitaalvlucht voortduren. De oppositie verweet president Chavez dat hij de economie kapotmaakte. En toch kreeg uitgerekend die man tijdens het referendum van vorige week 60 procent van de bevolking achter zich. Hoe komt dat?
Een nieuwe grondwet
Chavez werd president van Venezuela in februari 1999. In een eerste fase werkte hij aan een meer democratische grondwet en legde hij de wettelijke basis van zijn hervormingsplannen. Vooral de voorbije drie jaar heeft zijn beleid concrete resultaten geleverd.
Landhervorming
Sinds 2001 heeft de Venezolaanse regering een uitgebreid programma van landhervorming op poten gezet. Daarbij kregen tot dusver al zo'n 60.000 boerenfamilies zonder land in totaal meer dan 1 miljoen hectare grond toegewezen. Tegelijk konden ze rekenen op kredieten, tractoren en andere gereedschap en technische begeleiding. Hiermee wil Chavez de voedselzekerheid en de zelfvoorziening op het Venezolaanse platteland versterken.
Eigendomstitels
In het Plan Bolivar 2000 werden militairen de volkswijken op de heuvels rond Caracas ingestuurd om samen met de bevolking woningen te bouwen of te herstellen. Vele van die wijken waren illegaal en de mensen waren geen eigenaar van het lapje grond waarop ze woonden. In samenwerking met de overheid organiseerden ze zich in comités, tekenden ze zelf de plannen van hun wijk uit, zetten ze bevolkingsregisters op en voor de symbolische prijs van 1 Bolivar bezorgde de gemeente hen de eigendomsdocumenten van hun terrein en huisje.
Petroleumopbrengsten voor het volk
Veruit de belangrijkste economische hervorming betrof het petroleumstaatsbedrijf PDVSA (Petroleos de Venezuela Sociedad Anónima). Vroeger bleef 80 procent van de opbrengsten aan privé-handen hangen, nu vloeit het merendeel naar de staatskas. Het is vooral tegen deze hervorming dat in april 2002 een poging tot staatsgreep plaatshad en dat zes maand later een langdurige boycot-staking volgde vanwege de lokale pro-Amerikaanse elites en hun handlangers bij de kaderleden en vakbonden van PDVSA. Chavez heeft deze strijd gewonnen dankzij de steun van vele arbeiders binnen PDVSA. De hele structuur van het staatsconcern werd 'opgekuist'. Met de opbrengsten van de petroleumindustrie kon Chavez zijn sociale en ontwikkelingsprogramma's financieren. Deze confrontaties zorgden voor een radicalisering. Vanaf 2003 wordt er politiek van 'missies' opgezet, waarbij Chavez massaal de bevolking mobiliseert.
Alfabetisering
Zo wordt de regeringspolitiek om het onderwijs op alle niveaus meer toegankelijk te maken, versterkt met de Missie Robinson: een alfabetiseringsprogramma dat losstaat van de formele staatsstructuren. Op minder dan een jaar leren meer dan een miljoen Venezolanen leven en schrijven.
Democratisering van het onderwijs
Daarnaast kwam er een Missie Robinson 2 om het lager onderwijs te versterken. In het eerste jaar vonden meer dan een half miljoen kinderen weer de weg naar school naar school. De Missie Ribas helpt honderdduizenden jongeren hun secundair onderwijs af te werken en de Missie Sucre moet de (gratis) toegang tot de universiteit versterken. Ook hiervoor zijn bijna een half miljoen jonge Venezolanen ingeschreven.
Een (Cubaanse) dokter in de wijk
Op het vlak van de gezondheidszorg werd de Missie 'In de wijk' uitgebouwd. Daarbij kreeg Chavez veel steun van Cuba. In de immense sloppenwijken rond Caracas en de andere grote steden is een uitgebreid programma voor eerstelijnsgezondheidszorg opgezet. Vandaag ondersteunen meer dan 13.000 Cubaanse artsen dit programma. Zij hebben hun kabinet in de huizen van de wijk en zetten met de steun van wijkcomités een gezondheidszorg programma op.
Topsport en sport voor iedereen
De sportinfrastructuur werd in belangrijke mate vernieuwd en uitgebreid. Meer dan 2.500 atleten kregen een beurs om zich volwaardig aan hun sport te kunnen wijden. Dit leidde op korte termijn tot resultaten: in de Pan-Amerikaanse spelen van 2003 maakte Venezuela met een 6de plaats in het algemeen klassement komaf met zijn titel van "sportland zonder enige betekenis". Voor het eerst in 44 jaar won een Venezolaanse ploeg er een gouden medaille in een groepssport, namelijk volleybal. Het land won ook een gouden medaille in de atletiek, wat ook al 40 jaar geen enkele Venezolaan had gekund. Naast topsport werd ook een programma 'sport voor iedereen' ontwikkeld, waarbij in de eerste jaren al meer dan 300.000 mensen werden betrokken.
Het volk in beweging
In zijn wekelijkse radio- en televisiepraatje legt Chavez zijn beleid uit, mobiliseert hij de mensen om mee te werken en gaat hij in op de nationale en internationale politiek. Hij spreekt een eenvoudig en duidelijk, doet geregeld krasse uitspraken en richt zich tot de mensen uit de volkswijken. Hij vormt stap voor stap een politiek bewustzijn, bijvoorbeeld door aan te tonen wie achter de staatsgreep zat en wat hun belangen waren, hoe de hele ondermijningsoperatie tegen zijn beleid is opgezet en welke rol de Verenigde Staten daarbij spelen. Chavez slaagt er in de bevolking te mobiliseren en te organiseren. Dit gebeurt in allerhande comités en organisaties rond concrete aandachtspunten. Die vinden elkaar in een nationale coördinatie van sociale bewegingen.
Vrienden en vijanden
Uiteraard maakt Chavez met zijn beleid niet enkel vrienden. Zijn politiek botst voortdurend met de belangen van de rijke elites in het land: de ondernemers en financiers, de privé-mediaconcerns, de grootgrondbezitters, kortom iedereen die zich tot voor kort in Venezuela ongegeneerd kon verrijken.
Venezuela is de derde handelspartner van de Verenigde Staten op het Amerikaanse continent met jaarlijks 10 miljard dollar aan Amerikaanse investeringen. Het land levert 15 procent van de totale Amerikaanse energie. Tegen 2025 zou dat 25 procent moeten zijn. Deze cijfers maken duidelijk dat de strijd van de VS tegen Chavez nog niet ten einde is. Tegelijk zal ook de oppositie haar ondermijningsstrategie op alle manieren verder zetten. Dit politiek gevecht neemt geregeld gewelddadige vormen aan met moorden, straatgevechten en sabotageacties. Maar tot vandaag heeft Hugo Chavez elke aanval weten om te zetten in een overwinning. Hij greep ze telkens aan om zijn beleid te radicaliseren. La lucha continua!
In de eerste helft van 2003 daalde het Bruto Binnenlands Product van Venezuela met 29 procent en kwam de werkloosheid op 19 procent uit, zo zegden de private tv-stations. Tegelijk bleef de kapitaalvlucht voortduren. De oppositie verweet president Chavez dat hij de economie kapotmaakte. En toch kreeg uitgerekend die man tijdens het referendum van vorige week 60 procent van de bevolking achter zich. Hoe komt dat?
Een nieuwe grondwet
Chavez werd president van Venezuela in februari 1999. In een eerste fase werkte hij aan een meer democratische grondwet en legde hij de wettelijke basis van zijn hervormingsplannen. Vooral de voorbije drie jaar heeft zijn beleid concrete resultaten geleverd.
Landhervorming
Sinds 2001 heeft de Venezolaanse regering een uitgebreid programma van landhervorming op poten gezet. Daarbij kregen tot dusver al zo'n 60.000 boerenfamilies zonder land in totaal meer dan 1 miljoen hectare grond toegewezen. Tegelijk konden ze rekenen op kredieten, tractoren en andere gereedschap en technische begeleiding. Hiermee wil Chavez de voedselzekerheid en de zelfvoorziening op het Venezolaanse platteland versterken.
Eigendomstitels
In het Plan Bolivar 2000 werden militairen de volkswijken op de heuvels rond Caracas ingestuurd om samen met de bevolking woningen te bouwen of te herstellen. Vele van die wijken waren illegaal en de mensen waren geen eigenaar van het lapje grond waarop ze woonden. In samenwerking met de overheid organiseerden ze zich in comités, tekenden ze zelf de plannen van hun wijk uit, zetten ze bevolkingsregisters op en voor de symbolische prijs van 1 Bolivar bezorgde de gemeente hen de eigendomsdocumenten van hun terrein en huisje.
Petroleumopbrengsten voor het volk
Veruit de belangrijkste economische hervorming betrof het petroleumstaatsbedrijf PDVSA (Petroleos de Venezuela Sociedad Anónima). Vroeger bleef 80 procent van de opbrengsten aan privé-handen hangen, nu vloeit het merendeel naar de staatskas. Het is vooral tegen deze hervorming dat in april 2002 een poging tot staatsgreep plaatshad en dat zes maand later een langdurige boycot-staking volgde vanwege de lokale pro-Amerikaanse elites en hun handlangers bij de kaderleden en vakbonden van PDVSA. Chavez heeft deze strijd gewonnen dankzij de steun van vele arbeiders binnen PDVSA. De hele structuur van het staatsconcern werd 'opgekuist'. Met de opbrengsten van de petroleumindustrie kon Chavez zijn sociale en ontwikkelingsprogramma's financieren. Deze confrontaties zorgden voor een radicalisering. Vanaf 2003 wordt er politiek van 'missies' opgezet, waarbij Chavez massaal de bevolking mobiliseert.
Alfabetisering
Zo wordt de regeringspolitiek om het onderwijs op alle niveaus meer toegankelijk te maken, versterkt met de Missie Robinson: een alfabetiseringsprogramma dat losstaat van de formele staatsstructuren. Op minder dan een jaar leren meer dan een miljoen Venezolanen leven en schrijven.
Democratisering van het onderwijs
Daarnaast kwam er een Missie Robinson 2 om het lager onderwijs te versterken. In het eerste jaar vonden meer dan een half miljoen kinderen weer de weg naar school naar school. De Missie Ribas helpt honderdduizenden jongeren hun secundair onderwijs af te werken en de Missie Sucre moet de (gratis) toegang tot de universiteit versterken. Ook hiervoor zijn bijna een half miljoen jonge Venezolanen ingeschreven.
Een (Cubaanse) dokter in de wijk
Op het vlak van de gezondheidszorg werd de Missie 'In de wijk' uitgebouwd. Daarbij kreeg Chavez veel steun van Cuba. In de immense sloppenwijken rond Caracas en de andere grote steden is een uitgebreid programma voor eerstelijnsgezondheidszorg opgezet. Vandaag ondersteunen meer dan 13.000 Cubaanse artsen dit programma. Zij hebben hun kabinet in de huizen van de wijk en zetten met de steun van wijkcomités een gezondheidszorg programma op.
Topsport en sport voor iedereen
De sportinfrastructuur werd in belangrijke mate vernieuwd en uitgebreid. Meer dan 2.500 atleten kregen een beurs om zich volwaardig aan hun sport te kunnen wijden. Dit leidde op korte termijn tot resultaten: in de Pan-Amerikaanse spelen van 2003 maakte Venezuela met een 6de plaats in het algemeen klassement komaf met zijn titel van "sportland zonder enige betekenis". Voor het eerst in 44 jaar won een Venezolaanse ploeg er een gouden medaille in een groepssport, namelijk volleybal. Het land won ook een gouden medaille in de atletiek, wat ook al 40 jaar geen enkele Venezolaan had gekund. Naast topsport werd ook een programma 'sport voor iedereen' ontwikkeld, waarbij in de eerste jaren al meer dan 300.000 mensen werden betrokken.
Het volk in beweging
In zijn wekelijkse radio- en televisiepraatje legt Chavez zijn beleid uit, mobiliseert hij de mensen om mee te werken en gaat hij in op de nationale en internationale politiek. Hij spreekt een eenvoudig en duidelijk, doet geregeld krasse uitspraken en richt zich tot de mensen uit de volkswijken. Hij vormt stap voor stap een politiek bewustzijn, bijvoorbeeld door aan te tonen wie achter de staatsgreep zat en wat hun belangen waren, hoe de hele ondermijningsoperatie tegen zijn beleid is opgezet en welke rol de Verenigde Staten daarbij spelen. Chavez slaagt er in de bevolking te mobiliseren en te organiseren. Dit gebeurt in allerhande comités en organisaties rond concrete aandachtspunten. Die vinden elkaar in een nationale coördinatie van sociale bewegingen.
Vrienden en vijanden
Uiteraard maakt Chavez met zijn beleid niet enkel vrienden. Zijn politiek botst voortdurend met de belangen van de rijke elites in het land: de ondernemers en financiers, de privé-mediaconcerns, de grootgrondbezitters, kortom iedereen die zich tot voor kort in Venezuela ongegeneerd kon verrijken.
Venezuela is de derde handelspartner van de Verenigde Staten op het Amerikaanse continent met jaarlijks 10 miljard dollar aan Amerikaanse investeringen. Het land levert 15 procent van de totale Amerikaanse energie. Tegen 2025 zou dat 25 procent moeten zijn. Deze cijfers maken duidelijk dat de strijd van de VS tegen Chavez nog niet ten einde is. Tegelijk zal ook de oppositie haar ondermijningsstrategie op alle manieren verder zetten. Dit politiek gevecht neemt geregeld gewelddadige vormen aan met moorden, straatgevechten en sabotageacties. Maar tot vandaag heeft Hugo Chavez elke aanval weten om te zetten in een overwinning. Hij greep ze telkens aan om zijn beleid te radicaliseren. La lucha continua!
Wednesday, 18 August 2004
Het Venezolaanse volk slaat voor derde keer Amerikaanse inmenging terug - Chavez wint referendum
Het Venezolaanse volk viert uitbundig feest. Ook de derde grote poging van de Verenigde Staten om Chavez van de macht te verdrijven is mislukt: het referendum geeft Chavez 58% voor en 42% tegen. Chavez blijft, zoals hij ook bleef na de mislukte poging tot staatsgreep van april 2002. En zoals hij bleef na de politieke stakingen in de oliesector van 2002-2003. De lokale bourgeosie en de CIA geven de strijd echter niet op.
Al in de weken voor 15 augustus, de dag van het referendum, gaven onafhankelijke opiniepeilingen aan dat Chavez zou kunnen winnen. "Valse informatie vanwege de regering", stelden de privé-televisieketens, en ze gooiden er een 'eigen' opiniepeiling tegenaan die het tegendeel beweerde. Tegelijk werden 'alternatieve strategieën' ontwikkeld om het land in chaos te laten wegzinken als Chavez het toch zou halen.
De massale opkomst van meer dan 85 procent van de stemgerechtigden een historisch record voor Venezuela - toonde aan dat de gewone man in de straat wel degelijk wil dat Chavez blijft. Voor het eerst in de geschiedenis van Venezuela mobiliseerden de miljoenen armen en werklozen zich voor een stembusgang. Aan de twee presidentsverkiezingen die door Chavez werden gewonnen, nam maar 56,2 procent en 63,5 procent deel. Nu was de opkomst zo massaal dat de regering moest belissen de stembureau's tot na middernacht open te houden, acht uur langer dan gepland. Zelfs waarnemer Jimmy Carter kon zijn ogen niet geloven: "We hebben al meer dan 50 belangrijke en complexe verkiezingen begeleid over de hele wereld. Maar deze overrompeling hebben we nog nooit meegemaakt." Hij voegde eraan toe dat alles geordend en zonder problemen verliep.
Gewone volk neemt massaal deel
De inzet van deze stembusslag was dan ook enorm. Voor de gewone man was duidelijk dat Chavez wegstemmen zou betekenen dat de hervormingspolitiek zou teruggeschroefd worden. De (veelal Cubaanse) dokters in de sloppenwijken, de alfabetiseringscampagne, de landhervormingen, de organisatie van de bevolking, en het effectieve gebruik van de enorme petroleumopbrengsten voor deze sociale programma's kwamen in gevaar.
Maar de strijd is niet gestreden. De Venezolaanse oligarchie en de VS-administratie zullen zich niet zomaar gewonnen geven. Ze zullen niet nalaten de uitslag van het referendum in twijfel te trekken en Chavez van fraude te beschuldigen, met veel internationale weerklank. Nieuwe samenzweringen, destabilisatiepogingen en aanslagen zullen worden voorbereid. Het recente verleden geeft een vooruitblik op wat de nabije toekomst zal bieden. Vandaag weten we dat de staatsgreep van 11 april 2002 en de maandenlange sabotage van de peroleumindustrie een half jaar later konden rekenen op massale steun van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Alleen al in het jaar van de staatsgreep betaalde USAID 2 miljoen dollar steun aan organisaties en personaliteiten uit de oppositie. In 2002 en 2003 werd via "National Endowment for Democracy" (NED, een met de CIA-gelieerde organisatie) 800.000 dollar geschonken aan allerhande "democratische organisaties" om "de democratie in Venezuela te ondersteunen". Deze hebben één ding gemeen: ze steunden allemaal de staatsgreep van Pedro Carmona tegen Chavez in 2002.
CIA zet sabotage verder
Sinds anderhalf jaar was dit referendum hun nieuwe 'einddoel'. De Amerikaanse steun heeft enkel gediend om economische sabotages en straatgeweld te versterken. Ex-president Carlos Andrés Perez, zelf ooit veroordeeld wegens massale corruptie tijdens zijn ambtstermijn, heeft zelfs openlijk opgeroepen Chavez "te doden als een hond".
We kunnen dus onmogelijk verwachten dat deze CIA-oppositie zich bij haar nieuwe nederlaag zal neerleggen. Volgens de Spaanse krant El Mundo heeft de CIA al plannen "om de plannen van Chavez, om heel Latijns-Amerika om te vormen tot een kopie van Cuba, te bestrijden", als Chavez het referendum zou winnen. De provocaties en het geweld zullen verdergaan. Want zoals de armen weten dat ze veel te winnen hebben bij de politiek van Chavez, zo heeft de oligarchie al lang begrepen dat zij die sociale vooruitgang zal moeten betalen.
Vandaag heeft het Venezolaase volk Chavez als president bevestigd. Dat is een enorm belangrijke overwinning, maar ze moet ook dienen om de verdediging en radicalisering van de revolutie verder te zetten.
Al in de weken voor 15 augustus, de dag van het referendum, gaven onafhankelijke opiniepeilingen aan dat Chavez zou kunnen winnen. "Valse informatie vanwege de regering", stelden de privé-televisieketens, en ze gooiden er een 'eigen' opiniepeiling tegenaan die het tegendeel beweerde. Tegelijk werden 'alternatieve strategieën' ontwikkeld om het land in chaos te laten wegzinken als Chavez het toch zou halen.
De massale opkomst van meer dan 85 procent van de stemgerechtigden een historisch record voor Venezuela - toonde aan dat de gewone man in de straat wel degelijk wil dat Chavez blijft. Voor het eerst in de geschiedenis van Venezuela mobiliseerden de miljoenen armen en werklozen zich voor een stembusgang. Aan de twee presidentsverkiezingen die door Chavez werden gewonnen, nam maar 56,2 procent en 63,5 procent deel. Nu was de opkomst zo massaal dat de regering moest belissen de stembureau's tot na middernacht open te houden, acht uur langer dan gepland. Zelfs waarnemer Jimmy Carter kon zijn ogen niet geloven: "We hebben al meer dan 50 belangrijke en complexe verkiezingen begeleid over de hele wereld. Maar deze overrompeling hebben we nog nooit meegemaakt." Hij voegde eraan toe dat alles geordend en zonder problemen verliep.
Gewone volk neemt massaal deel
De inzet van deze stembusslag was dan ook enorm. Voor de gewone man was duidelijk dat Chavez wegstemmen zou betekenen dat de hervormingspolitiek zou teruggeschroefd worden. De (veelal Cubaanse) dokters in de sloppenwijken, de alfabetiseringscampagne, de landhervormingen, de organisatie van de bevolking, en het effectieve gebruik van de enorme petroleumopbrengsten voor deze sociale programma's kwamen in gevaar.
Maar de strijd is niet gestreden. De Venezolaanse oligarchie en de VS-administratie zullen zich niet zomaar gewonnen geven. Ze zullen niet nalaten de uitslag van het referendum in twijfel te trekken en Chavez van fraude te beschuldigen, met veel internationale weerklank. Nieuwe samenzweringen, destabilisatiepogingen en aanslagen zullen worden voorbereid. Het recente verleden geeft een vooruitblik op wat de nabije toekomst zal bieden. Vandaag weten we dat de staatsgreep van 11 april 2002 en de maandenlange sabotage van de peroleumindustrie een half jaar later konden rekenen op massale steun van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Alleen al in het jaar van de staatsgreep betaalde USAID 2 miljoen dollar steun aan organisaties en personaliteiten uit de oppositie. In 2002 en 2003 werd via "National Endowment for Democracy" (NED, een met de CIA-gelieerde organisatie) 800.000 dollar geschonken aan allerhande "democratische organisaties" om "de democratie in Venezuela te ondersteunen". Deze hebben één ding gemeen: ze steunden allemaal de staatsgreep van Pedro Carmona tegen Chavez in 2002.
CIA zet sabotage verder
Sinds anderhalf jaar was dit referendum hun nieuwe 'einddoel'. De Amerikaanse steun heeft enkel gediend om economische sabotages en straatgeweld te versterken. Ex-president Carlos Andrés Perez, zelf ooit veroordeeld wegens massale corruptie tijdens zijn ambtstermijn, heeft zelfs openlijk opgeroepen Chavez "te doden als een hond".
We kunnen dus onmogelijk verwachten dat deze CIA-oppositie zich bij haar nieuwe nederlaag zal neerleggen. Volgens de Spaanse krant El Mundo heeft de CIA al plannen "om de plannen van Chavez, om heel Latijns-Amerika om te vormen tot een kopie van Cuba, te bestrijden", als Chavez het referendum zou winnen. De provocaties en het geweld zullen verdergaan. Want zoals de armen weten dat ze veel te winnen hebben bij de politiek van Chavez, zo heeft de oligarchie al lang begrepen dat zij die sociale vooruitgang zal moeten betalen.
Vandaag heeft het Venezolaase volk Chavez als president bevestigd. Dat is een enorm belangrijke overwinning, maar ze moet ook dienen om de verdediging en radicalisering van de revolutie verder te zetten.
Wednesday, 23 June 2004
Navo klaar voor tussenkomst in Irak - Beslissing valt op 26 en 27 juni in Istanbul
Binnen enkele dagen neemt de Iraakse regering officieel de macht over van de Amerikaanse bezetter. De kans is groot dat de Navo op hetzelfde ogenblik beslist tussen te komen in Irak.
Peter Franssen en Pol De Vos
Bush denkt zijn probleem in Irak te kunnen oplossen via twee maatregelen. Hij wil de bezetting irakiseren, zoals de Amerikanen de oorlog in Vietnam vietnamiseerden. En hij wil de oorlog en de bezetting nog meer dan nu internationaliseren door de Navo ter hulp te roepen.
Irakiseren wil zeggen: geef de bezetter een Iraakse naam, stel Iraakse troepen samen, vorm een Iraakse politiemacht. Allemaal puppets on a string, maar het maskeert het Amerikaans imperialisme.
Op 30 juni staat de Amerikaanse consul Paul Bremer de macht af aan een Iraakse regering. De Amerikaanse ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken hebben de leden van deze regering zelf aangeduid. De eerste minister staat al 12 jaar op de loonlijst van de CIA. Acht ministers komen uit organisaties die door de Amerikaanse regering gefinancierd en geleid worden. Twee ministers zijn Amerikaans staatsburger. De Iraakse regering kan slechts met Amerikaans fiat wetten uitvaardigen, ze heeft geen controle op de oliecontracten, ze moet toekijken hoe de hele economie in banen geleid wordt die de Amerikanen bepalen, ze heeft geen macht over de 140.000 Amerikaanse en 25.000 andere bezettingstroepen.
De overdracht van de macht is dus een leugen. Voor Frankrijk, Duitsland en België, die zich verzet hebben tegen de oorlog, is de overdracht een schaamlapje. Net zoals de recente resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die de bezetting van Irak wettigde. Het zijn twee alibi's om te kunnen zeggen: nu doen we wel mee.
Vredesbeweging bedrogen
Ze willen meedoen aan een vredesactie. Want zo zal de tussenkomst van de Navo genoemd worden. Op 26 en 27 juni, vlak voor de zogezegde machtsoverdracht in Bagdad, komt het militaire bondgenootschap in vergadering bijeen in het Turkse Istanbul. De kans is groot dat hier beslist zal worden tot een militaire tussenkomst, naar het voorbeeld van de tussenkomst van de Navo in Afghanistan.
De tussenkomst van de Navo wordt al voorbereid sinds eind vorig jaar, toen het duidelijk werd dat de oorlog niet snel voorbij zal zijn. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell polste toen al de leden van de Navo. Zijn conclusie: "Binnen de alliantie is er vooruitgang omtrent dat idee."1 Twee maanden later zei de Amerikaanse ambassadeur bij de Navo Nicholas Burns: "Binnen de alliantie is er een sterke politieke wil om meer te doen in Irak. Nu is het waarschijnlijk nog te vroeg maar in de lente of het begin van de zomer zal het er van komen."2 Wat de twijfelaars het meest hinderde was dat er geen Iraakse regering in functie was en dat de Verenigde Naties zich niet uitgesproken hadden. Beide problemen zijn nu opgelost.
Midden juni hebben Bush, de Franse president Chirac en de Duitse kanselier Schröder afgesproken dat er een eerste stap zal gezet worden door de Navo de training toe te vertrouwen van delen van het Iraakse leger.3 Dat zal gebeuren nadat de pas geïnstalleerde Iraakse regering daartoe gevraagd heeft. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel heeft, nadat dit akkoord binnenskamers bekend werd, gezegd dat België "bereid is mee te helpen aan de training van een politiemacht".
Daarmee zetten Chirac, Schröder en Michel de vredesbeweging voor schut. In de aanloop naar de oorlog, begin 2003, had de vredesbeweging alle hoop gesteld op deze heren. Een hoop die al een brede schaduwkant had want de drie hebben de Amerikanen alle hulp en faciliteiten toegezegd bij het transport van troepen en materiaal over hun grondgebied. Maar toch waren België en Duitsland vorig jaar bereid hun veto te gebruiken tegen de inzet van de Navo. Nu is er daar geen sprake meer van en willen ze meehelpen aan de opbouw van een collaborerend leger en een collaborerende politiemacht. Die beslissing valt precies op het ogenblik dat het karakter van de bezetting en de oorlog voluit getekend is door de folterpraktijken in de Iraakse gevangenissen. En op het ogenblik dat bewezen is dat àlle motieven die Bush en Co aanvoerden om ten oorlog te trekken leugens waren: de massavernietigingswapens en de samenwerking tussen Al Qaeda en Saddam bij de aanslagen van 11 september. Chirac, Schröder en Michel hebben de vredesbeweging bedrogen.
Via de Navo Europa controleren
De inzet van de Navo heeft gevolgen op langere termijn voor de verhouding tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie. In Washington klinkt de roep steeds luider om de tegenstellingen tussen de twee af te zwakken. Hillary Clinton zegt: "Het we-doen-het-wel-op-ons-eentje van deze regering heeft in Irak opvallend gefaald. We moeten terug de internationale bondgenoten en internationale organisaties zoals de Navo inschakelen."4
De inschakeling van de Navo brengt de as Parijs-Berlijn terug onder de Amerikaanse paraplu. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is West-Europa militair afhankelijk van de Verenigde Staten via de Navo. De Navo als instrument bij uitstek van de Amerikaanse hegemonie wordt nu gerehabiliteerd.
Twee factoren staan een steeds grotere Navo-tussenkomst in de weg: het verzet in Irak en het verzet van de vredesbeweging in Europa en de Verenigde Staten. Als beide factoren te sterk zijn, zullen de Europese imperialisten schrik krijgen.
1. Paul Richter, Powell Reports Progress with NATO on Iraq, Los Angeles Times, 5 december 2003 · 2. The Independent Voice of Iraq Today, US says support building for Nato role in Iraq, 9 februari 2004 · 3. Richard Stevenson, Bush Does'nt Expect Nato to Provide Troops to Iraq, The New York Times, 11 juni 2003 · 4. Hillary Clinton, Fighting Terror and the Spread of Weapons of Mass Destruction, toespraak tot het Brookings Institute, 25 februari 2004.
Twee factoren staan een steeds grotere Navo-tussenkomst in de weg: het verzet in Irak en het verzet van de vredesbeweging in Europa en de Verenigde Staten. In Brussel organiseert Stop.USA op 30 juni, om 16u, tegenover de ambassade van de VS een nieuwe manifestatie tegen de Iraakse marionettenregering, tegen de bezetting en tegen de -directe of indirecte - deelname van België en Europa aan deze bezetting.
Manifestatie
Stop.USA organiseert op 30 juni om 16 u aan de Amerikaanse ambassade een manifestatie tegen de Iraakse marionettenregering, tegen de bezetting, en tegen de rechtstreekse of onrechtstreekse deelname eraan van België en Europa.
Veiling voor de kleine Hiba
Vrijdag 2 juli, 19u30, De Markten (Spiegelzaal), Oude Graanmarkt 5, BrusselVeiling sportartikels en solidariteitsmaaltijd ten voordele van de campagne voor het zwaar gekwetste meisje Hiba en andere Iraakse oorlogsslachtoffers.
Judokampioene Gella Vandecaveye is meter van deze campagne van Geneeskunde voor de Derde Wereld. Zij is erin geslaagd attributen te verzamelen van Kim Gevaert, Kim Clijsters, Justine Henin, de Rode Duivels, Anderlecht, Club Brugge, Op www.yezzz.com kan je die artikels bekijken en erop bieden. Op vrijdag 2 juli is er een openbare veiling, met veilingmeester Mon Bernaerts. Daarna volgt een solidariteitsmaaltijd, aan 10 euro (5 euro voor kinderen), waarvoor je best zo snel mogelijk inschrijft via info@g3w.be of 02/209.23.60. Gella en Hiba heten je van harte welkom!
Peter Franssen en Pol De Vos
Bush denkt zijn probleem in Irak te kunnen oplossen via twee maatregelen. Hij wil de bezetting irakiseren, zoals de Amerikanen de oorlog in Vietnam vietnamiseerden. En hij wil de oorlog en de bezetting nog meer dan nu internationaliseren door de Navo ter hulp te roepen.
Irakiseren wil zeggen: geef de bezetter een Iraakse naam, stel Iraakse troepen samen, vorm een Iraakse politiemacht. Allemaal puppets on a string, maar het maskeert het Amerikaans imperialisme.
Op 30 juni staat de Amerikaanse consul Paul Bremer de macht af aan een Iraakse regering. De Amerikaanse ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken hebben de leden van deze regering zelf aangeduid. De eerste minister staat al 12 jaar op de loonlijst van de CIA. Acht ministers komen uit organisaties die door de Amerikaanse regering gefinancierd en geleid worden. Twee ministers zijn Amerikaans staatsburger. De Iraakse regering kan slechts met Amerikaans fiat wetten uitvaardigen, ze heeft geen controle op de oliecontracten, ze moet toekijken hoe de hele economie in banen geleid wordt die de Amerikanen bepalen, ze heeft geen macht over de 140.000 Amerikaanse en 25.000 andere bezettingstroepen.
De overdracht van de macht is dus een leugen. Voor Frankrijk, Duitsland en België, die zich verzet hebben tegen de oorlog, is de overdracht een schaamlapje. Net zoals de recente resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die de bezetting van Irak wettigde. Het zijn twee alibi's om te kunnen zeggen: nu doen we wel mee.
Vredesbeweging bedrogen
Ze willen meedoen aan een vredesactie. Want zo zal de tussenkomst van de Navo genoemd worden. Op 26 en 27 juni, vlak voor de zogezegde machtsoverdracht in Bagdad, komt het militaire bondgenootschap in vergadering bijeen in het Turkse Istanbul. De kans is groot dat hier beslist zal worden tot een militaire tussenkomst, naar het voorbeeld van de tussenkomst van de Navo in Afghanistan.
De tussenkomst van de Navo wordt al voorbereid sinds eind vorig jaar, toen het duidelijk werd dat de oorlog niet snel voorbij zal zijn. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell polste toen al de leden van de Navo. Zijn conclusie: "Binnen de alliantie is er vooruitgang omtrent dat idee."1 Twee maanden later zei de Amerikaanse ambassadeur bij de Navo Nicholas Burns: "Binnen de alliantie is er een sterke politieke wil om meer te doen in Irak. Nu is het waarschijnlijk nog te vroeg maar in de lente of het begin van de zomer zal het er van komen."2 Wat de twijfelaars het meest hinderde was dat er geen Iraakse regering in functie was en dat de Verenigde Naties zich niet uitgesproken hadden. Beide problemen zijn nu opgelost.
Midden juni hebben Bush, de Franse president Chirac en de Duitse kanselier Schröder afgesproken dat er een eerste stap zal gezet worden door de Navo de training toe te vertrouwen van delen van het Iraakse leger.3 Dat zal gebeuren nadat de pas geïnstalleerde Iraakse regering daartoe gevraagd heeft. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel heeft, nadat dit akkoord binnenskamers bekend werd, gezegd dat België "bereid is mee te helpen aan de training van een politiemacht".
Daarmee zetten Chirac, Schröder en Michel de vredesbeweging voor schut. In de aanloop naar de oorlog, begin 2003, had de vredesbeweging alle hoop gesteld op deze heren. Een hoop die al een brede schaduwkant had want de drie hebben de Amerikanen alle hulp en faciliteiten toegezegd bij het transport van troepen en materiaal over hun grondgebied. Maar toch waren België en Duitsland vorig jaar bereid hun veto te gebruiken tegen de inzet van de Navo. Nu is er daar geen sprake meer van en willen ze meehelpen aan de opbouw van een collaborerend leger en een collaborerende politiemacht. Die beslissing valt precies op het ogenblik dat het karakter van de bezetting en de oorlog voluit getekend is door de folterpraktijken in de Iraakse gevangenissen. En op het ogenblik dat bewezen is dat àlle motieven die Bush en Co aanvoerden om ten oorlog te trekken leugens waren: de massavernietigingswapens en de samenwerking tussen Al Qaeda en Saddam bij de aanslagen van 11 september. Chirac, Schröder en Michel hebben de vredesbeweging bedrogen.
Via de Navo Europa controleren
De inzet van de Navo heeft gevolgen op langere termijn voor de verhouding tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie. In Washington klinkt de roep steeds luider om de tegenstellingen tussen de twee af te zwakken. Hillary Clinton zegt: "Het we-doen-het-wel-op-ons-eentje van deze regering heeft in Irak opvallend gefaald. We moeten terug de internationale bondgenoten en internationale organisaties zoals de Navo inschakelen."4
De inschakeling van de Navo brengt de as Parijs-Berlijn terug onder de Amerikaanse paraplu. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is West-Europa militair afhankelijk van de Verenigde Staten via de Navo. De Navo als instrument bij uitstek van de Amerikaanse hegemonie wordt nu gerehabiliteerd.
Twee factoren staan een steeds grotere Navo-tussenkomst in de weg: het verzet in Irak en het verzet van de vredesbeweging in Europa en de Verenigde Staten. Als beide factoren te sterk zijn, zullen de Europese imperialisten schrik krijgen.
1. Paul Richter, Powell Reports Progress with NATO on Iraq, Los Angeles Times, 5 december 2003 · 2. The Independent Voice of Iraq Today, US says support building for Nato role in Iraq, 9 februari 2004 · 3. Richard Stevenson, Bush Does'nt Expect Nato to Provide Troops to Iraq, The New York Times, 11 juni 2003 · 4. Hillary Clinton, Fighting Terror and the Spread of Weapons of Mass Destruction, toespraak tot het Brookings Institute, 25 februari 2004.
Twee factoren staan een steeds grotere Navo-tussenkomst in de weg: het verzet in Irak en het verzet van de vredesbeweging in Europa en de Verenigde Staten. In Brussel organiseert Stop.USA op 30 juni, om 16u, tegenover de ambassade van de VS een nieuwe manifestatie tegen de Iraakse marionettenregering, tegen de bezetting en tegen de -directe of indirecte - deelname van België en Europa aan deze bezetting.
Manifestatie
Stop.USA organiseert op 30 juni om 16 u aan de Amerikaanse ambassade een manifestatie tegen de Iraakse marionettenregering, tegen de bezetting, en tegen de rechtstreekse of onrechtstreekse deelname eraan van België en Europa.
Veiling voor de kleine Hiba
Vrijdag 2 juli, 19u30, De Markten (Spiegelzaal), Oude Graanmarkt 5, BrusselVeiling sportartikels en solidariteitsmaaltijd ten voordele van de campagne voor het zwaar gekwetste meisje Hiba en andere Iraakse oorlogsslachtoffers.
Judokampioene Gella Vandecaveye is meter van deze campagne van Geneeskunde voor de Derde Wereld. Zij is erin geslaagd attributen te verzamelen van Kim Gevaert, Kim Clijsters, Justine Henin, de Rode Duivels, Anderlecht, Club Brugge, Op www.yezzz.com kan je die artikels bekijken en erop bieden. Op vrijdag 2 juli is er een openbare veiling, met veilingmeester Mon Bernaerts. Daarna volgt een solidariteitsmaaltijd, aan 10 euro (5 euro voor kinderen), waarvoor je best zo snel mogelijk inschrijft via info@g3w.be of 02/209.23.60. Gella en Hiba heten je van harte welkom!
Wednesday, 16 June 2004
Solidair sprak met David Velásquez, algemeen secretaris van de Communistische Jeugd van Venezuela - Hoe Hugo Chávez zijn land uit de onderontwikkeling
Duizenden jongeren uit Venezuela zijn op dit ogenblik in Cuba. Ze vormen de voorhoede van 15.000 jongeren die in het land van Che en Fidel een opleiding krijgen om daarna aan het werk te gaan in allerlei sociale projecten in Venezuela. De jongeren maken deel uit van het Francisco de Miranda Front voor Sociale Strijd. Francisco de Miranda was de voorganger van Simon Bolívar, de bekendste Latijns-Amerikaanse leider van de onafhankelijkheidsstrijd. Het werk van de jongeren is een onderdeel van onze bolivariaanse revolutie, zegt David Velásquez, de algemene secretaris van de Communistische Jeugd van Venezuela.
Bert De Belder, Pol De Vos en Frank Venmans
Naam: David Velásquez
Leeftijd: 26 jaar
Functie: was tijdens zijn studentenjaren erg actief aan de universiteit. Is nu algemeen secretaris van de Juventud Comunista de Venezuela (JCV), Communistische Jeugd van Venezuela. Hij speelt een belangrijke rol in de versterking van de JCV sinds 1996, na een aantal jaren van verzwakking na de val en het uiteenspatten van de Sovjet-Unie. Hij is ook lid van het Politiek Bureau van de Communistische Partij van Venezuela (PCV).
Over welke sociale programma's gaat het?
David Velásquez. Eerst en vooral is er de alfabetiseringscampagne, die de naam Missie Robinson I meekreeg. De campagne is genoemd naar Robinson, de schuilnaam van Simón Rodríguez, de leermeester van Bolívar. De campagne is een groot succes: al 1,2 miljoen mensen leerden lezen, schrijven en rekenen, onder de slogan Yo, sí puedo (Ja, ik kàn het). We gebruiken daarbij een nieuwe methode, waarbij het aanleren van letters en cijfers wordt gecombineerd. Per tien leerlingen is er één leraar, die ook tv en video gebruikt. Dit gebeurt bij de mensen zelf, in hun eigen omgeving. En het blijft niet bij alfabetiseren: medische hulpverlening en preventie, sociaal-economische projecten, sociale woningbouw en dergelijke gaan ermee samen. In juli krijgt Venezuela voor dit alfabetiseringsproject een prijs van de Unesco (de organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, sociaal werk en cultuur).
Met Missie Robinson II willen we 500.000 mensen die pas leerden lezen en schrijven, helpen om het volledige basisonderwijs te volgen en af te maken. De Missie Rivas wil 600.000 extra mensen door het middelbaar onderwijs loodsen, en de Missie Sucre nog eens 500.000 door het hoger onderwijs.
Daarnaast is er natuurlijk het gezondheidswerk. Momenteel werken 13.000 Cubaanse artsen in Venezuela, binnen het Plan Barrio Adentro (het Plan Afgelegen Dorpen), waar nauwelijks Venezolaanse artsen wilden werken. Tegelijk worden in Cuba artsen van bij ons opgeleid, om het werk van de Cubanen in het binnenland te kunnen overnemen.
Indrukwekkend, maar gaat het wel om een echte revolutie?
David Velásquez. Het gaat om veel meer dan deze sociale programma's, we voeren een volledig alternatief regeerprogramma uit dat grondig afwijkt van alle vorige. Maar het omvormen (transformar) van de staat is er nog niet bij, het zijn hervormingen binnen de bestaande staat. Die trouwens in veel gevallen een hinderpaal is. We moeten de legale procedures volgen, de oppositie probeert nieuwe wetten te saboteren, het Hooggerechtshof heeft de wet op de hervormingen twee jaar geblokkeerd, De bolivariaanse revolutie moet daarom ook stap voor stap een parallelle staat creëren.
Je hebt het over de bolivariaanse revolutie... Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
David Velásquez. Het is een revolutie voor nationale bevrijding. Venezuela verwierf zijn politieke onafhankelijkheid in 1824. Nu komt het erop aan eindelijk ook economisch onafhankelijk te worden. De verschillende bevolkingsgroepen én het gros van de strijdkrachten zijn betrokken bij dit project. De revolutie bestaat uit vijf assen. Op politiek vlak moet de participatieve democratie de klassieke representatieve democratie vervangen. In de nieuwe staat heeft het volk de macht. Het oefent sociale controle uit, beslist mee over de begroting, kan met een referendum verkozenen of staatsambtenaren afzetten,
De tweede as is de economische. We willen niet minder dan de productieverhoudingen veranderen. De staatsbedrijven krijgen het hoofdaccent, de privatiseringen worden stopgezet of gekeerd. Er moet een rechtvaardiger verdeling van de rijkdom komen, vooral van de enorme inkomsten uit de olie. Daarmee kunnen we een echte industriële ontwikkeling op gang brengen. De regering heeft bij volmacht wetten gemaakt met een belangrijke economische impact, zoals de wet op de landhervorming, de wet op de visvangst, de wet op de olie.
Waarmee president Hugo Chávez botst met de bourgeoisie?
David Velásquez. Bij de uitvoering van die wetten is het dikwijls hard tegen hard. Sinds 2001, toen de wet op de landhervorming werd gestemd, verloren al meer dan 100 arme boeren het leven in de strijd voor land. En de eerste patroonsstaking in Venezuela, in december 2001, was precies tegen drie dergelijke volmachtwetten gericht.
Is er ook van buitenuit druk om de revolutie van Venezuela te stoppen?
David Velásquez. Het merendeel van onze olie wordt uitgevoerd naar de Verenigde Staten en we zijn voor 70 procent van onze invoer afhankelijk van de VS. Maar we willen onze internationale relaties diversifiëren.
Dat is de derde pijler van de bolivariaanse revolutie. We willen meer handel met de Europese Unie, Rusland, India. Met veel derdewereldlanden hebben we vriendschaps- en samenwerkingsakkoorden. Aan de minst ontwikkelde landen, de landen uit de Caraïben en Latijns-Amerika, en zeker aan Cuba leveren we olie aan gunstige voorwaarden. Venezuela wil ook de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, nieuw leven inblazen zodat de olie terug een wapen in handen van de Derde Wereld kan worden, en niet van de westerse multinationals. En we promoten de economische integratie van Latijns-Amerika. Tegenover de ALCA, de Vrijhandelszone van de Amerika's die volledig ten voordele van de VS-multinationals uitvalt, stellen wij de ALBA, het Bolivariaans Alternatief voor de Amerika's.
En de vierde en vijfde as van de Venezolaanse revolutie?
David Velásquez. Over het sociale luik heb ik het al uitgebreid gehad. En de laatste pijler is de doelstelling om heel het land te ontwikkelen, en niet alleen de hoofdstad Carácas waar 5 van de 24 miljoen inwoners wonen en de kuststreek errond.
Hoe beoordelen jullie als communisten het project van president Hugo Chávez?
David Velásquez. Je zou kunnen zeggen dat Chávez de fundamenten aan het leggen is van een soort post-kapitalistische maatschappij, van een staat van sociale gerechtigheid. De Communistische Partij van Venezuela stelt dat dit de etappe van de nationale revolutie is, een etappe op weg naar het socialisme. We vinden het belangrijk om Chávez te steunen en zo de verwezenlijkingen van deze etappe zo goed mogelijk te consolideren. Wij zijn voor de versterking van de volksmacht en van een breed front rond Chávez. Onze beleidsopties zijn in deze fase coherent met die van Chávez. Wij vormen een soort ideologische reserve voor zijn beleid. Tegelijk werken we aan de versterking van onze partij en winnen we aan invloed, zowel kwantitatief als kwalitatief.
Twee keer hebben de Verenigde Staten en de Venezolaanse bourgeoisie geprobeerd Chávez omver te werpen. Eerst met een CIA-staatsgreep op 11 april 2002 en dan met een patroonsstaking en een wekenlange sabotage van de olieproductie, in december 2002 en januari 2003.
Vóór die contrarevolutionaire aanvallen tegen de bolivariaanse revolutie werd onze partij nogal gemarginaliseerd door de regering en door de organisatie van Chávez, de Beweging van de Vijfde Republiek. Maar de laatste tijd houdt Chávez een duidelijker anti-imperialistisch discours en is er meer openheid naar de Communistische Partij. Onze mensen zijn bijvoorbeeld prominent aanwezig in de sociale programma's van de overheid.
Kan er een rechtse staatsgreep komen? Een interventie van de Verenigde Staten?
David Velásquez. In Venezuela zijn er vandaag geen volksmilities, het volk is niet bewapend. Maar de strijdkrachten bestaan in grote mate uit gewone volksmensen. Het progressief gedachtengoed is er wijdverspreid, zeker nadat het leger na de staatsgreep van april 2002 werd gezuiverd van de meeste rechtse officieren. De militairen krijgen politieke vorming, doen sociaal werk, helpen met infrastructuurwerken, enz. Zo hebben ze direct contact met de bevolking. De integratie van militairen met het volk zou je 'het gewapende volk' kunnen noemen.
De militaire verhouding met de Verenigde Staten is een delicate kwestie. Venezuela kan zich niet zomaar gelijk wat permitteren. Een aantal vormen van training die VS-militairen aan onze soldaten gaven, zijn opgeheven. En van gezamenlijke militaire oefeningen met het VS-leger is al helemaal geen sprake meer.
In augustus 2005 ontvangt jouw organisatie, de Communistische Jeugd van Venezuela, het Wereldjongerenfestival van de World Federation of Democratic Youth (WFDY). Kan dit een ondersteuning zijn voor de revolutionaire beweging in je land?
David Velásquez. Als rechts alle mogelijke internationale krachten bundelt, zoals de CIA, de reactionaire regering van Colombia en reactionaire niet-gouvernementele organisaties, dan moeten wij ook beroep doen op de internationale solidariteit. We willen dat de revolutionaire beweging in Venezuela en de WFDY elkaar versterken doorheen het festival. Door het contact met de bevolking, in de politieke debatten, met de culturele uitwisseling, via de wijkbezoeken kunnen alle deelnemers leren van onze strijd. Iedereen die op het festival komt zal ook meewerken, of op zijn minst in contact staan met de sociale projecten van de Venezolaanse overheid. Zo zijn de deelnemers op het festival ook internationale waarnemers, die de ware feiten over Venezuela kunnen doorzeggen. Zo een ervaring kan ook de basis zijn voor een solidariteitsbeweging achteraf.
Hoeveel jongeren denken jullie te mobiliseren?
David Velásquez. Op het festival in Cuba in 1997 waren er meer dan 12.400 deelnemers, in Algerije 2001 waren iets meer dan 9.000. Wij willen 15.000 jongeren uit meer dan 100 landen bijeenbrengen. Die kunnen buiten het festival zelf ook vrijwilligerswerk doen: een school schilderen of een ziekenhuis renoveren. Of helpen jeugdhuizen opstarten voor politieke, recreatieve en culturele jongerenactiviteiten. We doen ook een oproep op studenten geneeskunde, tandheelkunde en sociaal assistenten om hun stage in Venezuela te doen, aansluitend op het festival.
Volksmilities om de revolutie te verdedigen
Sinds de poging tot staatsgreep in april 2002 is het onrustig in Venezuela. De president heeft de steun van de gewone man en vrouw, maar de macht van de industriëlen, grootgrondbezitters en mediamagnaten is bijzonder groot. Temeer omdat ze kunnen rekenen op de steun van de Verenigde Staten. De plannen van de rijken worden steeds driester. In de voorbije twee jaar zijn in Venezuela 87 boeren vermoord, voorvechters van de nieuwe wet op de herverdeling van de grond. Daarnaast zijn ook nog 50 politici vermoord, allemaal aanhangers van president Chavez.
De Verenigde Staten en de rijken maken gebruik van de legale mogelijkheden. Zo zal er op 15 augustus een referendum worden georganiseerd om Chavez af te zetten.
Tegelijk probeert de oppositie het land te destabiliseren, ook gewapenderhand. Op 9 mei arresteerden de Venezolaanse veiligheidsdiensten 130 Colombiaanse paramilitairen die waren ingehuurd om Chavez te vermoorden. Het doodseskader werden gevat op de hacienda van de extreem rechtse oppositieleider Robert Alonso.
Een week later, op 16 mei, was er een massale steunbetoging voor Chavez in het centrum van de hoofdstad Caracas. In zijn toespraak zei de president: "Met de grondwet in de hand, moeten we acties ondernemen, zoals de onteigening van de grond en de toewijzing ervan aan diegenen die het echt nodig hebben." De president deed daarbij de opmerkelijke oproep om volksmilities te vormen, als onderdeel van de nieuwe Globale Nationale Defensie Strategie. Chavez citeerde de Chinese leider Mao Zedong: "Het volk is voor het leger, wat het water is voor de vissen."
Het doel van de volksmilities is "de verdediging van het land in elk district, aan elke universiteit, in elke fabriek, op elk veld. Op elke plaats waar er een groep van patriotten is, daar moeten ze zich organiseren."
Als het volk zich via de landonteigeningen en de volksmilities effectief stevig organiseert, hebben de Verenigde Staten en de reactionaire bourgeoisie niet veel kans om de revolutie te stoppen.
Bert De Belder, Pol De Vos en Frank Venmans
Naam: David Velásquez
Leeftijd: 26 jaar
Functie: was tijdens zijn studentenjaren erg actief aan de universiteit. Is nu algemeen secretaris van de Juventud Comunista de Venezuela (JCV), Communistische Jeugd van Venezuela. Hij speelt een belangrijke rol in de versterking van de JCV sinds 1996, na een aantal jaren van verzwakking na de val en het uiteenspatten van de Sovjet-Unie. Hij is ook lid van het Politiek Bureau van de Communistische Partij van Venezuela (PCV).
Over welke sociale programma's gaat het?
David Velásquez. Eerst en vooral is er de alfabetiseringscampagne, die de naam Missie Robinson I meekreeg. De campagne is genoemd naar Robinson, de schuilnaam van Simón Rodríguez, de leermeester van Bolívar. De campagne is een groot succes: al 1,2 miljoen mensen leerden lezen, schrijven en rekenen, onder de slogan Yo, sí puedo (Ja, ik kàn het). We gebruiken daarbij een nieuwe methode, waarbij het aanleren van letters en cijfers wordt gecombineerd. Per tien leerlingen is er één leraar, die ook tv en video gebruikt. Dit gebeurt bij de mensen zelf, in hun eigen omgeving. En het blijft niet bij alfabetiseren: medische hulpverlening en preventie, sociaal-economische projecten, sociale woningbouw en dergelijke gaan ermee samen. In juli krijgt Venezuela voor dit alfabetiseringsproject een prijs van de Unesco (de organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, sociaal werk en cultuur).
Met Missie Robinson II willen we 500.000 mensen die pas leerden lezen en schrijven, helpen om het volledige basisonderwijs te volgen en af te maken. De Missie Rivas wil 600.000 extra mensen door het middelbaar onderwijs loodsen, en de Missie Sucre nog eens 500.000 door het hoger onderwijs.
Daarnaast is er natuurlijk het gezondheidswerk. Momenteel werken 13.000 Cubaanse artsen in Venezuela, binnen het Plan Barrio Adentro (het Plan Afgelegen Dorpen), waar nauwelijks Venezolaanse artsen wilden werken. Tegelijk worden in Cuba artsen van bij ons opgeleid, om het werk van de Cubanen in het binnenland te kunnen overnemen.
Indrukwekkend, maar gaat het wel om een echte revolutie?
David Velásquez. Het gaat om veel meer dan deze sociale programma's, we voeren een volledig alternatief regeerprogramma uit dat grondig afwijkt van alle vorige. Maar het omvormen (transformar) van de staat is er nog niet bij, het zijn hervormingen binnen de bestaande staat. Die trouwens in veel gevallen een hinderpaal is. We moeten de legale procedures volgen, de oppositie probeert nieuwe wetten te saboteren, het Hooggerechtshof heeft de wet op de hervormingen twee jaar geblokkeerd, De bolivariaanse revolutie moet daarom ook stap voor stap een parallelle staat creëren.
Je hebt het over de bolivariaanse revolutie... Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
David Velásquez. Het is een revolutie voor nationale bevrijding. Venezuela verwierf zijn politieke onafhankelijkheid in 1824. Nu komt het erop aan eindelijk ook economisch onafhankelijk te worden. De verschillende bevolkingsgroepen én het gros van de strijdkrachten zijn betrokken bij dit project. De revolutie bestaat uit vijf assen. Op politiek vlak moet de participatieve democratie de klassieke representatieve democratie vervangen. In de nieuwe staat heeft het volk de macht. Het oefent sociale controle uit, beslist mee over de begroting, kan met een referendum verkozenen of staatsambtenaren afzetten,
De tweede as is de economische. We willen niet minder dan de productieverhoudingen veranderen. De staatsbedrijven krijgen het hoofdaccent, de privatiseringen worden stopgezet of gekeerd. Er moet een rechtvaardiger verdeling van de rijkdom komen, vooral van de enorme inkomsten uit de olie. Daarmee kunnen we een echte industriële ontwikkeling op gang brengen. De regering heeft bij volmacht wetten gemaakt met een belangrijke economische impact, zoals de wet op de landhervorming, de wet op de visvangst, de wet op de olie.
Waarmee president Hugo Chávez botst met de bourgeoisie?
David Velásquez. Bij de uitvoering van die wetten is het dikwijls hard tegen hard. Sinds 2001, toen de wet op de landhervorming werd gestemd, verloren al meer dan 100 arme boeren het leven in de strijd voor land. En de eerste patroonsstaking in Venezuela, in december 2001, was precies tegen drie dergelijke volmachtwetten gericht.
Is er ook van buitenuit druk om de revolutie van Venezuela te stoppen?
David Velásquez. Het merendeel van onze olie wordt uitgevoerd naar de Verenigde Staten en we zijn voor 70 procent van onze invoer afhankelijk van de VS. Maar we willen onze internationale relaties diversifiëren.
Dat is de derde pijler van de bolivariaanse revolutie. We willen meer handel met de Europese Unie, Rusland, India. Met veel derdewereldlanden hebben we vriendschaps- en samenwerkingsakkoorden. Aan de minst ontwikkelde landen, de landen uit de Caraïben en Latijns-Amerika, en zeker aan Cuba leveren we olie aan gunstige voorwaarden. Venezuela wil ook de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, nieuw leven inblazen zodat de olie terug een wapen in handen van de Derde Wereld kan worden, en niet van de westerse multinationals. En we promoten de economische integratie van Latijns-Amerika. Tegenover de ALCA, de Vrijhandelszone van de Amerika's die volledig ten voordele van de VS-multinationals uitvalt, stellen wij de ALBA, het Bolivariaans Alternatief voor de Amerika's.
En de vierde en vijfde as van de Venezolaanse revolutie?
David Velásquez. Over het sociale luik heb ik het al uitgebreid gehad. En de laatste pijler is de doelstelling om heel het land te ontwikkelen, en niet alleen de hoofdstad Carácas waar 5 van de 24 miljoen inwoners wonen en de kuststreek errond.
Hoe beoordelen jullie als communisten het project van president Hugo Chávez?
David Velásquez. Je zou kunnen zeggen dat Chávez de fundamenten aan het leggen is van een soort post-kapitalistische maatschappij, van een staat van sociale gerechtigheid. De Communistische Partij van Venezuela stelt dat dit de etappe van de nationale revolutie is, een etappe op weg naar het socialisme. We vinden het belangrijk om Chávez te steunen en zo de verwezenlijkingen van deze etappe zo goed mogelijk te consolideren. Wij zijn voor de versterking van de volksmacht en van een breed front rond Chávez. Onze beleidsopties zijn in deze fase coherent met die van Chávez. Wij vormen een soort ideologische reserve voor zijn beleid. Tegelijk werken we aan de versterking van onze partij en winnen we aan invloed, zowel kwantitatief als kwalitatief.
Twee keer hebben de Verenigde Staten en de Venezolaanse bourgeoisie geprobeerd Chávez omver te werpen. Eerst met een CIA-staatsgreep op 11 april 2002 en dan met een patroonsstaking en een wekenlange sabotage van de olieproductie, in december 2002 en januari 2003.
Vóór die contrarevolutionaire aanvallen tegen de bolivariaanse revolutie werd onze partij nogal gemarginaliseerd door de regering en door de organisatie van Chávez, de Beweging van de Vijfde Republiek. Maar de laatste tijd houdt Chávez een duidelijker anti-imperialistisch discours en is er meer openheid naar de Communistische Partij. Onze mensen zijn bijvoorbeeld prominent aanwezig in de sociale programma's van de overheid.
Kan er een rechtse staatsgreep komen? Een interventie van de Verenigde Staten?
David Velásquez. In Venezuela zijn er vandaag geen volksmilities, het volk is niet bewapend. Maar de strijdkrachten bestaan in grote mate uit gewone volksmensen. Het progressief gedachtengoed is er wijdverspreid, zeker nadat het leger na de staatsgreep van april 2002 werd gezuiverd van de meeste rechtse officieren. De militairen krijgen politieke vorming, doen sociaal werk, helpen met infrastructuurwerken, enz. Zo hebben ze direct contact met de bevolking. De integratie van militairen met het volk zou je 'het gewapende volk' kunnen noemen.
De militaire verhouding met de Verenigde Staten is een delicate kwestie. Venezuela kan zich niet zomaar gelijk wat permitteren. Een aantal vormen van training die VS-militairen aan onze soldaten gaven, zijn opgeheven. En van gezamenlijke militaire oefeningen met het VS-leger is al helemaal geen sprake meer.
In augustus 2005 ontvangt jouw organisatie, de Communistische Jeugd van Venezuela, het Wereldjongerenfestival van de World Federation of Democratic Youth (WFDY). Kan dit een ondersteuning zijn voor de revolutionaire beweging in je land?
David Velásquez. Als rechts alle mogelijke internationale krachten bundelt, zoals de CIA, de reactionaire regering van Colombia en reactionaire niet-gouvernementele organisaties, dan moeten wij ook beroep doen op de internationale solidariteit. We willen dat de revolutionaire beweging in Venezuela en de WFDY elkaar versterken doorheen het festival. Door het contact met de bevolking, in de politieke debatten, met de culturele uitwisseling, via de wijkbezoeken kunnen alle deelnemers leren van onze strijd. Iedereen die op het festival komt zal ook meewerken, of op zijn minst in contact staan met de sociale projecten van de Venezolaanse overheid. Zo zijn de deelnemers op het festival ook internationale waarnemers, die de ware feiten over Venezuela kunnen doorzeggen. Zo een ervaring kan ook de basis zijn voor een solidariteitsbeweging achteraf.
Hoeveel jongeren denken jullie te mobiliseren?
David Velásquez. Op het festival in Cuba in 1997 waren er meer dan 12.400 deelnemers, in Algerije 2001 waren iets meer dan 9.000. Wij willen 15.000 jongeren uit meer dan 100 landen bijeenbrengen. Die kunnen buiten het festival zelf ook vrijwilligerswerk doen: een school schilderen of een ziekenhuis renoveren. Of helpen jeugdhuizen opstarten voor politieke, recreatieve en culturele jongerenactiviteiten. We doen ook een oproep op studenten geneeskunde, tandheelkunde en sociaal assistenten om hun stage in Venezuela te doen, aansluitend op het festival.
Volksmilities om de revolutie te verdedigen
Sinds de poging tot staatsgreep in april 2002 is het onrustig in Venezuela. De president heeft de steun van de gewone man en vrouw, maar de macht van de industriëlen, grootgrondbezitters en mediamagnaten is bijzonder groot. Temeer omdat ze kunnen rekenen op de steun van de Verenigde Staten. De plannen van de rijken worden steeds driester. In de voorbije twee jaar zijn in Venezuela 87 boeren vermoord, voorvechters van de nieuwe wet op de herverdeling van de grond. Daarnaast zijn ook nog 50 politici vermoord, allemaal aanhangers van president Chavez.
De Verenigde Staten en de rijken maken gebruik van de legale mogelijkheden. Zo zal er op 15 augustus een referendum worden georganiseerd om Chavez af te zetten.
Tegelijk probeert de oppositie het land te destabiliseren, ook gewapenderhand. Op 9 mei arresteerden de Venezolaanse veiligheidsdiensten 130 Colombiaanse paramilitairen die waren ingehuurd om Chavez te vermoorden. Het doodseskader werden gevat op de hacienda van de extreem rechtse oppositieleider Robert Alonso.
Een week later, op 16 mei, was er een massale steunbetoging voor Chavez in het centrum van de hoofdstad Caracas. In zijn toespraak zei de president: "Met de grondwet in de hand, moeten we acties ondernemen, zoals de onteigening van de grond en de toewijzing ervan aan diegenen die het echt nodig hebben." De president deed daarbij de opmerkelijke oproep om volksmilities te vormen, als onderdeel van de nieuwe Globale Nationale Defensie Strategie. Chavez citeerde de Chinese leider Mao Zedong: "Het volk is voor het leger, wat het water is voor de vissen."
Het doel van de volksmilities is "de verdediging van het land in elk district, aan elke universiteit, in elke fabriek, op elk veld. Op elke plaats waar er een groep van patriotten is, daar moeten ze zich organiseren."
Als het volk zich via de landonteigeningen en de volksmilities effectief stevig organiseert, hebben de Verenigde Staten en de reactionaire bourgeoisie niet veel kans om de revolutie te stoppen.
Subscribe to:
Posts (Atom)