Sinds een maand is het Palestijnse volk in opstand. Tegen de aanhoudende wreedheid van de Israëlische bezetting, tegen een "vredesproces" vol bedrog en misleiding. Deze nieuwe uitbarsting was onvermijdelijk, zo blijkt uit dit dossier. Palestijnen blijven tweederangsburgers in eigen land. Gisteren willekeurige arrestaties en folteringen, vandaag koelbloedige moord op meer dan honderd Palestijnen, ook kinderen. Israël weigert nog steeds de terugkeer van de miljoenen Palestijnse vluchtelingen. Wat is er nodig voor een duurzame vrede?
Ramallah, versperde stad
Anne-Marie is Zwitserse en leeft al geruime tijd in Ramallah. Zij ziet elke dag opnieuw hoe de Palestijnen behandeld worden als een tweederangsvolk.
Anne-Marie. Probeer je maar eens het leven van een Palestijn hier voor te stellen. Je bent bijvoorbeeld geboren en opgegroeid in Ramallah. Sinds je getrouwd bent, woon je een tiental kilometer verderop maar je werkt nog steeds in Ramallah. Elke ochtend word je op weg naar je werk tegengehouden door soldaten die je met stilzwijgende hoofdknik naar je papieren vragen. Soms bekijken ze die amper, soms verdwijnen ze in hun wachthuisje met je papieren en moet je wachten. Eén minuut of twee uur. Je weet het nooit op voorhand. Maar je moet om 8 uur op je werk zijn. Om hoe laat zou je dan thuis vertrekken?
Of stel je een feestdag voor. Je wil je familie of vrienden in Ramallah bezoeken. Vrouw en kinderen zitten al in de auto, je kan vertrekken. Onderweg is er een file. Dat gebeurt in alle landen. Maar hier is de reden de militaire controlepost. De meeste autos worden meteen teruggestuurd. Jij mag wel door want op je papieren staat nog altijd dat je in Ramallah woont. Wat natuurlijk niet waar is maar gelukkig heb je dat nooit aangegeven. Dus mag je door.
Van de ene wegversperring naar de andere
Hola, vandaag is er een tweede controle, bij het begin van de stad. Vreemd. Maar je mag weer door. Weer één minuut of twee uur wachten. Geen probleem. Zolang we maar door mogen. Je parkeert en trekt te voet verder richting centrum, waar je familie waarschijnlijk al ongerust wacht. Ha, nog een controle bij de voetgangerszone. Gelukkig zijn je vrouw en kinderen ook in het stadscentrum gedomicilieerd. Na drie controles kom je eindelijk ter bestemming. Drie keer opgehouden door soldaten die niets zeggen, die je taal niet willen spreken, die je behandelen als een luizige hond.
Het is feest en je wil graag gaan bidden in je kerk, moskee of synagoge. Bij de ingang weer soldaten of politie. Je toont je paspoort. De soldaat vraagt je leeftijd hoewel die duidelijk op de kaart in zijn handen staat, in zijn taal en niet de jouwe. Maar je antwoordt. Waarom zou je je immers opwinden? Je kwam hier om te bidden, niet om te discussiëren met een soldaat. Ben je ouder dan 50? Dan mag je binnen. Ben je jonger? Dan mag je God én deze soldaten aanroepen, maar je komt er niet in.
Bij de eerste drie wegversperringen ben je dus gecontroleerd omdat je huidskleur, je ogen en gezicht je afkomst verraden. Je moest braaf de welwillendheid van de soldaten afwachten toen bleek dat je een andere nationaliteit hebt. Bij de vierde versperring is er controle omwille van je godsdienst.
Vier versperringen, versperringen over het hele land, op alle wegen, in alle straten. Het valt niet elke dag voor, maar er is altijd wel een reden: een belangrijk religieus feest van de verdrukkers of een belangrijk religieus feest van de onderdrukten ofwel een of ander probleem dat s nachts uit de hemel is gevallen.
Wat zou jij voelen na zeven jaar van onderhandelen, van hopen op vrijheid en respect? Hoe zou jij kijken naar die soldaten die je elke morgen ophouden, op elke straathoek. Ze dragen hetzelfde uniform als de soldaat die je broer vermoordde, de soldaat die jou in een cel wierp omdat je een steen in je hand had, de soldaat die jou martelde.
Als je die zaken niet hebt kunnen vergeven, heb je ze in elk geval zeven lange jaren moeten trachten vergeten. Je bent zelfs tot de slotsom gekomen dat je zou kunnen samenleven met dit volk dat je verplettert. Op één voorwaarde. Weet je welke?
Publication list - PUBLIC HEALTH
De Vos P, García A, Alvarez A, Rodríguez A, Bonet M, Van der Stuyft P (2012) Public health services, an essential determinant of health during crisis. Lessons from Cuba, 1989-2000. Trop. Med. Int. Health 17: 469-479.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
De Ceukelaire W, De Vos P, Criel B (2011) Political will for better health, a bottom-up process. Trpo. Med. Int. Health 16: 1185-1189.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodríguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Comprehensive participatory planning and evaluation (CPPE). Social Medicine 6(2): 106-117.
De Vos P, Guerra M, Sosa I, Ferrer L, Rodriguez A, Bonet M, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2011) Planificación y evaluación participativa e integral (PEPI). Medicina Social 6(2): 120-133.
De Vos P (2010) Strengthening public health systems: an analysis of global trends and counter-praxis in Cuba. Dissertation - PhD in Medical Sciences. Ghent University, 29th of November 2010.
Londoño E, Dario-Gómez R, De Vos P (2010) Colombia’s health reform: false debates, real imperatives. Lancet 375: 803.
De Vos P, Orduñez-García P, Santos-Peña M, Van der Stuyft P (2010) Public hospital management in times of crisis: lessons learned from Cienfuegos, Cuba (1996-2008). Health Policy 96, 64-71. [DOI: 10.1016/j.healthpol.2010.01.005]
(Also in MEDICC Review 2010 12(2): 37-43.)
Van Olmen J, Criel B, Devadasan N, Pariyo G, De Vos Pol, Van Damme W, Van Dormael M, Marchal B, Kegels G (2010) Primary Health Care in the 21st century: primary care providers and people's empowerment [editorial]. Trop. Med. Int. Health 15: 386-390.
De Vos P, Van der Stuyft P (2009) The right to health in times of economic crisis: Cuba’s way. Lancet 374, 1575-1576.
De Vos P, De Ceukelaire W, Malaise G, Pérez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Health through people’s empowerment: a rights-based approach to participation. Health and Human Rights 11(1):23-35.
De Vos P, Malaise G, De Ceukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participation and empowerment in Primary Health Care: from Alma Ata to the era of Globalization. Social Medicine 4(2), 121-127. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/socialmedicine/article/view/269/633.
De Vos P, Malaise G, DeCeukelaire W, Perez D, Lefèvre P, Van der Stuyft P (2009) Participación y empoderamiento en la atención primaria en salud: desde Alma Ata hasta la era de la globalización. Medicina Social 4(2); 127-134. http://journals.sfu.ca/socialmedicine/index.php/medicinasocial/article/view/314/651.
Perez D, Lefèvre P, Romero MI, Sanchez L, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Augmenting frameworks for appraising practices of community-based health interventions. Health Policy and Planning 24(5): 335-341. (DOI:10.1093/heapol/czp028)
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Social movements are key towards universal health coverage. Lancet 374:1888.
De Ceukelaire W, De Vos P (2009) Governments, civil society, and social determinants of health. Lancet 373, 298-299.
De Vos P (2009) Las nuevas oportunidades para América Latina. p 161-175. In: Barten F, Rovere M, Espinoza E (eds). Salud Para Todos. Una Meta Posible. Pueblos Movilizados y Gobiernos Comprometidos en un Nuevo Contexto Global. Buenos Aires, IIED – América Latina Publicaciones 2009. [http://www.iied-al.org.ar/Libro%20Salud%20para%20todos.pdf]. [ISBN: 978-987-22370-5-9]
Soors W, De Vos P, Criel B (2009) Sociale Zekerheid is geen 'vraatzuchtig monstertje'. De Standaard, 14 augustus.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Commentary: Cuba's health system: challenges ahead. Health Policy and Planning 2008;23:288-290.
De Vos P et al. Uses of first line emergency services in Cuba. Health Policy 2008; 85(1):94-104.
De Vos P, De Ceukelaire W, Bonet M, Van der Stuyft P. Cuba’s international cooperation in health: an overview. International Journal of Health Services 2007; 37(4):761-776.
Van der Stuyft P, De Vos P. The USA and “Cuban doctors working abroad”. Lancet 2007; 369:2160 (30th June).
De Vos P, Barroso I, Rodriguez A, Bonet M, Van der Stuyft P. The functioning of the Cuban home hospitalization programme: a descriptive analysis. BMC Health Services Research 2007, 7:76.
Barroso Utra IM, García Fariñas A, Rodríguez Salvá A, De Vos P, Bonet Gorbea M, Van Der Stuyft P. El ingreso en el hogar y su costo directo en Cuba. Rev Panam Salud Publica. 2007; 21(2/3):85-95.
De Vos P. Cuba's delayed transition needs (Letter). Lancet 2006; 368:1324 (14th October).
De Vos P, De Ceukelaire W and Van der Stuyft P. Colombia and Cuba: contrasting models in Latin-American health sector reform. Trop Med Int Health 2006; 11(10): 1604-1612.
De Vos P and Van der Stuyft P. Cuba's international cooperative efforts in health (Letter). BMJ 2006;333:603 (16 September).
De Vos, P. Cuba's international cooperation efforts in health. (e-mail letter) BMJ 2006; 333. 2nd of September. (bmj.bmjjournals.com/cgi/eletters/333/7566/464)
De Vos, P. Health Report on Cuba. "No One Left Abandoned": Cuba's National Health System Since the 1959 Revolution. International Journal of Health Servicies 2005; 35(1): 189-207.
De Vos, P., Murlá, P., Rodriguez, A., Bonet, M., Más, P., Van der Stuyft, P. Shifting the demand for emergency care in Cuba's health system. Social Science & Medicine 2005; (60)3: 609-616.
De Vos, P., Bonet, M., Van der Stuyft, P. Health and human rights in Cuba (LETTER). Lancet 2004; 364: 2177-2178.
De Vos, P., Dewitte, H., and Van der Stuyft, P. Unhealthy European Health Policy. International Journal of Health Services 2004; 34(2): 255–269.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos P. Crise économique et soins de santé à Cuba. Lett RIAC 2000; juin: 24-26.
De Vos P. Economic crisis and health care in Cuba. INFI Newsl 2000; June: 24-26.
Van der Stuyft P & De Vos P. Nicaragua's debt burden: a permanent hurricane (LETTER). Lancet 1996; 352, 2024.
Van der Stuyft P, De Vos P & Hilderbrand K. USA ans shortage of food and medicine in Cuba(LETTER). Lancet 1997; 349, 363.
Criel B, De Vos P, Van Lerberghe W & Van der Stuyft P. Community financing or cost recovery: empowerment or social dumping?(EDITORIAL). Tropical Medicine and International Health 1997; 1, 281-282.
Porignon D, De Vos P, Hennart P Problématique du secteur santé au Zaïre. 1994. ULB Brussel en ITG Antwerpen.
De Vos P. The role of the general practitioner at the first line health services in Rivas, Nicaragua. Thesis Masters’ of Public Health 1992; ITM Antwerp.
Castillo L, Wesseling C, Aguilar H, Castillo C, De Vos P. Uso e impacto de los plaguicidas en tres países centroamericanos. Estudios Sociales Centroamericanos (Costa Rica) 1989; 49, 119-139.
Publicaties in Cubaanse medische tijdschriften
Álvares Pérez AG, Alegret Rodríguez M, Gonzálvez IPL, Leyva León Á, Rodríguez Salvá A, Bonet Gorbea M, et al. Diferenciales de salud y una aproximación mediante el empleo dell coeficiente de Gini y el índice de concentración en las provincias cubanas, 2002-2008. Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(2):202-17.
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Ferrer Ferrer L, Bonet Gorbea M, Alfonso Sagué K, Guerra Chang M, García Fariñas A, De Vos P. Evaluación del proceso de intervenciones comunitarias para la prevención y control de los factores de riesgo y enfermedades no transmisibles (2003-2005). Rev Cubana Hig Epidemiol 2011;49(1):33-46.
Jova-Morel R, Rodríguez-Salvá A, Piñera AD, Acosta SB, Lorenzo IS, De Vos P, et al. Modelos de atención a pacientes con enfermedades crónicas no transmisibles en Cuba y el mundo. MEDISAN 2011;15(11):1609-20.
Sosa I, Rodriguez A, Abreu I, Guerra M, Lefèvre P, De Vos P (2011)Percepción sobre el análisis de situación de salud en un Consejo Popular de Centro Habana. Rev Cubana Hig Epidemiol 49(3): 183-190.
Rodriguez A, Alvarez A, Sosa I, De Vos P, Bonet M, Van der Stuyft P (2010) Rev. Cubana Hig. Epidemiol. 48(2): 177-196.
Alvarez A, Fariñas A, Rodriguez A, Bonet M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de salud. Rev. Cubana Hig. Epidemiología 47(1).
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Algunas evidencias cualitativas acerca de la determinación de la salud en Cuba (1989 a 2000). [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología. 47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie02109.htm]
Álvarez-Pérez AG, García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Bonet-Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2009) Los estudios organizacionales en el abordaje de los determinantes de la salud [Electronic only] Revista Cubana de Higiene y Epidemiología.47(1). [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol47_1_09/hie06109.htm]
Van der Stuyft P, De Vos P (2008) La relación entre los niveles de atención constituye un determinante clave de la salud [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 (4) , 1-9 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol34_4_08/spu14408.htm]
García-Fariñas A, Rodríguez-Salvá A, Marine-Alonso M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Gastos asumidos por la familia durante el ingreso en el hogar [electronic only]. Rev Cubana Salud Pública 34 [http://scieloprueba.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000200007&lng=es&nrm=iso].
Alvarez Pérez AG, García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, Bonet Gorbea M, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) La regionalización de los servicios de salud como una estrategía de reorganización sanitaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 46, 1-12 [http://bvs.sld.cu/revistas/hie/vol46_1_08/hie07108.htm].
García Fariñas A, Barroso Utra IM, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2008) Costos directos del ingreso en el hogar en Cuba [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 34, 1-8 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0864-34662008000100014&lng=es&nrm=iso].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Van der Stuyft P (2008) Ingreso en el hogar: empleo de medicamentos y sus efectos económicos [electronic only]. Revista Cubana de Farmacia 34, 1-8 [http://bvs.sld.cu/revistas/far/vol42_1_08/far09108.htm].
García Fariñas A, Rodriguez Salvá A, De Vos P, Jova Morel R, Bonet Gorbea M, García Roche R, Van der Stuyft P (2006) Costos del subsistema de urgencias en la atención primaria de salud en Cuba, 1999-2000 [electronic only]. Revista Cubana de Salud Pública 32, 1-6 [http://bvs.sld.cu/revistas/spu/vol32_1_06/spusu106.htm].
Rodriguez Salvá A, Díaz Socarrás AJ, Ibarra Sala AM, De Vos P, Mariné Alonso M, Van der Stuyft P, Bonet Gorbea M (2006) El trabajo en equipo en consultorios médicos compartidos: opción a desarrollar en la atención primaria [electronic only]. Revista Cubana de Higiene y Epidemiología 44 [http://scielo.sld.cu/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1561-30032006000100005&lng=es&nrm=iso&tlng=es
Publicatielijst - Europa - Internationaal - Vrede
De Vos P, Houben H. Is demondialisering het nieuwe grote linkse alternatief? Marxistische Studies 99, IMAST, Brussel, 2012.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Cottenier J, De Vos P. Welke strategie tegenover “de stille staatsgreep van BusinessEurope”? Marxistische Studies 98, IMAST, Brussel, 2012.
De Vos P. De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela - PSUV. Marxistische Studies 88. IMAST, Brussel, 2009.
De Vos P. Le Parti Socialiste Unifié du Venezuela PSUV. Etudes Marxistes 88. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos P. Venezuela en het socialisme van de 21e eeuw. Marxistische Studies 87. IMAST, Brussel, 2009, p 81-94.
De Vos P (2009) Le Venezuela et le socialisme du 21ième siècle. Etudes Marxistes 87. IMAST, Bruxelles, 2009.
De Vos, P. Venezuela : Anti-imperialisme en socialisme. Marxistische Studies 77. IMAST, Brussel, 2007. p.11-76.
De Vos, P. Venezuela : Anti-impérialisme et socialisme. Etudes Marxistes 77. INEM, Bruxelles, 2007. p.11-79.
De Vos, P. Les ONG, missionnaires de la nouvelle colonisation. Dans : Frédéric Delorca ed. Atlas alternatif. Le monde à l’heure de la globalisation impériale. Le Temps des Cerises, 2006. p.57-62.
De Vos, P. Multinationales et mouvment tiers-mondiste: partenaires ou adversaires? Un point de vue radical. Dans: Gotovich,J. & Morelli, A.(Eds) Les solidarités internationales. Histoire et perspectives; p.213-224. Collection La Noria. Editions Labor, Bruxelles, 2003.
Franssen, P., and De Vos, P. 11 September. Waarom de kapers vrij spel kregen. EPO, Antwerpen, 2002. 184p.
Franssen, P., and De Vos, P.Le 11 septembre. Pourquoi ils ont laissé faire les pirates de l'air. EPO, Anvers, 2002. 184p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisation et santé. Une alternative à la commercialisation et à la privatisation. Marxistische Studies 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P. De Belder, B. Vandepitte, M., et al. Globalisering en gezondheid. Een alternatief voor commercialisering en privatisering. Etudes marxistes 58. EPO/MS, Antwerpen, 2002. 168p.
De Vos, P., Van Duppen, D., Vandepitte, M., and Merckx, F. NGO's. Missionarissen van de nieuwe kolonisatie. EPO, Antwerpen, 1994.
Thursday, 26 October 2000
Wednesday, 25 October 2000
Palestijnse verzetsorganisaties
De Nationale Palestijnse Raad, een instelling van de Organisatie voor de Bevrijding van Palestina (PLO) waarin alle politieke stromingen vertegenwoordigd zijn, heeft altijd al drie basiseisen gesteld: het recht op terugkeer voor de vluchtelingen, de oprichting van een Palestijnse staat en de zelfbeschikking voor het Palestijnse volk binnen hun eigen grondgebied.
Er is een samenwerking tussen twaalf organisaties: tien daarvan maken deel uit van de PLO, de andere zijn de Islamitische groeperingen Hamas en Jihad. Deze groepering van krachten wordt de “Patriottische en Islamitische Krachten” geheten. Daarin zit een nationalistische stroming, de Fatah, een linkse stroming, het PFLP, een Islamitische stroming en de minder belangrijke Arabische nationalistische stroming zoals de Baasisten.
Voor de PFLP is de oprichting van een Palestijnse staat slecht een tussenstap. Het enige juiste antwoord tegenover de zionistische staat is de oprichting van een democratische lekenstaat binnen de grenzen van het historische Palestina. De PLO koos ooit voor die optie bij het begin van de jaren ’70, maar het PFLP is er altijd trouw aan gebleven en herbevestigde ze nog tijdens haar zesde congres in juli van dit jaar.
Er is een samenwerking tussen twaalf organisaties: tien daarvan maken deel uit van de PLO, de andere zijn de Islamitische groeperingen Hamas en Jihad. Deze groepering van krachten wordt de “Patriottische en Islamitische Krachten” geheten. Daarin zit een nationalistische stroming, de Fatah, een linkse stroming, het PFLP, een Islamitische stroming en de minder belangrijke Arabische nationalistische stroming zoals de Baasisten.
Voor de PFLP is de oprichting van een Palestijnse staat slecht een tussenstap. Het enige juiste antwoord tegenover de zionistische staat is de oprichting van een democratische lekenstaat binnen de grenzen van het historische Palestina. De PLO koos ooit voor die optie bij het begin van de jaren ’70, maar het PFLP is er altijd trouw aan gebleven en herbevestigde ze nog tijdens haar zesde congres in juli van dit jaar.
Wednesday, 18 October 2000
Palestina - 100 jaar zionistische kolonisatie: Het Palestijnse volk wil zijn land terug
Acht jaar geleden ondertekende de Palestijnse leider Arafat onder Amerikaanse druk de vredesakkoorden van Oslo met de Israëlische regering. Het in 1947 uit zijn land verdreven Palestijnse volk kreeg alleen een paar kruimels, de miljoenen Palestijnen vluchtelingen mochten niet terugkeren. Terugblik op dit historisch onrecht.
1896. Theodor Herzl pleit in zijn manifest van de zionistische beweging voor de oprichting van een zuiver joodse staat in Palestina, “een vooruitgeschoven post van Europa tegen Azië, een voorhoede van de beschaving tegen de barbarij.” In 1907 beslist de zionistische beweging definitief waar die joodse staat moet komen. Aanvankelijk was nog gediscussieerd over Oeganda en Argentinië.
1917. Na jaren intensief lobbywerk bij Groot-Brittannië, de Russische tsaar en de Duitse keizer krijgen de zionisten een eerste internationale erkenning. De Britse Buitenland-minister Lord Balfour belooft hen op 2 november “een joodse thuis in Palestina” (dat op dat ogenblik nog deel uitmaakt van het (Turkse) Ottomaanse rijk). Hij heeft hiertoe geen enkele bevoegdheid.
1920. Na WOI, tijdens de conferentie van San Remo, legt Londen de hand op Palestina en Irak. Frankrijk pakt Syrië en Libanon. Zionistische kolonisten vestigen zich in Palestina. De Palestijnen komen geregeld in opstand tegen de Britse en zionistische kolonisatie. In 1947 bezitten de zionistische kolonisten slechts 6% van de grond in Palestina.
1947. De Britten willen weg. De zionistische geheime legers zaaien terreur, zowel tegen de Palestijnen als tegen de Britten. De Verenigde Naties (VN) keuren een verdeelplan voor Palestina goed.
1948. Zionistische milities zaaien terreur en veroorzaken een eerste massale vluchtelingenstroom. Op 15 mei wordt de staat Israël uitgeroepen. Honderden Palestijnse dorpen worden van de kaart geveegd. Israël palmt een aanzienlijk groter stuk grondgebied in dan voorzien in het VN-verdeelplan. Op 11 december keuren de VN resolutie 194 goed: vluchtelingen mogen terugkeren en wie verlies leed, krijgt schadevergoeding. Deze resolutie werd herhaaldelijk herbevestigd.
1958. Palestijnse revolutionairen onder leiding van Arafat en Abou Jihad richten de bevrijdingsorganisatie El Fatah op. In 1965 is de organisatie voldoende ingeplant om ook de gewapende strijd te starten tegen de staat Israël.
1964. Onder impuls van de Arabische regimes richt Ahmed Choukeiry de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) op, in 1969 overgenomen door revolutionaire nationalistische organisaties met Arafat als voorzitter.
1967. Juni-oorlog. Israël verslaat zijn Arabische buren en palmt nu heel historisch Palestina in.
1978. Ondertekening van de Camp-David akkoorden: Israël neutraliseert Egypte en er komt een aparte vredesregeling.
1982. Israëlische invasie in Libanon, op initiatief van generaal Sharon. Onder zijn verantwoordelijkheid moorden Libanese milities duizenden Palestijnen uit in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila.
1987. Op 9 december breekt in de door Israël bezette gebieden de intifada uit, de Palestijnse ‘stenenopstand’. Jarenlang zijn er voortdurende confrontaties tussen zwaar bewapende Israëlische militairen en stenen gooiende Palestijnse jongeren.
1993. De vredesakkoorden van Oslo. Na het verdwijnen van de Sovjet-Unie ontstaan nieuwe krachtsverhoudingen in de wereld. De ‘vredesakkoorden’ van Oslo zijn een poging om een Amerikaans-Israëlische ‘oplossing’ op te leggen aan de Palestijnen. De Palestijnse bevolking krijgt enkele steden op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook onder haar bevoegdheid. (zie kaart). De akkoorden bieden geen enkel perspectief van terugkeer aan de vijf miljoen Palestijnen in de diaspora. Ongeveer 3,3 miljoen van hen leven in de buurlanden Jordanië, Libanon en Syrië, één miljoen elders. 3,3 miljoen Palestijnen wonen in Israël, de Westelijke Jordaanoever en Gaza, vaak uit hun geboortestreek verdreven.
Na Oslo ontwikkelt de Israëlische staat een agressieve kolonisatie-politiek waarbij radicale joodse kolonisten steeds meer Palestijns gebied inpikken. Dit leidt tot voortdurende spanningen en confrontaties. Acht jaar later pikken de Palestijnen de aanhoudende vernederingen niet meer.
Soldaten of terroristen?
Het merendeel van de Palestijnen veroordeelt de moord op de twee Israëlische soldaten in de Palestijnse stad Ramalla. Volgens de media liepen de soldaten verloren in de straten voor ze tegengehouden werden bij een Palestijnse controlepost. Een versie van de feiten die slim in elkaar werd gezet door het Israëlische leger.
De twee waren immers lid van de Mustahrabeen, een Israëlische legereenheid voor speciale operaties. Vermomd als Arabieren plegen ze terreuraanslagen en moorden binnen de Palestijnse steden en dorpen. De BBC publiceerde deze foto van een van de mannen, terwijl hij achterna gezeten wordt doorheen Ramalla. De man draagt een keffiyeh, het traditionele hoofddeksel van de Palestijnen. Later werden ook explosieven teruggevonden in de auto van de twee militairen. De Mustahrabeen-eenheid is verantwoordelijk voor de dood van honderden jonge mannen en vrouwen.
Een aangekondigde en onvermijdelijke opstand
De Israëlische overheid spreekt van vrede maar stuurt aan op oorlog. Het ‘bezoek’ van de Israëlische rechtsextremist Sharon aan de Tempelberg was een provocatie. Na maanden Israëlische agressie bereikten de spanningen weer een hoogtepunt.
Israël wil niet dat de Palestijnen van het deels Arabisch Jeruzalem hun hoofdstad maken. Om het multicultureel karakter van de stad te veranderen, versnelde de Israëlische regering de vestiging van joodse kolonisten, ook in de Arabische wijken. Er wonen nu 170.000 kolonisten in Oost-Jeruzalem, zegt het Palestijns Centrum voor onderzoek naar de Aarde, en vorig jaar werden er 36 Palestijnse huizen vernield, in Jeruzalem en daarbuiten.
Op 12 april 1999 trekken joodse kolonisten illegale bouwwerken op Palestijns grondgebied op, dichtbij de kolonie Har Gilo. Op 1 mei trekt een Israëlische delegatie naar Abou Dis om te protesteren tegen de eventuele overdracht van het dorp aan de Palestijnse autoriteiten, zoals voorzien in de akkoorden van Oslo. Er zijn ook plannen voor de bouw van 200 joodse woningen. De inwoners van Abou Dis bekogelen de delegatie met stenen. In augustus laten de Israëlische autoriteiten twee Palestijnse huizen in het dorp vernietigen.
Op 26 mei schrijft de Jeruzalem Post dat het Israëlische ministerie van Binnenlandse Zaken een project goedkeurde voor een nationaal park op de Olijfberg. Daardoor kunnen Palestijnen daar niet meer bouwen. Het project werd gelanceerd door een ultra-nationalistische lobby.
Op 1 juni, de “dag van Jeruzalem”, de verovering van Oost-Jeruzalem door de Israëli’s in 1967, stappen duizenden Israëli’s op door de oude stad. Premier Ehud Barak verklaart dat “Jeruzalem in zijn totaliteit onlosmakelijk deel blijft van het soevereine Israëlische grondgebied.” De burgemeester van Jeruzalem, Ehud Olmert, verzekert dat de kolonisatie door blijft gaan.
Op 5 juni wordt het huis van Hassan Khalifa, in Walajeh, in het zuidwesten van Jeruzalem, vernietigd op bevel van Binnenlandse Zaken. Een week later wordt een Palestijnse huis vernield in de wijk Djebel Moukaber, op beslissing van een rechtbank, vijf jaar eerder. Op 29 augustus vernielt het Israëlische leger drie Palestijnse huizen in Shufat. Een beleid van verzoening en vrede?
1896. Theodor Herzl pleit in zijn manifest van de zionistische beweging voor de oprichting van een zuiver joodse staat in Palestina, “een vooruitgeschoven post van Europa tegen Azië, een voorhoede van de beschaving tegen de barbarij.” In 1907 beslist de zionistische beweging definitief waar die joodse staat moet komen. Aanvankelijk was nog gediscussieerd over Oeganda en Argentinië.
1917. Na jaren intensief lobbywerk bij Groot-Brittannië, de Russische tsaar en de Duitse keizer krijgen de zionisten een eerste internationale erkenning. De Britse Buitenland-minister Lord Balfour belooft hen op 2 november “een joodse thuis in Palestina” (dat op dat ogenblik nog deel uitmaakt van het (Turkse) Ottomaanse rijk). Hij heeft hiertoe geen enkele bevoegdheid.
1920. Na WOI, tijdens de conferentie van San Remo, legt Londen de hand op Palestina en Irak. Frankrijk pakt Syrië en Libanon. Zionistische kolonisten vestigen zich in Palestina. De Palestijnen komen geregeld in opstand tegen de Britse en zionistische kolonisatie. In 1947 bezitten de zionistische kolonisten slechts 6% van de grond in Palestina.
1947. De Britten willen weg. De zionistische geheime legers zaaien terreur, zowel tegen de Palestijnen als tegen de Britten. De Verenigde Naties (VN) keuren een verdeelplan voor Palestina goed.
1948. Zionistische milities zaaien terreur en veroorzaken een eerste massale vluchtelingenstroom. Op 15 mei wordt de staat Israël uitgeroepen. Honderden Palestijnse dorpen worden van de kaart geveegd. Israël palmt een aanzienlijk groter stuk grondgebied in dan voorzien in het VN-verdeelplan. Op 11 december keuren de VN resolutie 194 goed: vluchtelingen mogen terugkeren en wie verlies leed, krijgt schadevergoeding. Deze resolutie werd herhaaldelijk herbevestigd.
1958. Palestijnse revolutionairen onder leiding van Arafat en Abou Jihad richten de bevrijdingsorganisatie El Fatah op. In 1965 is de organisatie voldoende ingeplant om ook de gewapende strijd te starten tegen de staat Israël.
1964. Onder impuls van de Arabische regimes richt Ahmed Choukeiry de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) op, in 1969 overgenomen door revolutionaire nationalistische organisaties met Arafat als voorzitter.
1967. Juni-oorlog. Israël verslaat zijn Arabische buren en palmt nu heel historisch Palestina in.
1978. Ondertekening van de Camp-David akkoorden: Israël neutraliseert Egypte en er komt een aparte vredesregeling.
1982. Israëlische invasie in Libanon, op initiatief van generaal Sharon. Onder zijn verantwoordelijkheid moorden Libanese milities duizenden Palestijnen uit in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila.
1987. Op 9 december breekt in de door Israël bezette gebieden de intifada uit, de Palestijnse ‘stenenopstand’. Jarenlang zijn er voortdurende confrontaties tussen zwaar bewapende Israëlische militairen en stenen gooiende Palestijnse jongeren.
1993. De vredesakkoorden van Oslo. Na het verdwijnen van de Sovjet-Unie ontstaan nieuwe krachtsverhoudingen in de wereld. De ‘vredesakkoorden’ van Oslo zijn een poging om een Amerikaans-Israëlische ‘oplossing’ op te leggen aan de Palestijnen. De Palestijnse bevolking krijgt enkele steden op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook onder haar bevoegdheid. (zie kaart). De akkoorden bieden geen enkel perspectief van terugkeer aan de vijf miljoen Palestijnen in de diaspora. Ongeveer 3,3 miljoen van hen leven in de buurlanden Jordanië, Libanon en Syrië, één miljoen elders. 3,3 miljoen Palestijnen wonen in Israël, de Westelijke Jordaanoever en Gaza, vaak uit hun geboortestreek verdreven.
Na Oslo ontwikkelt de Israëlische staat een agressieve kolonisatie-politiek waarbij radicale joodse kolonisten steeds meer Palestijns gebied inpikken. Dit leidt tot voortdurende spanningen en confrontaties. Acht jaar later pikken de Palestijnen de aanhoudende vernederingen niet meer.
Soldaten of terroristen?
Het merendeel van de Palestijnen veroordeelt de moord op de twee Israëlische soldaten in de Palestijnse stad Ramalla. Volgens de media liepen de soldaten verloren in de straten voor ze tegengehouden werden bij een Palestijnse controlepost. Een versie van de feiten die slim in elkaar werd gezet door het Israëlische leger.
De twee waren immers lid van de Mustahrabeen, een Israëlische legereenheid voor speciale operaties. Vermomd als Arabieren plegen ze terreuraanslagen en moorden binnen de Palestijnse steden en dorpen. De BBC publiceerde deze foto van een van de mannen, terwijl hij achterna gezeten wordt doorheen Ramalla. De man draagt een keffiyeh, het traditionele hoofddeksel van de Palestijnen. Later werden ook explosieven teruggevonden in de auto van de twee militairen. De Mustahrabeen-eenheid is verantwoordelijk voor de dood van honderden jonge mannen en vrouwen.
Een aangekondigde en onvermijdelijke opstand
De Israëlische overheid spreekt van vrede maar stuurt aan op oorlog. Het ‘bezoek’ van de Israëlische rechtsextremist Sharon aan de Tempelberg was een provocatie. Na maanden Israëlische agressie bereikten de spanningen weer een hoogtepunt.
Israël wil niet dat de Palestijnen van het deels Arabisch Jeruzalem hun hoofdstad maken. Om het multicultureel karakter van de stad te veranderen, versnelde de Israëlische regering de vestiging van joodse kolonisten, ook in de Arabische wijken. Er wonen nu 170.000 kolonisten in Oost-Jeruzalem, zegt het Palestijns Centrum voor onderzoek naar de Aarde, en vorig jaar werden er 36 Palestijnse huizen vernield, in Jeruzalem en daarbuiten.
Op 12 april 1999 trekken joodse kolonisten illegale bouwwerken op Palestijns grondgebied op, dichtbij de kolonie Har Gilo. Op 1 mei trekt een Israëlische delegatie naar Abou Dis om te protesteren tegen de eventuele overdracht van het dorp aan de Palestijnse autoriteiten, zoals voorzien in de akkoorden van Oslo. Er zijn ook plannen voor de bouw van 200 joodse woningen. De inwoners van Abou Dis bekogelen de delegatie met stenen. In augustus laten de Israëlische autoriteiten twee Palestijnse huizen in het dorp vernietigen.
Op 26 mei schrijft de Jeruzalem Post dat het Israëlische ministerie van Binnenlandse Zaken een project goedkeurde voor een nationaal park op de Olijfberg. Daardoor kunnen Palestijnen daar niet meer bouwen. Het project werd gelanceerd door een ultra-nationalistische lobby.
Op 1 juni, de “dag van Jeruzalem”, de verovering van Oost-Jeruzalem door de Israëli’s in 1967, stappen duizenden Israëli’s op door de oude stad. Premier Ehud Barak verklaart dat “Jeruzalem in zijn totaliteit onlosmakelijk deel blijft van het soevereine Israëlische grondgebied.” De burgemeester van Jeruzalem, Ehud Olmert, verzekert dat de kolonisatie door blijft gaan.
Op 5 juni wordt het huis van Hassan Khalifa, in Walajeh, in het zuidwesten van Jeruzalem, vernietigd op bevel van Binnenlandse Zaken. Een week later wordt een Palestijnse huis vernield in de wijk Djebel Moukaber, op beslissing van een rechtbank, vijf jaar eerder. Op 29 augustus vernielt het Israëlische leger drie Palestijnse huizen in Shufat. Een beleid van verzoening en vrede?
Palestina: "We kunnen niet anders dan onze rechten verdedigen" - Interview met Shawki Armali, PLO-vertegenwoordiger in Brussel
"Er is maar één punt waarover Israëli’s en wij het eens zijn" zegt Shawki Armali, de vertegenwoordiger van de PLO in Brussel. "Dat is dat het vredesproces op basis van de Oslo-akkoorden dood is. Vermoord door Israëlische kogels."
Shawki Armali. Sinds de vredesakkoorden die in 1993 in Oslo werden gesloten, heeft Israël, met de steun van de VS, het internationaal recht voortdurend miskend. Het werkt alleen nog met krachtsverhoudingen. In die omstandigheden kan er van een akkoord geen sprake zijn.
De recente voorstellen van de Israëlische regering over Oost-Jeruzalem waren onaanvaardbaar. Volgens ons moet Oost-Jeruzalem de hoofdstad van Palestina worden en onder Palestijns bestuur komen, maar Barak wil de Palestijnen alleen enkele dorpen in de regio rond Jeruzalem geven. Hij zei: “Noem ze dan Jeruzalem” en toen we dat niet accepteerden, wilde hij wel zijn ‘grootmoedigheid’ tonen door ons ook twee of drie wijken van de stad - zonder enig onderling verband met elkaar - te gunnen.
Ook over het bestuur over de Tempelberg* was er geen akkoord mogelijk. Een andere centrale kwestie is het recht op terugkeer van de vluchtelingen.
Barak weigerde zelfs Israël enige verantwoordelijkheid toe te schrijven voor het drama van de ontworteling en de uittocht van Palestijnen. Hoogstens een paar honderd vluchtelingen wil hij laten terugkeren in het kader van de ‘gezinshereniging’, gespreid over een periode van 15 à 20 jaar. Een ronduit belachelijk voorstel dat we niet ernstig kunnen nemen. Van Palestijnse kant hebben we ons gehouden aan UNO-resolutie 194 die de vluchtelingen het recht op terugkeer én een schadeloosstelling toekent.
Ook over de controle aan de grenzen is een redelijk akkoord uitgesloten. Kortom, al wat Israël al heeft ondernomen in het kader van de akkoorden van Oslo van 1993, diende om het internationaal recht en de UNO-resoluties te negeren en te verdringen. Die strategie, die Israël van in het begin heeft gevolgd, legt zijn complete onmacht bloot.
Wij zouden bereid zijn om een nieuw vredesproces op te starten. Maar alleen op een nieuwe basis gesteund op het internationaal recht.
Er zijn genoeg resoluties van de UNO die de zaken klaar stellen. Bijvoorbeeld resolutie 194 of resolutie 242 die Israël ertoe verplicht zich terug te trekken uit alle gebieden die het sinds 1967 bezet, inclusief heel Oost-Jeruzalem en de oude stad.
Yasser Arafat, de voorzitter van de Palestijnse Raad en premier Barak van Israël ontmoeten elkaar vandaag, 16 oktober, in Sjarm-el-Sjeik aan de Rode zee in Egypte. Is er enige kans op een duurzaam resultaat?
Shawki Armali. De ontmoeting is er gekomen onder druk van de Verenigde Staten, Europa, de UNO en een aantal Arabische staten. Zij hopen zo te bereiken dat het geweld ophoudt. Stopzetting van het geweld tussen aanhalingstekens, wel te verstaan. Ze maken namelijk geen onderscheid tussen aanvaller en slachtoffer, tussen hij die de meest gesofistikeerde wapens gebruikt en een bijna ongewapend volk. En vooral zeggen ze geen woord over wat er daarna moet gebeuren. Op die manier ondersteunen ze in feite het standpunt van premier Barak van Israël voor wie de ‘stopzetting van het geweld’ het doel van deze ontmoeting is.
Tegelijk probeert Barak een regering van nationale eenheid te vormen met extreem rechts en met de oorlogsmisdadiger Sharon. Dat is een provocatie die elke oplossing totaal onmogelijk maakt. Al wat Barak doet is de voorwaarden creëren voor een nieuwe en nog fellere Intifada.
De Verenigde Staten, Europa, de Uno... Staan de Palestijnen alleen tegenover de rest van de wereld?
Shawki Armali. Zeker niet. Overal in de wereld zijn er betogingen. Ook in België en in de andere landen van Europa. Die zijn voor ons een grote aanmoediging om door te gaan met ons verzet en onze strijd voor de verdediging van onze onvervreemdbare nationale rechten. Ook in de Arabische wereld, van Mauritanië tot Amman, werd er massaal betoogd. De Arabische regering zullen daar rekening mee moeten houden.
Die komen op 21 en 22 oktober in Egypte bijeen. Zij hopen dat de ontmoeting van vandaag een succes wordt, zodat ze niet gedwongen worden om in Egypte maatregelen te treffen die tegemoetkomen aan de verwachtingen van hun publieke opinie. Ze hebben schrik voor onrust in eigen land. Als Israël een even hard standpunt als vandaag blijft innemen, zal de Arabische top wel drastische maatregelen tegen Israël moeten treffen, alleen al om hun eigen volk tegemoet te komen.
De Israëlische regering wil alleen dat de opstand van de Palestijnen, de Intifada, ophoudt. Van Palestijnse kant eisen we in de eerste plaats de terugtrekking van het Israëlische leger, een internationale onderzoekscommissie over de misdaden van dat leger - dat al meer dan 110 mensen doodde en er 3000 verwondde - en maatregelen om de Palestijnse bevolking te beschermen. Met andere woorden, de standpunten liggen nog zeer ver uit elkaar. Ik ben zeer sceptisch over deze ontmoeting en over de nieuwe start van het vredesproces dat door Israëlische kogels aan flarden is geschoten.
Hoe ziet u de toekomst?
Shawki Armali. De sympathie en de solidariteit overal moedigt ons aan om vast te houden aan ons standpunt. We hebben trouwens geen andere keuze dan onze rechten te verdedigen. Het Palestijnse volk moet de vrijheid krijgen om een Palestijnse staat uit te roepen, met Jeruzalem als hoofdstad.
De strijd van ons volk voor zijn fundamentele rechten zal voortduren. Er zijn rode lijnen die geen enkele Palestijnse leiding mag of kan overschrijden. De hele wereld weet nu dat we recht hebben op een onafhankelijke staat, zonder enige hypotheek op zijn soevereiniteit. En dat geheel Oost-Jeruzalem daar de hoofdstad van moet zijn.
* De heilige oorden waar Sharon op 28 september een ‘bezoek’ bracht – wat de lont in het kruitvat stak. Sharon, voorzitter van de uiterst rechtse Likoedpartij, was in de jaren ’80 generaal en verantwoordelijk voor de dood van duizenden Palestijnen.
Shawki Armali. Sinds de vredesakkoorden die in 1993 in Oslo werden gesloten, heeft Israël, met de steun van de VS, het internationaal recht voortdurend miskend. Het werkt alleen nog met krachtsverhoudingen. In die omstandigheden kan er van een akkoord geen sprake zijn.
De recente voorstellen van de Israëlische regering over Oost-Jeruzalem waren onaanvaardbaar. Volgens ons moet Oost-Jeruzalem de hoofdstad van Palestina worden en onder Palestijns bestuur komen, maar Barak wil de Palestijnen alleen enkele dorpen in de regio rond Jeruzalem geven. Hij zei: “Noem ze dan Jeruzalem” en toen we dat niet accepteerden, wilde hij wel zijn ‘grootmoedigheid’ tonen door ons ook twee of drie wijken van de stad - zonder enig onderling verband met elkaar - te gunnen.
Ook over het bestuur over de Tempelberg* was er geen akkoord mogelijk. Een andere centrale kwestie is het recht op terugkeer van de vluchtelingen.
Barak weigerde zelfs Israël enige verantwoordelijkheid toe te schrijven voor het drama van de ontworteling en de uittocht van Palestijnen. Hoogstens een paar honderd vluchtelingen wil hij laten terugkeren in het kader van de ‘gezinshereniging’, gespreid over een periode van 15 à 20 jaar. Een ronduit belachelijk voorstel dat we niet ernstig kunnen nemen. Van Palestijnse kant hebben we ons gehouden aan UNO-resolutie 194 die de vluchtelingen het recht op terugkeer én een schadeloosstelling toekent.
Ook over de controle aan de grenzen is een redelijk akkoord uitgesloten. Kortom, al wat Israël al heeft ondernomen in het kader van de akkoorden van Oslo van 1993, diende om het internationaal recht en de UNO-resoluties te negeren en te verdringen. Die strategie, die Israël van in het begin heeft gevolgd, legt zijn complete onmacht bloot.
Wij zouden bereid zijn om een nieuw vredesproces op te starten. Maar alleen op een nieuwe basis gesteund op het internationaal recht.
Er zijn genoeg resoluties van de UNO die de zaken klaar stellen. Bijvoorbeeld resolutie 194 of resolutie 242 die Israël ertoe verplicht zich terug te trekken uit alle gebieden die het sinds 1967 bezet, inclusief heel Oost-Jeruzalem en de oude stad.
Yasser Arafat, de voorzitter van de Palestijnse Raad en premier Barak van Israël ontmoeten elkaar vandaag, 16 oktober, in Sjarm-el-Sjeik aan de Rode zee in Egypte. Is er enige kans op een duurzaam resultaat?
Shawki Armali. De ontmoeting is er gekomen onder druk van de Verenigde Staten, Europa, de UNO en een aantal Arabische staten. Zij hopen zo te bereiken dat het geweld ophoudt. Stopzetting van het geweld tussen aanhalingstekens, wel te verstaan. Ze maken namelijk geen onderscheid tussen aanvaller en slachtoffer, tussen hij die de meest gesofistikeerde wapens gebruikt en een bijna ongewapend volk. En vooral zeggen ze geen woord over wat er daarna moet gebeuren. Op die manier ondersteunen ze in feite het standpunt van premier Barak van Israël voor wie de ‘stopzetting van het geweld’ het doel van deze ontmoeting is.
Tegelijk probeert Barak een regering van nationale eenheid te vormen met extreem rechts en met de oorlogsmisdadiger Sharon. Dat is een provocatie die elke oplossing totaal onmogelijk maakt. Al wat Barak doet is de voorwaarden creëren voor een nieuwe en nog fellere Intifada.
De Verenigde Staten, Europa, de Uno... Staan de Palestijnen alleen tegenover de rest van de wereld?
Shawki Armali. Zeker niet. Overal in de wereld zijn er betogingen. Ook in België en in de andere landen van Europa. Die zijn voor ons een grote aanmoediging om door te gaan met ons verzet en onze strijd voor de verdediging van onze onvervreemdbare nationale rechten. Ook in de Arabische wereld, van Mauritanië tot Amman, werd er massaal betoogd. De Arabische regering zullen daar rekening mee moeten houden.
Die komen op 21 en 22 oktober in Egypte bijeen. Zij hopen dat de ontmoeting van vandaag een succes wordt, zodat ze niet gedwongen worden om in Egypte maatregelen te treffen die tegemoetkomen aan de verwachtingen van hun publieke opinie. Ze hebben schrik voor onrust in eigen land. Als Israël een even hard standpunt als vandaag blijft innemen, zal de Arabische top wel drastische maatregelen tegen Israël moeten treffen, alleen al om hun eigen volk tegemoet te komen.
De Israëlische regering wil alleen dat de opstand van de Palestijnen, de Intifada, ophoudt. Van Palestijnse kant eisen we in de eerste plaats de terugtrekking van het Israëlische leger, een internationale onderzoekscommissie over de misdaden van dat leger - dat al meer dan 110 mensen doodde en er 3000 verwondde - en maatregelen om de Palestijnse bevolking te beschermen. Met andere woorden, de standpunten liggen nog zeer ver uit elkaar. Ik ben zeer sceptisch over deze ontmoeting en over de nieuwe start van het vredesproces dat door Israëlische kogels aan flarden is geschoten.
Hoe ziet u de toekomst?
Shawki Armali. De sympathie en de solidariteit overal moedigt ons aan om vast te houden aan ons standpunt. We hebben trouwens geen andere keuze dan onze rechten te verdedigen. Het Palestijnse volk moet de vrijheid krijgen om een Palestijnse staat uit te roepen, met Jeruzalem als hoofdstad.
De strijd van ons volk voor zijn fundamentele rechten zal voortduren. Er zijn rode lijnen die geen enkele Palestijnse leiding mag of kan overschrijden. De hele wereld weet nu dat we recht hebben op een onafhankelijke staat, zonder enige hypotheek op zijn soevereiniteit. En dat geheel Oost-Jeruzalem daar de hoofdstad van moet zijn.
* De heilige oorden waar Sharon op 28 september een ‘bezoek’ bracht – wat de lont in het kruitvat stak. Sharon, voorzitter van de uiterst rechtse Likoedpartij, was in de jaren ’80 generaal en verantwoordelijk voor de dood van duizenden Palestijnen.
Geen vrede zonder Palestijnse rechten
In Brussel betoogden op 10 oktober 2.500 mensen voor solidariteit met het Palestijnse volk en tegen het optreden van het Israëlische leger dat koelbloedig Palestijnse jongeren en kinderen vermoordt. Tot vandaag vonden meer dan 100 Palestijnen de dood, onder wie 24 kinderen onder de 15 jaar, een baby van 6 maanden, een meisje van anderhalf en een jongetje van 9 jaar. Er vielen al 3.500 gewonden, van wie 1.134 kinderen.
Vooral de incidenten na afloop van de manifestatie haalden de pers. De joodse gemeenschap drukte haar bezorgdheid uit over de antisemitische stroming die bij sommige protesten zou doorklinken.
Zoals de overgrote meerderheid van de manifestanten verwerpt de PVDA klaar en duidelijk elke vorm van antisemitisme. Het verzet tegen wat Israël, met de steun van de Verenigde Staten, de Palestijnen aandoet, heeft niets te maken met antisemitisme. Het is een gevecht tegen het zionisme. Dit is een racistische en gewelddadige ideologie en beweging die opkomt voor een zuiver joodse staat in Palestina. Het zionisme behandelt alle Palestijnen en andere niet-joodse inwoners van Israël als tweederangsburgers. Vechten tegen het zionisme heeft niets te maken met vechten tegen de joden. Integendeel. Ook vele progressieve joden bekampen het zionisme. De PVDA steunt het streven van het Palestijnse volk naar de oprichting van een niet religieuse pluralistische staat waar joden en Palestijnen samenleven.
De racistische misdadigheid van het zionisme kan je zien in de wreedheden van het Israëlische leger vandaag. Palestijnse steden worden gebombardeerd. Stenen gooiende jongeren worden doelbewust vermoord door sluipschutters en vanuit helicopters. Als ze al niet omkomen bij aanslagen van de Mustahrabeen-eenheid van het Israëlische leger. De twee Israëlische soldaten die vorige week door een woedende menigte werden omgebracht, waren er lid van. De meeste Palestijnen veroordelen deze wraakactie. Maar het is de Israelische regering Barak, die deze als Arabieren vermomde eenheden naar de Palestijnse gebieden stuurt om dood en vernieling te zaaien.
Er is de dagelijkse repressie in de bezette gebieden. En er is ook de permanente wreedheid van Israël tegen de vijf miljoen Palestijnse vluchtelingen en ontheemden (2/3 van de totale Palestijnse bevolking) die niet naar huis terug kunnen. Er zal nooit vrede kunnen zijn zolang dit recht op terugkeer niet wordt erkend. Zoals er ook geen kans op duurzame vrede is zonder zelfbeschikkingsrecht en een Palestijnse staat met Jeruzalem als hoofdstad.
Vooral de incidenten na afloop van de manifestatie haalden de pers. De joodse gemeenschap drukte haar bezorgdheid uit over de antisemitische stroming die bij sommige protesten zou doorklinken.
Zoals de overgrote meerderheid van de manifestanten verwerpt de PVDA klaar en duidelijk elke vorm van antisemitisme. Het verzet tegen wat Israël, met de steun van de Verenigde Staten, de Palestijnen aandoet, heeft niets te maken met antisemitisme. Het is een gevecht tegen het zionisme. Dit is een racistische en gewelddadige ideologie en beweging die opkomt voor een zuiver joodse staat in Palestina. Het zionisme behandelt alle Palestijnen en andere niet-joodse inwoners van Israël als tweederangsburgers. Vechten tegen het zionisme heeft niets te maken met vechten tegen de joden. Integendeel. Ook vele progressieve joden bekampen het zionisme. De PVDA steunt het streven van het Palestijnse volk naar de oprichting van een niet religieuse pluralistische staat waar joden en Palestijnen samenleven.
De racistische misdadigheid van het zionisme kan je zien in de wreedheden van het Israëlische leger vandaag. Palestijnse steden worden gebombardeerd. Stenen gooiende jongeren worden doelbewust vermoord door sluipschutters en vanuit helicopters. Als ze al niet omkomen bij aanslagen van de Mustahrabeen-eenheid van het Israëlische leger. De twee Israëlische soldaten die vorige week door een woedende menigte werden omgebracht, waren er lid van. De meeste Palestijnen veroordelen deze wraakactie. Maar het is de Israelische regering Barak, die deze als Arabieren vermomde eenheden naar de Palestijnse gebieden stuurt om dood en vernieling te zaaien.
Er is de dagelijkse repressie in de bezette gebieden. En er is ook de permanente wreedheid van Israël tegen de vijf miljoen Palestijnse vluchtelingen en ontheemden (2/3 van de totale Palestijnse bevolking) die niet naar huis terug kunnen. Er zal nooit vrede kunnen zijn zolang dit recht op terugkeer niet wordt erkend. Zoals er ook geen kans op duurzame vrede is zonder zelfbeschikkingsrecht en een Palestijnse staat met Jeruzalem als hoofdstad.
Wednesday, 11 October 2000
Palestijnen vechten voor hun rechten - Huidig ‘vredesproces’ heeft afgedaan
Het protest en de confrontaties tussen Palestijnen en het Israëlische leger blijven aanhouden. Ondanks de vele slachtoffers vecht het Palestijnse volk met geheven hoofd. Ze hebben genoeg van de onaanvaardbare compromissen die hen in de zogenaamde vredesonderhandelingen worden opgedrongen. Er is geen duurzame vrede mogelijk zolang de basisrechten van het Palestijnse volk niet worden erkend.
De vlam sloeg in de pan na het provocerende bezoek op 28 september van Sharon, de leider van de rechtse Likoed-partij en notoir havik, aan de Al Aksa moskee, voor moslims de heilige plaats bij uitstek.
Er zijn al zeker 95 personen om het leven gekomen, onder wie 54 Palestijnen van de Westbank en de Gazastrook, en tien Arabieren uit Israël. Meer dan tweeduizend mensen raakten gewond. Volgens cijfers van het ministerie van Gezondheid zijn één op de drie slachtoffers kinderen.
Een van de meest schrijnende illustraties van het uiterst agressieve optreden van de Israëli’s was zaterdag 30 september op heel wat tv-zenders te zien. Toen filmde een Palestijnse cameraman van de Franse televisie hoe de twaalfjarige Mohammed al-Durrah nabij een Israëlische legerpost op de belangrijkste kustweg in de Gazastrook werd doodgeschoten. Op de beelden is te zien hoe de jongen het uitschreeuwt terwijl hij zich vastklampt aan zijn vader. De twee zoeken beschutting achter een ton. De vader zwaait met de armen opdat men aan de overkant zou stoppen met schieten. Dan komt er een salvo. Mohamed krijgt een dodelijk schot in de buik en valt neer. Mohamed en zijn vader zaten niet in een spervuur tussen Israëli’s en Palestijnen maar werden doelbewust geviseerd.
Het Israëlische leger schiet met scherp op Palestijnen en Israëlische Arabieren. Er is ook zwaar geschut ingezet (helicopters, machinegeweren, antitank- en Lao-raketten). De meeste doden vielen door kogels van sluipschutters, die op het hoofd en de borst mikken. De agressor Israël heeft afgelopen weekend het slachtoffer Palestina zelfs een ultimatum opgelegd en dreigt met een totale oorlog. Toch wordt Israël nog steeds als een respectabele staat behandeld. “Opnieuw is gebleken dat de Israëlische politie niet is uitgerust en getraind om op een zo beschaafd mogelijke manier met Arabisch protest in een democratische staat om te gaan”, schrijft De Standaard op 6 oktober. Dit standpunt illustreert de schijnheiligheid waarmee het Westen de Israëlische misdaden aanpakt. Israël wordt vandaag nog steeds een ‘democratische staat’ genoemd. De continue schending van de elementaire rechten van de Palestijnen en Israëlische Arabieren – tegen een hele reeks VN-resoluties in – wegen blijkbaar niet op tegen het belang van dit land voor het Westen. Al sinds zijn ontstaan, speelt Israël immers een strategische rol in de Amerikaanse overheersing van het Midden-Oosten.
De VN-veiligheidsraad weigert stappen te ondernemen tegen Israël. De vertegenwoordiger van de Verenigde Staten in de VN wil Israël niet bij name noemen als hij de repressie veroordeelt. Hij vindt het immers “niet het gepaste moment om beschuldigingen te uiten”.1 Hieruit blijkt nogmaals dat het westers discours over ‘mensenrechten en democratie’ vooral eigenbelang en politieke overheersing inhoudt.
Het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) verklaarde van zijn kant dat het huidige geweld vooral de ondoeltreffendheid van het zogenaamde ‘vredesproces’ aantoont. Volgens het PFLP probeert Israël met de onderhandelingen enkel maar zijn plannen voor nog meer bezetting en overheersing te legitimeren. Zolang er geen respect komt voor de wettelijke rechten van het Palestijnse volk (waaronder het recht op terugkeer voor alle vluchtelingen, het zelfbeschikkingsrecht en het recht op een onafhankelijke en soevereine Palestijnse staat met Jeruzalem als hoofdstad) kan er volgens het Volksfront nooit echte vrede komen. Het PFLP eist dan ook dat de Palestijnse autoriteiten ondertussen alle samenwerking met de Israëlische overheid stoppen.2
1. Capitol NewsWire, 4 oktober 2000 • 3. PFLP, perscommuniqué, 1 oktober 2000.
De vlam sloeg in de pan na het provocerende bezoek op 28 september van Sharon, de leider van de rechtse Likoed-partij en notoir havik, aan de Al Aksa moskee, voor moslims de heilige plaats bij uitstek.
Er zijn al zeker 95 personen om het leven gekomen, onder wie 54 Palestijnen van de Westbank en de Gazastrook, en tien Arabieren uit Israël. Meer dan tweeduizend mensen raakten gewond. Volgens cijfers van het ministerie van Gezondheid zijn één op de drie slachtoffers kinderen.
Een van de meest schrijnende illustraties van het uiterst agressieve optreden van de Israëli’s was zaterdag 30 september op heel wat tv-zenders te zien. Toen filmde een Palestijnse cameraman van de Franse televisie hoe de twaalfjarige Mohammed al-Durrah nabij een Israëlische legerpost op de belangrijkste kustweg in de Gazastrook werd doodgeschoten. Op de beelden is te zien hoe de jongen het uitschreeuwt terwijl hij zich vastklampt aan zijn vader. De twee zoeken beschutting achter een ton. De vader zwaait met de armen opdat men aan de overkant zou stoppen met schieten. Dan komt er een salvo. Mohamed krijgt een dodelijk schot in de buik en valt neer. Mohamed en zijn vader zaten niet in een spervuur tussen Israëli’s en Palestijnen maar werden doelbewust geviseerd.
Het Israëlische leger schiet met scherp op Palestijnen en Israëlische Arabieren. Er is ook zwaar geschut ingezet (helicopters, machinegeweren, antitank- en Lao-raketten). De meeste doden vielen door kogels van sluipschutters, die op het hoofd en de borst mikken. De agressor Israël heeft afgelopen weekend het slachtoffer Palestina zelfs een ultimatum opgelegd en dreigt met een totale oorlog. Toch wordt Israël nog steeds als een respectabele staat behandeld. “Opnieuw is gebleken dat de Israëlische politie niet is uitgerust en getraind om op een zo beschaafd mogelijke manier met Arabisch protest in een democratische staat om te gaan”, schrijft De Standaard op 6 oktober. Dit standpunt illustreert de schijnheiligheid waarmee het Westen de Israëlische misdaden aanpakt. Israël wordt vandaag nog steeds een ‘democratische staat’ genoemd. De continue schending van de elementaire rechten van de Palestijnen en Israëlische Arabieren – tegen een hele reeks VN-resoluties in – wegen blijkbaar niet op tegen het belang van dit land voor het Westen. Al sinds zijn ontstaan, speelt Israël immers een strategische rol in de Amerikaanse overheersing van het Midden-Oosten.
De VN-veiligheidsraad weigert stappen te ondernemen tegen Israël. De vertegenwoordiger van de Verenigde Staten in de VN wil Israël niet bij name noemen als hij de repressie veroordeelt. Hij vindt het immers “niet het gepaste moment om beschuldigingen te uiten”.1 Hieruit blijkt nogmaals dat het westers discours over ‘mensenrechten en democratie’ vooral eigenbelang en politieke overheersing inhoudt.
Het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) verklaarde van zijn kant dat het huidige geweld vooral de ondoeltreffendheid van het zogenaamde ‘vredesproces’ aantoont. Volgens het PFLP probeert Israël met de onderhandelingen enkel maar zijn plannen voor nog meer bezetting en overheersing te legitimeren. Zolang er geen respect komt voor de wettelijke rechten van het Palestijnse volk (waaronder het recht op terugkeer voor alle vluchtelingen, het zelfbeschikkingsrecht en het recht op een onafhankelijke en soevereine Palestijnse staat met Jeruzalem als hoofdstad) kan er volgens het Volksfront nooit echte vrede komen. Het PFLP eist dan ook dat de Palestijnse autoriteiten ondertussen alle samenwerking met de Israëlische overheid stoppen.2
1. Capitol NewsWire, 4 oktober 2000 • 3. PFLP, perscommuniqué, 1 oktober 2000.
Subscribe to:
Posts (Atom)